Officiele reactie ministerie op Rinnooy Kan

Hij is er eindelijk: de officiele reactie van het ministerie op Rinnooy Kan.

Meest opvallende zin:

Om zeker te zijn dat deze aanpak slaagt, kiest het kabinet voor een andere mix van maatregelen dan de commissie.

In het rapport (te downloaden via bovenstaande link) wordt duidelijk dat het ministerie onder andere het belonen van leraren naar opleidingsniveau, zoals voorgesteld door Rinnooy Kan, niet overneemt. Ze laat dit allemaal aan de ‘sociale partners’ over.

9 Reacties

  1. teleurgesteld
    Ik ben niet boos, maar ik ben teleurgesteld. Weet je hoe die partners met dat geld omgaan? Ik wel. Zal ik eens wat verklappen? Het geld gaat niet naar de docenten. Belonen naar opleidingsniveau = meer geld voor het management.

  2. Teleurgesteld met tegemoetwerkende kracht
    want ik moet het nog eens even heel erg goed doorlezen: maar dat de opleiding in de ‘bek’ van de sociale partners belandt, betekent dat je het wel kunt schudden.

  3. Doe jij het licht uit en de deur op slot, Ralph?
    Gezien enkele punten uit de reactie van het ministerie op Rinnooy Kan, kunnen we BON opheffen en de zaak afsluiten:

    1.Leraren kunnen rekenen op een betere beloning.
    2.De waardering voor het leraarschap moet omhoog.
    3. Het lerarenplan moet zorgen voor een stevige impuls aan de kwaliteit van het lerarenkorps en daarmee aan de kwaliteit van het onderwijs.
    4. De kwaliteit van de lerarenopleidingen fors verbeteren.
    5. De leraar moet als het ware weer terug op een voetstuk.
    6. Het kabinet kiest niet voor een generieke salarisverhoging, maar wil de extra middelen voor een betere beloning doelgericht en op basis van functioneren inzetten.
    7. Het kabinet wil de participatie van leraren bevorderen. Zo wil het kabinet toe naar een 40-urige werkweek voor leraren als standaardnorm, op basis van vrijwilligheid. Met een daarbij passend hoger inkomen. Het kabinet wil bovendien de participatie van oudere leraren verhogen.
    8. Andere maatregelen uit het actieplan hebben betrekking op de positie van de leraar in de school, op de lerarenopleidingen en de professionaliteit van de school. Zo moet er een beroepsvereniging voor leraren komen, op te richten door leraren.
    9. Met de lerarenopleidingen worden concrete afspraken gemaakt over het vaststellen van gezamenlijke eindtermen en eindtoetsen.

    • In 2008 van 18 naar 15
      In 2008 van 18 naar 15 treden, lijkt mij te voorzichtig. In 2012 van 15 naar 12. Verder bij goed functioneren een verhoging, geen autom. verhoging meer. Wel worden de voorwaarden van het goed functioneren in de cao vastgelegd, dus geen willekeur meer vanuit schoolleidingen, iets wat positief te noemen is. Alleen wat verstaat men onder ‘goed functioneren’ ? Leuk om daar als sociale partners een invulling aan te geven. Men streeft binnen het HAVO/VWO naar 50% LC/LD (dit laatste rond de 30%…..), ogenschijnlijk wordt opleiding deels gekoppeld aan een hogere schaal, echter ik vind dit onderdeel in de beleidsreactie wat vaag.

  4. Werk aan de winkel
    BON wordt betrokken bij de oprichting van een nieuwe beroepsvereniging voor leraren:
    “We vinden het belangrijk dat bij de oprichting van een beroepsvereniging behalve de SBL, vakbonden en vakinhoudelijke verenigingen óók individuele leraren en een organisatie als Beter Onderwijs Nederland betrokken worden.”

  5. Toch weer %$#$$#$(aangepast door moderator. J.J.)
    Het was te verwachten: De effecten van HOS en FUWASYS worden niet ongedaan gemaakt. Rinnooy Kan wordt niet uitgevoerd, het advies voor mijn jonge academisch gevormde collega’s kan niet anders luiden dan: inpakken en wegwezen!

  6. Plasterk’s plannen
    In de volkskrant staat: oudere leraar betaalt junior docent:

    www.volkskrant.nl/binnenland/article481263.ece/Oude_leraar_draait_op_voor_hoger_loon_junior

    Het loongebouw in het onderwijs is nu langzamerhand een merkwaardig lappendeken: jarenlang is dan de ene groep een beetje ontzien, dan heeft de andere groep weer wat extra gekregen, daar is weer wat bij gedaaan en daar is weer wat afgehaald. -Dit wordt niet ongedaan gemaakt door Plasterk’s plannen.

    De groep die wellicht, nogal ongelukkig, steeds achter de feiten aanloopt, heeft redenen om zich teleurgesteld te voelen: een automatische overstap naar een andere schaal zit er (nog) niet in. Maar dit is wel de docent die in de toekomst de nieuwe docent moet begeleiden, en die daarvoor in de toekomst ook meer uren moet maken. En waar zijn beter betaalde, ietwat oudere collega’s nog recht heeft (en houdt) op bapo dagen, wordt dit recht voor hem/haar afgeschaft. Ook het verkorten van de schalen is weer een maatregel die op zich goed is, zeker voornieuwkomers, maar die voor de groep zittende leraren niet altijd soelaas biedt: zij zitten nu ongeveer aan het eind van schaal LB, en profiteren (alweer) niet.

    Daarentegen lijkt de FUWA wel ongedaan gemaakt: de eerste grader maakt wel weer KANS op een hogere schaal, zelfs LD: maar die kans wordt bepaald door de schoolleider, en is afhankelijk van je prestatie en je inzet. Hoe dat in de praktijk gaat blijft nog koffiedik kijken.

    Ton van Haperen zette gisteren in het debat, NOVA, wat mij betreft de toon: kritisch en nog steeds de HOS niet vergeten. -Het zou wel aardig zijn als men de slachtoffers van de HOS in dit nieuwe voorstel had willen compenseren: want ook al roept men dat dit al X jaren geleden is, de verschillen in beloning waarover we spreken zijn nog steeds te herleiden tot de HOS.

    Aan de andere kant: ik beschouw dit als een begin. Alle overige maatregelen lijken me prima: eindtermen, kwaliteit, enz.

Reacties zijn gesloten.