Zojuist het boek van Theo Thijssen ‘De gelukkige klas’ gelezen. Een haast ontroerende ondersteuning van de doelstellingen van BON !
2 Reacties
Wat precies? Daar kunnen we in de publiciteit vast iets goeds mee doen. Kun je ook onder woorden brengen welke aspecten van het boek de BON-doelstellingen ondersteunen?
Het boek staat nu zo in de belangstelling, daar kunnen we op inspelen.
Ondersteuning van BON De kernpunten
Geef de docent zijn vak terug.
Organiseer goed onderwijs door hoogopgeleide docenten.
Het grootste deel van het onderwijsbudget moet gaan naar het primaire proces.
Het management moet in dienst staan van het primaire proces.
Zeggenschap over de inrichting van het onderwijs binnen de instituten moet liggen bij leraren en docenten.
‘De gelukkige klas’ is een beschrijving van het primaire onderwijs en de eerste twee kernpunten van BON, hoe belangrijk ook voor het voortgezette onderwijs, spelen er geen rol. Maar de andere drie kernpunten werden voor mij als lezer nog eens indringend geïllustreerd. In het primaire onderwijs gaat het er toch om dat de onderwijzer kans ziet op zijn eigen wijze de kinderen de basisvaardigheden bij te brengen, waarbij het management en de inspectie slechts een zeer secundaire (ondersteunende) rol dienen te hebben. De onderwijzer moet een band met zijn klas zien op te bouwen, waarvoor het trachten zich in te leven in de belevenissen en capaciteiten van de individuele leerlingen essentieel is. Het is daarbij ook belangrijk dat de onderwijzer één of meerder keren bij de overgang met de klas meegaat. Om zijn taak goed te kunnen vervullen dient de autoriteit van de onderwijzer of onderwijzeres onaantastbaar te zijn voor ouders en leerlingen.
Jan Siebelink vat het in zijn nawoord samen met de eerste zin: ‘Er was eens, in de jaren zeventig van de vorige eeuw, een minister van onderwijs die ouders opriep om, wanneer het hun goed dacht, de klas van hun kinderen binnen te lopen. Nooit eerder had een minister van onderwijs zo weinig van het onderwijs begrepen. Geen enkel besef had hij van het precaire evenwicht tussen leerkracht en klas. Juist dat subtiele spel is met groot inlevingsvermogen weergegeven in De gelukkige klas.’
Reacties zijn gesloten.
Copyright & kopiëren; 2024|WordPress thema door MH Themes
Wat precies?
Daar kunnen we in de publiciteit vast iets goeds mee doen. Kun je ook onder woorden brengen welke aspecten van het boek de BON-doelstellingen ondersteunen?
Het boek staat nu zo in de belangstelling, daar kunnen we op inspelen.
Ondersteuning van BON
De kernpunten
Geef de docent zijn vak terug.
Organiseer goed onderwijs door hoogopgeleide docenten.
Het grootste deel van het onderwijsbudget moet gaan naar het primaire proces.
Het management moet in dienst staan van het primaire proces.
Zeggenschap over de inrichting van het onderwijs binnen de instituten moet liggen bij leraren en docenten.
‘De gelukkige klas’ is een beschrijving van het primaire onderwijs en de eerste twee kernpunten van BON, hoe belangrijk ook voor het voortgezette onderwijs, spelen er geen rol. Maar de andere drie kernpunten werden voor mij als lezer nog eens indringend geïllustreerd. In het primaire onderwijs gaat het er toch om dat de onderwijzer kans ziet op zijn eigen wijze de kinderen de basisvaardigheden bij te brengen, waarbij het management en de inspectie slechts een zeer secundaire (ondersteunende) rol dienen te hebben. De onderwijzer moet een band met zijn klas zien op te bouwen, waarvoor het trachten zich in te leven in de belevenissen en capaciteiten van de individuele leerlingen essentieel is. Het is daarbij ook belangrijk dat de onderwijzer één of meerder keren bij de overgang met de klas meegaat. Om zijn taak goed te kunnen vervullen dient de autoriteit van de onderwijzer of onderwijzeres onaantastbaar te zijn voor ouders en leerlingen.
Jan Siebelink vat het in zijn nawoord samen met de eerste zin: ‘Er was eens, in de jaren zeventig van de vorige eeuw, een minister van onderwijs die ouders opriep om, wanneer het hun goed dacht, de klas van hun kinderen binnen te lopen. Nooit eerder had een minister van onderwijs zo weinig van het onderwijs begrepen. Geen enkel besef had hij van het precaire evenwicht tussen leerkracht en klas. Juist dat subtiele spel is met groot inlevingsvermogen weergegeven in De gelukkige klas.’