Onderwijsbegroting

Vorige week werd de onderwijsbegroting behandeld in de Tweede Kamer. Hieronder een deel uit mijn eerste termijn. Het hele debat is terug te lezen via parlement.nl.

Zie ook dit bericht:
www.sp.nl/onderwijs/nieuwsberichten/5097/071218-plasterk_kiest_voor_pappen_en_nathouden.html

12 december 2007

Voorzitter,
“Laat ik het voor mijzelf maar een flirt noemen. De klas is een stukje gemeenschap dat als individu optreedt. Telkens als een van de kinderen spreekt, geschiedt dat op een wijze waarin ik voel: jij spreekt namens het hele stel. En tegen wie spreek ik? Ook niet tegen een kind afzonderlijk, dat lijkt maar zo. Ik spreek tegen de klas als geheel. De klas heeft een eigen ziel.”
Aldus Theo Thijssen, in De Gelukkige Klas uit 1926.
Waar is de nieuwe Theo Thijssen?
Dat vraagt Martin Sommer zich af in zijn artikel “Tussen Thijssen en Montessori”, in de Volkskrant van 8-12-07.
De afgelopen decennia is de onderwijs-ideologie verlegd van gelijke kansen naar diversiteit.
Ooit was het doel: verheffing van het kind.
Sluipenderwijs is dat geworden: zelfstandig leren, Het Nieuwe Leren en het Studiehuis.
Het achterliggende idee: kinderen zijn divers en kennis is relatief.
Kees Boeke en Maria Montessori hebben het gewonnen van Theo Thijssen.

Van onderwijzen naar leren: het is een oude tegenstelling.
Steeds meer is de nadruk komen te liggen op didactiek en onderwijskunde.
Steeds minder lag de nadruk op kennisoverdracht.
Maar intussen ook: schaalvergroting en een machtig management in de autonome school.
De minister zei op 1 december glashelder: “het niveau van het onderwijs is door de vernieuwingen gedaald.”
En minister, wat is uw keuze?
Kiest u voor onderwijzen of voor zelfstandig leren?
Kiest u voor vakkennis of voor kennismakelij, zoals de voorzitter van de VO-raad?
En voor wie wilt u een standbeeld oprichten?
Voor Tineke Netelenbos of voor de onderwijzer?

In januari komt het rapport nav het parlementair onderzoek naar de onderwijsvernieuwingen.
Dan zullen wij het debat voeren, maar wij kunnen daar nu al veel over lezen.
Als je de artikelen leest, kun je zeggen dat de onderwijsvernieuwingen:
-Te snel zijn ingevoerd
-Met te weinig financiering
-Dat ze topdown zijn opgelegd, zonder overleg met de werkvloer
-En dat het teveel op zelfstandigheid is gericht, te weinig op vakoverdracht.

Het is goed dat het onderzoek er is.
Het kwam voort uit een actie van leerlingen, de actie Noodklok.
Zij wilden goed onderwijs, in plaats van aan hun lot te worden overgelaten.
Precies hetzelfde als de scholieren die onlangs naar het Museumplein gingen.
Zij willen les en geen ophokplicht.

Voor de SP geldt dat onderwijs moet leiden tot verheffing.
Onderwijs is beste manier om de samenleving te verbeteren.
Het leidt tot meer welzijn, meer economische groei en een hoger inkomen.
Elk jaar dat je iemand langer opleidt, gaat hij 6-10% meer verdienen.
Goed onderwijs leidt ook tot minder criminaliteit en gezondheidszorg, want mensen gaan gezonder leven naarmate je ze hoger opleidt.

Daarom staat de SP voor een hoge kwaliteit van het onderwijs.
Met goede leraren en kleine scholen. Helaas is de realiteit anders.
Landelijk is 11% van de leraren onbevoegd en 16% onderbevoegd. Dus 27% van de leraren heeft niet de juiste papieren. Het is ondenkbaar dat wij onbevoegde chirurgen zouden toestaan. Maar bij leraren kan dat blijkbaar wel.

Ook in internationaal verband is Nederland het slechter gaan doen. Dat blijkt uit het laatste Pisa-onderzoek onder 15-jarige leerlingen in de rijke landen. Terwijl Finland en Zuid-Korea hun voorsprong hebben vergroot, is NL een paar plaatsen gezakt op het gebied van lezen en rekenen. Reden tot zorg dus.

Maar laten wij één ding zeggen.
Onderwijs is een fantastisch vak. Dat moeten we koesteren.
Er zijn heel veel geweldige leraren, die elke dag hard hun best doen voor de leerlingen.
Des te meer reden om te zeggen: stop de afbraak, red het onderwijs.
Ton van Haperen zet het mooi op een rij in zijn boek: “De ondergang van de Nederlandse leraar”. “Verlammende werkdruk, onuitvoerbare onderwijsconcepten, decreten uit de managementkantoren. In het voortgezet onderwijs is de leraar het kind van de rekening en betalen de leerlingen de prijs.” (Onderwijsblad, 6-10-07)

Onderwijs kost geld, dat is een waarheid als een koe.
Maar het mooie is dat onderwijs zichzelf terugverdient.
Iedereen wordt beter van goed onderwijs.
Helaas ziet deze regering onderwijs als een kostenpost.
Gevolg van die visie: Nederland bungelt onderaan qua onderwijsuitgaven.
Nederland geeft 5,1% van het nationaal inkomen uit aan onderwijs, gemiddeld besteden rijke landen 6,2%. Het verschil staat voor ongeveer 5 miljard euro (p. 6 samenvatting Oeso). Dat de Oeso-norm niet als maatgevend wordt gezien, is tekenend voor deze regering.

Plan Leraren
Nu heeft de minister 1 miljard gevonden voor leraren.
Hij is er trots op.
Helaas valt er veel op af te dingen. Ik noem 5 punten
1-Een groot deel komt uit het onderwijs zelf, de sigaar uit eigen doos.
2-Pas in 2020 wordt dat miljard volledig ingezet. Volgend jaar pas 173 miljoen.
3-Er komt geen algemene salarisverhoging, maar prestatiebeloning.
4-Het geld komt niet bij leraren, het komt bij de managers terecht.
5-Er komt geen harde koppeling tussen opleiding en salaris.

Met name dat laatste punt is spijtig. Dat zal ik u toelichten. Ik kreeg laatst een brief van een docent, Marlies Hartmans. Zij was aanvankelijk tweedegraads lerares wiskunde, maar zij haalde cum laude haar eerstegraads bevoegdheid. Daarvoor heeft zij vier jaar hard gestudeerd en een paar duizend euro geïnvesteerd. Vervolgens kon zij aan de slag op een school, maar die weigerde haar meer te betalen. Vroeger had ze dan recht op een schaal 12 of LD-functie, maar dat onderscheid is afgeschaft, dus blijft ze in een schaal 10 functie. “De beloning is nihil”, zoals ze zelf schrijft.

Marlies Hartmans heeft de baan toch geaccepteerd, omdat ze al wat ouder is. Maar ze vraagt zich af: hoe krijgt het onderwijs nieuwe eerstegraads docenten als je daar geen passende beloning tegenover zet? Nu zult u zeggen: daar gaan we afspraken over maken met de scholen. Maar u kunt deze leraren niets beloven, omdat u weigert een harde koppeling te maken tussen opleiding en salaris. Daarmee is uw plan een wassen neus geworden.

Bij de Aob zei u bijvoorbeeld (juni 07) dat 20 procent van de leraren een schaal 12-functie moet hebben. Hoe gaat u dat garanderen als de werkgevers dat beslissen?

De onderwijskenner Leo Prick schreef een scherpe column afgelopen zaterdag in NRC. Hij schrijft: “Door het loslaten van de koppeling tussen opleiding en salaris verwijst u in feite het hele rapport naar de prullenmand (p. 52 RK). Want nu blijft het schoolmanagement beslissen over het salaris. Aanvankelijk dacht ik dat Plasterk tegen die druk zou zijn opgewassen. Nu is eens te meer gebleken dat het de bestuurders zijn die in Nederland de onderwijspolitiek bepalen”, aldus Prick.

Ik dacht ook dat u tegen die druk was opgewassen. Zeker ook vanwege uw grote woorden over het management. Dat volgens u bedrijfsleventje is gaan spelen en dat is losgezongen van de werkvloer. U maakt daar een goede analyse, maar waarom geeft u het management dan toch alle invloed in uw Actieplan? Van Haperen zei daarover in het Onderwijsblad: “Als je 1 miljard overmaakt aan de besturen in de lumpsum, dan weet je dat er niets gebeurt.” Graag een reactie.

Het systeem maakt dat de schoolleiding niet snel een hoger opgeleide leraar aanneemt. Scholen krijgen via de lumpsum één pot geld. Daar moeten ze alles van betalen, dus is een goedkopere leraar aantrekkelijk. De SP heeft al vaker voorgesteld: zet nu een schot tussen het personeel en het materieel in die lumpsum. Dan kan het geld voor leraren niet voor iets anders gebruikt worden.

Het Actieplan van de minister brengt dus weinig verandering in de bestaande situatie. De autonomie van de scholen blijft intact. Sterker nog, het management wordt oppermachtig. En daarmee zeg ik niet dat alle managers boeman zijn. Een school heeft een leiding nodig. Maar door de financiering handelen zij nu eenmaal wel vanuit kostenoverwegingen. Dat kunt u doorbreken. De SP staat u daarbij graag terzijde.

Uit allerlei onderzoek blijkt dat de kwaliteit van de leraar zeer bepalend is voor de kwaliteit van het onderwijs. Met andere woorden: hoe beter de leraren, hoe beter het onderwijs. Dat moeten we dus aanmoedigen. Daarom vier voorstellen van de SP.

1-Om de grote achterstand met de marktsector in te halen, wordt het salaris van álle leraren geleidelijk verhoogd.
2-Het leraarsalaris wordt gebaseerd op bevoegdheid, aantal dienstjaren en betrekkingsomvang.
3-De salarissen worden centraal vastgesteld, zodat leraren niet bij het management hoeven te onderhandelen over hun salaris. Dat betekent de invoering van een landelijke CAO.
4-Een school krijgt extra budget voor achterstandsleerlingen. VMBO-scholen krijgen dus een hoger budget dan Havo/Vwo-scholen, waarmee zij kleinere klassen en kleinere scholen kunnen realiseren.

Dit systeem geeft leraren zekerheid. Ze hoeven niet bij het management te gaan bedelen om een salarisverhoging. Dat is wel wat u doet. U wilt prestatiebeloning, zonder dat u enig bewijs heeft dat het werkt. Sterker nog, 70% van de leraren wil helemaal geen prestatiebeloning.
Ik heb ook nog van niemand gehoord hoe je die prestatiebeloning vormgeeft.
En als u dat al niet kan, waarom zou een manager dat dan wel kunnen?
Geloof me, dit wordt een systeem van willekeur en vriendjespolitiek.
U haalt het Paard van Troje de school binnen.

Daarom wil ik u vandaag een keuze voorleggen. Het is het een of het ander. Of u gaat door met de bestaande situatie, of u slaat met uw vuist op tafel en u zorgt voor een doorbraak. Dat zou een historisch moment zijn. U zal veel waardering oogsten bij leraren als u die salarissen goed regelt.

Uit een onderzoek van de Aob blijkt dat tweederde van de deelnemers uw voorstellen onacceptabel vindt. Vanmiddag biedt de bond een Manifest aan. Ook daarin wordt gepleit voor een stevige koppeling tussen opleiding en salaris. En de Bond vraagt: gaat u door met de decentralisering, of u kiest voor een nieuwe regie.

Dus minister, kiest u voor verandering of kiest u voor behoud? Kiest u voor de leraar of kiest u voor het management? Als u kiest voor de leraar, krijgt u van de SP een grote pluim. Daar ben ik niet kinderachtig over. Uiteindelijk willen wij bouwen, niet breken.

En voorzitter, laat er geen misverstand over bestaan. De SP wil het onderwijs niet opnieuw dichttimmeren met allerlei decreten en regels. Leraren moeten maximale vrijheid krijgen om het onderwijs vorm te geven. Het enige wat wij bepleiten is duidelijkheid over salaris en omstandigheden.

Ik heb daarvoor nog een suggestie. De Aob pleit voor het wettelijke recht op de pedagogische vrijheid voor leraren. Dat is nu ook geregeld in het hoger onderwijs. Hoe ziet u dat? Graag een reactie.

Bapo
En dan over de oudere leraren en de Bapo-regeling. Het is toch niet uit te leggen dat deze leraren zelf moeten betalen voor uw Actieplan? U pakt van hen de verlofregeling af en dwingt ze om langer te werken. Terwijl deze Bapo-regeling juist was bedoeld om oudere leraren voor het onderwijs te behouden. Ik heb een amendement ingediend om dit ongedaan te maken.

[…]

Voorzitter, ik kom tot een afronding.
Mijn conclusie is dat voor Minister Plasterk geldt: geen daden maar woorden. Grote woorden en hoge verwachtingen. Typisch een columnist, kan je zeggen. Kiest hij misschien toch liever voor Buitenhof dan voor het Binnenhof?

Ik vraag de minister of hij wil kiezen.
Een keuze voor de leraar en tegen het middenmanagement.
Als u dat doet, hebt u de volledige steun van de SP. Dus zet door en kies voor die doorbraak. En nog veel belangrijker; u krijgt dan de steun van de leraren, de mensen die het werk doen. Kortom, minister Plasterk, sla met uw vuist op tafel en maak van het onderwijs weer een geweldige sector waar we allemaal willen werken.

Succes.

4 Reacties

  1. Mooi gezegd Jasper
    Dank!
    Als we blijven hameren keert het tij. De minister zou daar gebruik van kunnen maken. Het ijzer is nu heet, volgend jaar is er wellicht een ander hot item dat de belangstelling trekt.

    Laten we doorzetten , ieder vanuit de eigen positie. Dank voor jouw inbreng hierbij

  2. Beste Jasper, is dit scherp genoeg?
    Je zet alle dingen keurig op een rij.
    Je stelt aan het begin van je betoog vijf vragen aan de minister en je doet in het vervolg daarvan talloze constateringen.
    Zou het niet beter zijn geweest ook de constateringen als vragen te formuleren, daarop met klem antwoorden van de minister te verlangen om daarmee te voorkomen dat de minister weer met een algemene oneliner wegkomt?
    Want je houdt een prima betoog, maar krijgt niet je gelijk en het onderwijs zit met de gebakken peren.

  3. Zo, die zit!
    Beste Jasper,
    Prachtig betoog. Voor het eerst voelde ik me als leraar door de politiek ook begrepen. Ik ben zó blij dat er iemand in het parlement zit, die op die manier namens mij kan spreken. Wat jij vraagt is elementair.

    Naast jouw punten zijn er nog wel heel veel andere punten op ons verlanglijstje
    – kleinere taakomvang
    – kleinere klassen
    – opvangfuncties en speciaal onderwijs herstellen
    – voor elke taak van het onderwijs ook taakuren
    – werk zichtbaar maken door het op school (te kunnen) uitvoeren.

  4. Prima reactie / wat zijn Plasterks concrete ambities?
    Uitstekende reactie, Jasper. Het enige wat ik zelf nog als toevoeging kan bedenken, is om te proberen Plasterk een eigen doelstelling te ontlokken. Oftewel: kan hij één of meer concrete resultaten noemen die hij binnen zijn regeerperiode wil en kan behalen, waarbij hij zijn beleid als succesvol ziet bij het daadwerkelijk behalen, en als ontoereikend/mislukt als hij die niet haalt? Als zijn ambities onduidelijk zijn, lijkt me dat sowieso een zeer zwak punt. Als zijn ambities laag blijken te zijn, kunnen we hem daar meteen op aanspreken. Als zijn ambities hoger zijn, kunnen we hem later feliciteren of hem ermee confronteren, afhankelijk van de uitkomst.

Reacties zijn gesloten.