Interessant artikel van Gerard Reijn in de VK, vandaag: een onderzoeker in Nijmegen laat zien dat er tegenwoordig veel minder zesjes zijn dan vroeger.
Nijmegen Een stukje Nederlandse cultuur is verloren gegaan: de zesjescultuur. Nog begin september kuste premier Balkenende dit cliché over de Nederlandse volksaard wakker door op te roepen de ‘mentaliteit van middelmatigheid’ achter ons te laten. Hij bleek toen al op zijn wenken te zijn bediend.
Filosoof Ron Welters van de Radboud Universiteit Nijmegen vroeg voor een artikel in het universiteitsblad Vox bij de studentenadministratie welk aandeel de zes had onder de tentamencijfers, voorzover voldoenden. In 1984, het eerste jaar dat de universiteit de cijfers digitaal opsloeg, was 45 procent van de voldoendes een zes. Sindsdien is dat percentage scherp gedaald, tot rond 33 procent vanaf 2000. En dan worden die zessen nog vooral gehaald in de eerste paar jaar van de studie. Studierichtingen die erom bekendstaan dat daar mensen met matige motivatie naar toe gaan, scoren veel hoger op zessen. Bij rechten is het zelfs de helft.
Hij keek niet naar de onvoldoenden. Essentie van de zesjescultuur is immers: slagen met zo weinig mogelijk inspanning, met een 6 dus. Hij kent alleen de cijfers van de Radboud Universiteit Nijmegen, maar kan geen reden bedenken waarom de trend elders anders zou zijn.
Welters denkt niet dat de teloorgang van de zes kan worden verklaard door soepeler beoordelingen. ‘Leraren zullen misschien geneigd zijn van een 5 een 6 te maken, dus dan zou je juist méér zessen moeten krijgen.’
Welters kan niet anders dan concluderen dat de zesjescultuur, tenminste aan de universiteit, niet meer bestaat. Het oprakelen ervan maakt alleen maar duidelijk dat de term ‘het afvoerputje van onbestemde sentimenten’ is. Is dan sprake van een overspannen prestatiecultuur? Welters: ‘Het ligt voor de hand om dat te concluderen.’
Groepsopdrachten / niet nakijken
Ik denk dat er relatief vaak een 7 gegeven wordt voor een scriptie die een docent niet of nauwelijks heeft nagekeken. Een zeven, dan zeurt niemand.
Verder wordt groepswerk ook vaak beoordeeld voor de groep als geheel. Ik denk dat er dan intern een onderscheid is tussen onvoldoende / voldoende / goed.
En moet je dat in cijfers weergeven dan krijg je iets als 5 , 7, 9 (eerder dan een variant met een 6 erbij).
Om te concluderen dat er nu eerder een prestatiecultuur is, lijkt me erg kort door de bocht.
Overigens: het simpele “grade inflation” kan toch gewoon betekenen dat de modus van de cijferverdeling opschuift van 6 naar 7: als je van een 5 een 6 maakt, dan moet je bijna wel van een 6 een 7 maken.
Voor mij is de redenatie van Welters verre van duidelijk
Andere studenten?
Wellicht heeft Welters er niet aan gedacht dat er wel erg veel Duitsers in Nijmegen studeren. Juist waar de zesjescultuur erg zichtbaar is, bij de studie rechten, vind je geen enkele Duitser. Die hebben namelijk niets aan een Nederlandse rechtenstudie. De resultaten van Welters onderzoek, lijken me daarom niet zo vreemd.
Het venijn…
…zit in de staart.
Twee artikellen uit VOX: Bart Prakken (p18) en Ron Welters (p26) over zesjescultuur.
Artikel Welters verschilt van krantebericht
Wat kunnen kranten je toch op het verkeerde been zetten.
Het artikel van Welters zelf legt de link tussen “zesjescultuur”van studenten en die van de opleiding.
Dat is ook in mijn ervaring volledig juist.
Wat hij nu precies probeert te zeggen met zijn meting naar het aantal zesjes is me echter ook in het artikel niet geheel duidelijk. Zesjescultuur staat ook bij hem niet voor een cultuur waarin relatief vaak een zes wordt gescoord/gegeven. Daarmee geeft hij aan dat het aantal zessen kennelijk niet vreselijk belangrijk is als je een prestatiecultuur wilt als zesjescultuur wilt beschrijven. Ook legt hij, zoals alle verstandige mensen, de schuld of oorzaak niet bij de student.
De column van MGT …
… op pagina 4 mag er ook zijn: Een zesje, Jan Peter, betekent niet dat de student lui was, maar dat de docent er geen zin meer in had. Een zesje betekent duwen, trekken, slepen, sleuren, nat houden, spugen, en nog is het niks. Zesjes zijn de prijs die we betalen voor het pay-per-bul-systeem. Jij wilde hogere rendementscijfers? Wij draaien zesjes./Mgt
De zesjescultuur bestaat
De zesjescultuur bestaat niet meer omdat leerlingen en studenten ook wel doorhebben dat hun opleiding weinig meer voorstelt. Op de scholen waar ik de afgelopen jaren heb lesgegeven is het al jaren zo dat iedereen zich probeert te onderscheiden (door extra examenvakken, door hoge cijfers, door een ‘VWO-plus’ verbredingstraject). Dat het gewone VWO, dat eigenlijk gewoon De Hoogste Opleiding zou moeten zijn, tegenwoordig een nogal matig niveau heeft ziet iedereen, vandaar die drang zich te onderscheiden.
Op het WO precies hetzelfde. Gewoon 1 als gemiddeld moeilijk bekend staande studie doen wil niemand meer. Het moeten minstens twee studies zijn, of je moet cum laude afstuderen, of er een bestuursfunctie naast hebben gehad, of deelgenomen hebben aan het Talentenprogramma, of op het University College hebben gezeten, of een semester aan een prestigieuze buitenlandse uni hebben gestudeerd.
Het is droevig maar waar: we hebben geen zesjescultuur meer juist door de verlaging van het algemene niveau.
Andere oorzaak
Een andere oorzaak kan zijn dat het cijfer 6 voorbehouden is voor werkstukken die eigenlijk onvoldoende zijn. Daar er verwacht wordt dat er bepaalde slagingspercentages gehaald worden en om de studenten gemotiveerd te houden wordt er hoog gecijferd. Eigenlijk begint het pas bij een 7 daar de studenten heel goed weten dat mensen die geholpen worden een 6 krijgen. Een moderne 6 is dus eigenlijk een 5 of nog minder.
Corgi