We hebben ons slap betaald aan allerlei instellingen (SLO/CEVO/…) en achteraf blijkt dat ze niets hebben bijgedragen.
Expliciet voorbeeld: Freudenthal Instituut dat voor de doorstroom irrelevante wiskunde heeft opgeleverd.
Over de beruchte fax van Jacques T.:
“Ik zag de voorzitter van de Aob en de staatssecretaris de avond daarvoor samen dineren in Nieuwspoort, hiermee klap ik niet uit de school. Ik sluit niet uit dat zij daarover gesproken hebben.”
Maar, nogmaals, het veld was er niet klaar voor en al was het 200 miljoen, dan nog zou het eenzelfde puinhoop hebben opgeleverd.
Moet de conclusie niet zijn
Moet de conclusie niet zijn dat er een onderzoek moet komen naar de werkelijke waarde van al die adviezen en opdrachten in relatie tot de kosten ? En hoe gaat dat ? Worden de uitkomsten van deze opdrachten automatisch overgenomen ? Kijkt er nog wel eens iemand naar ? T.a.v. dit geval bijv. iemand die verstand heeft van wiskunde in de doorstroom. Het lijkt me verstandig dat er een soort sluis komt die adviezen op fundamentele fouten toetst. En misschien ook wel gewoon: minder adviezen, meer zelf doen; eveidence based !
politieke oorzaak achter advisering
Vaak wordt advies gevraagd om ingedekt te zijn. Dan heb je het niet zomaar zelf bedacht, maar een gerenomeerd instituut in de arm genomen.
Ik denk dat dat zowel door de politiek, als ook door de schoolbesturen gebeurt. Een advies legitimeert je keuze.
Daarbij komt is onderwijs bij uitstek een domein waar elke idioot alles kan beweren. En dat wordt dan ook volop gedaan. Controleren of de adviezen deugen is dan lastig natuurlijk.
Over doorstroom kun je feitelijk ook weinig zeggen. Het schijnt dat de universiteiten eerste hebben gepleit voor een natuur en techniek profiel bij bepaalde studierichtingen, maar dat dat later (toen bleek dat er minder studenten binnenkwamen) is afgezwakt: natuur- en gezondheid is natuurlijk ook goed.
Kortom: de inhoud en de werkelijkheid is maar ene zeer beperkt deel van de zaken die spelen. En omdat inhoud en werkelijkheid bij uitstek het domein van de docent en niet van de managers en de politiek zijn, zijn managers al helemaal niet geintyeresseerd in inhoud en werkelijkheid. Zij zijn geinteresseerd in proceduires, afspraken en overeenkomsten. Waarover begrijpen ze toch niet en dat hoeft ook niet: een echte bestuurder bestuurt vandaag een provincie hoofdstad en morgen een Hogeschool.
Een bewindspersoon
hoeft volgens Netelenbosch helemaal geen verstand te hebben van een vakgebied.
Als zhij eenmaal het kunstje heeft geleerd op een bepaald gebied (onderwijs) kan zhij zonder problemen elk ander gebied (rijkswaterstaat) ook prima managen.
Inhoudelijke kennis verstoort alleen maar de procesmatige helicopter-view die een manager nodig heeft.
Geen wonder dat dat de management-hype die ook onder leerlingen en studenten (heeft? ge-) heerst niet uitnodigt tot vakinhoudelijke kennis. “Aansturen” van mensen die het werk doen is veel “leuker” dan zelf aan het werk te gaan.