Werkstukken…. gemaakt door de ouders

NRC van vandaag. Ouders maken de werkstukken. Vallen niet door de mand, want die dingen worden nauwelijks nagekeken.

Eindelijk de papieren wereld zoals de boven ons gestelden m graag zien. Vanuit de vrijstaande woning, uitkijkend op het weiland.

55 Reacties

  1. Het lijkt me een duidelijk
    signaal aan de scholen dat er onderling te weinig afstemming is wat betreft de planning van opdrachten en toetsen. Dit gaat op de school van mijn zoon ook vaak mis, maar als je dit aankaart, stuit je als ouder inderdaad op een muur. Hij krijgt allerlei schrijfopdrachten die kant noch wal slaan. Vaak sluiten ze bij de talen niet aan bij het aanwezige vocabulaire of bij de rest van het programma.

    • Wat leren ze er van?
      Inderdaad zou de onderlinge afstemming e.d. beter kunnen, maar mij gaat het om het principiële punt: wat LEREN ze er van?
      Het kost veel tijd, wordt zowel op taal als op inhoud kennelijk (en helaas begrijpelijk) niet nagekeken.
      Ik denk dat het leereffect werkelijk negatief is. De kinderen kunnen beter in bed blijven liggen, desnoods voor de tv, dan een dergelijk werkstuk maken. Er wordt namelijk gesuggereerd dat ze wat leren en dat ze een bepaalde kwaliteit leveren (de zeven). Terwijl ik van mijn eigen kinderen weet dat de kwaliteit van de werkstukken echt dramatisch is. De kwaliteit avn de opdrachten overigens ook.

      • Precies, bij sommige
        opdrachten, zoals een practicumverslag veel, maar bij de meeste andere opdrachten heel weinig. Vooral copy-paste.

    • Een forum is
      geduldig en je kunt steeds het zelfde blijven herhalen, maar herhalen is niet het zelfde als overtuigen.

      • De kracht van de herhaling
        en was dít maar zichtbaar te maken: onze moeizame terugtocht,
        hoe laat het werd, de eenmalige scherpte van een overweldigend

        decor, het dode gewicht. Vastgenageld. ‘Nou moet jij vragen wát!’
        Opstaan of blijven liggen, liggen of blijven opstaan, ook ’s nachts

        wist deze wonderbaarlijke vermenigvuldiging van geen ophouden,
        pak vast m’n hand. ‘Hallo?’ De kracht van de herhaling. ‘Halló?’

        Alfred Schaffer

        Overigens: Herhaal uzelf.
        Herhaling is een belangrijke kracht in reclame.

  2. Nederlabd discrimineert
    Als je je zo druk maakt over de integratie van allochtonen moet je nalaten voor hen extra barri`eres op te richten. HAVO en VWO met veel werkstukken is zo’n barri`ere. Ook zonder dat hoogopgeleide ouders voor hun kinderen de werkstukken maken want het zich goed in het Nederlands uitfrukken is voor kinderen van niet Nederlandssprekende ouders moeilijker dan voor kinderen van hoogopgeleide Nederlandstalige ouders. NEDERLAND DISCRIMINEERT

      • werkstukken
        Waar gaat dit allemaal over?
        Waarom niet eens reageren op de opmerking dat onze kinderen van docenten in het voortgezet onderwijs domme opdrachten krijgen? Overigens is het maken van een werkstuk een heel goede opdracht, mits die opdracht aansluit bij de leerstof en een leerling ook precies weet wat er van hem/haar wordt verwacht. Docenten weten zelf niet wat ze van een leerling moeten verwachten, dus daar wordt dus ook geen aandacht aan besteed.
        Vandaar dat ouders hun kinderen daarbij moeten helpen, soms tot diep in de nacht.

        Docenten weten niet hoe ze een werkstuk moeten beoordelen. Dus worden er veel zeventjes gegeven, zonder commentaar, zonder pluim, zonder enige aantekening waaruit blijkt dat het werkstuk is gelezen.
        Docenten hebben geen benul van de tijd die leerlingen in een werkstuk steken, gewoon omdat ze er geen interesse voor hebben (geen tijd?). Als zij nu eens zouden beginnen met het begeleiden van leerlingen bij het maken van een werkstuk!

        Twee kinderen op verschillende VWO’s. En dat geldt dus niet alleen voor mijn kinderen, hetzelfde speelt op andere scholen.
        Ik herken de muur die wordt opgetrokken als je dit op een ouderavond aan de orde wil stellen.
        De BON geeft mij ook geen vertrouwen, ik hoor te veel de mantra ‘de macht terug bij de docent’. De macht bij de docenten heeft er juist toe geleid dat iedereen maar wat doet, dat er geen afstemming is, dat beleid niet wordt uitgevoerd. Daar zijn leerlingen de dupe van (en hun ouders).

        • @Scotch
          Beste Scotch,

          De werkstukkencultuur is nu juist beleid dat wel wordt uitgevoerd. De overheid wil graag werkstukken (dat is 1 van de ‘zegeningen’ van het studiehuis). Nakijken en begeleiden van werkstukken (iedere leerling een ander onderwerp) is veel te intensief, leraren hebben daar geen tijd voor. Net als dat er geen tijd voor is om leerlingen individueel les te geven. Daarom is er ooit ‘besloten’ om klassikaal onderwijs te geven en te toetsen via identieke schriftelijke examens. Individueel lesgeven en toetsen via werkstukken is misschien op zich wel beter, maar is vele malen duurder. Bent u bereid 50% meer belasting te gaan betalen om dit mogelijk te maken? De meeste Nederlanders zijn dat niet.

        • Laat mij je dan een ander verhaal doen
          Leerlingen krijgen bij mij altijd een beoordelingsformulier terug. Meestal 10 punten waarop ik beoordeel waarvoor 10 punten te scoren zijn. Ik zal niet bij elke leerling alle 10 de punten bespreken bij de ruimte voor toelichting, maar geef toch meestal wel aan als zij zeer slecht scoren op een onderdeel waarom dat zo is, of wanneer ze zeer goed scoren waarom ik dat dan goed vond. Het beoordelingsformulier is meteen hun “tentamenbriefje” (bewijs). Kunnen ze thuis laten zien, als pa of ma heeft meegeholpen 😉
          Een (historisch) onderzoek is nooit zomaar “schrijf maar een werkstuk over de Egyptenaren”. Mijn opdrachten hebben ’n lijstje met onderdelen waaruit blijkt wat er van ze wordt verwacht. Vaak licht ik dat in de les ook nog toe. Dat vervolgens niet iedereen doet wat wordt opgegeven en vervolgens ook nog verzuimt mij om opheldering te vragen, tja …

          Werkstukken in lagere klassen dan de eindexamenklassen zouden voor mijn vak en in mijn opinie een goede vingeroefening moeten zijn voor de opdrachten die verplicht in het schoolexamen zitten: een praktische opdracht en een historisch onderzoek.

          Wat betreft tijd herken ik je “frustratie” wel. Anderzijds is het iets waarin docenten – ik in ieder geval – de leerlingen ook af moeten remmen. Bijvoorbeeld het pws; voor havo staat daar 40 uur voor. Mijn leerlingen MOETEN bij mij een logboek plus urenverantwoording bijhouden. Juist om te voorkomen dat leerlingen veel te veel tijd in een opdracht steken. Iets wat je niet altijd de docenten, maar ook de leerlingen zelf kunt verwijten: vanwege onzekerheid of de wens een goed produkt in te leveren, besteden ze er meer tijd aan dan nodig is. Ondanks logboek, ondanks mijn aandringen op afbakenen, komen sommigen dan toch met een logboek met dubbele tijdsinvestering. Wie valt er dan iets te verwijten?

          • Logboeken
            Ja, ja, die logboeken. Geen mens kan controleren wat er van klopt. Het idee alleen al dat iemand dat zou gaan controleren is bespottelijk.
            Ik wil me graag aansluiten bij 1945: dit is weer de papieren werkelijkheid die de leidinggevenden zo graag zien.
            PTA’s, studiewijzers, logboeken, werkstukken, verslagen: allemaal papier dat een volstrekt willekeurige relatie met de realiteit heeft. Bureaucratie in optima forma.
            Laten wij ons nu toch beperken tot die zaken die we wèl kunnen meten en controleren. Dat lijkt me doelmatiger en veel beter voor het onderwijs.

          • Studieplanners
            vind ik wel een goed instrument. Leerlingen moeten de kans krijgen om hun huiswerk goed te plannen. Mijn zoon wordt maar al te vaak overvallen. Sommige docenten hebben wel een goede planner: een verademing, vinden we beiden.

          • Een logboek ..
            … is niet voor mij, maar voor de leerling zelf. Let wel, de meeste van mijn leerlingen zijn afkomstig van reguliere scholen uit de regio. Als je hen voorlegt een werkstuk te maken waar 40 c.q. 80 studielasturen voor staan, hebben maar weinigen een idee van de omvang. “Hoeveel pagina’s?” is dan de vraag, maar ik beoordeel ’n werkstuk op de kwaliteit, niet de kwantiteit. Soms vraag ik me wel eens af wat hen dan op die andere scholen is geleerd over het doen van ’n onderzoekje (de goede niet te na gesproken), vooral als het gaat om afbakenen van het onderwerp/onderzoek. En ik kan best begrijpen dat ouders dezelfde vragen hebben.

            Ik zie echt wel wanneer er 50 uur worden opgevoerd en er maar 15 zijn gemaakt (na al die profielwerkstukken heb je wel ’n idee wat je kunt/mag verwachten voor ongeveer 40 uren). Het gaat mij er meer om dat een havo-leerling na 30 uur werk zich moet realiseren dattie toch echt aan afronden van z’n pws moet gaan denken. En een werkstuk wat er goed uitziet en waarbij een leerling de 40 uur niet haalt – is dat ’n probleem dan?

        • Nut van werkstukken
          De werkstukkencultuur is ontstaan in de periode dat de tweede fase en het studiehuis de scholen werden binnengedragen.
          Het was de zoveelste van bovenaf opgelegde onderwijsvernieuwing waar je als docent ja of ja tegen kon zeggen.
          De zinlose knip/plak aktiviteiten en de wijdverspreide handel en fraude met werkstukken werd door ervaren docenten ruim vantevoren onderkend maar hun bezwaren werden niet serieus genomen.
          Daarom is het goed dat er nu over werkstukken in breder verband discussie ontstaat. Hopelijk dringt dit ook door bij de verantwoordelijke bewindslieden. Ik begrijp Uw bezwaar tegen de mantra ‘de macht terug bij de docent’ maar er wordt vooral mee verwoord dat docenten niet bij machte zijn om zinlose vernieuwlingen op grond van hun ervaring en vakkennis tegen te houden. Docenten zijn verworden tot slaafse uitvoerders van elders bedachte onderwijsprogramma’s en onderwijsmethoden.

          • nut van werkstukken
            Fijn om te lezen dat er ook docenten zijn die vinden dat het anders kan, die leerlingen wel instructie meegeven en denken in doorlopende leerlijnen. Prettig voor uw leerlingen dat ze ook kunnen zien dat hun product is gelezen en dat ze weten waarop ze zijn beoordeeld (wat ze goed hebben gedaan en wat beter kan). Ik hoop dat veel collega’s uw werkwijze gaan volgen.

            Ik hoop ook dat er een bredere duscissie ontstaat over werkstukken, maar die discussie dient zich af te spelen in de scholen en vooral te gaan over hoe docenten hun leerlingen kunnen begeleiden. Zoals u hierboven bij uw collega hebt kunnen zien, het is wel mogelijk, mits je het maar goed organiseert.

            De opmerking dat docenten slaafse uitvoerders zijn geworden van elders bedachte onderwijsprogramma’s en onderwijsmethodes kan ik niet plaatsen. Wat is het alternatief? Dat docenten hun eigen onderwijsprogramma gaan bedenken? Allemaal zelf een methode schrijven? Een methode geeft inzicht in de opbouw van de leerstof, een docent neemt de methode als leidraad en voegt daar het nodige en interessante aan toe. Voor alle vakken in alle leerjaren en alle niveaus is er elke week wel iets actueels te vinden. Dat is iets heel anders dan slaafs volgen.

          • Voorwaarden om te zorgen dat
            het anders kan (nu niet aanwezig):
            – minder tijd voor de klas (zie de positie van docenten in onze buurlanden België en Duitsland), dus meer tijd voor nakijken;
            – minder tijdverlies aan gebeuzel in nutteloze vergaderingen.
            Overigens vandaag nog tien verslagen beoordeeld: heeft me 2,5 uur gekost. Er zitten 32 leerlingen in deze klas. En ik heb eigenlijk vakantie.

          • Werkstukslaaf
            Als natuurkunde-docent heb ik mijn hele loopbaan te maken gehad met ‘werkstukken’ in de vorm van prakticumverslagen. Dat heb ik altijd ervaren als een zeer zinvolle confrontatie tussen theorie en praktijk. Als wiskunde-docent kreeg ik in de tweede fase te maken met verplicht voorgeschreven (profiel-) werkstukken. Daar had ik al duidelijk meer moeite met nut en niveau van de leerlingprodukties.
            Daarnaast werden voor alle andere vakken ook profielwerkstukken verplicht. Door die overvloed aan werkstukken verdween het “leuke” daarvan al snel en gingen leerlingen, in mijn ogen heel begrijpelijk, zich er zo gemakkelijk mogelijk vanaf maken. En de docenten volgden.
            Als docent ben je machteloos om iets te doen aan verplichtingen die de wet en het management je opleggen. Vroeger had je een veel grotere ruimte om een eigen weg te zoeken.

          • @scotch
            Uw opmerking over de alternatieven geeft aan dat u weinig tot geen inzicht hebt in wat er zich in de onderwijswereld op het docenttenniveau afspeelt. Hetzelfde voor wat betreft de werkstukken.
            In het ene geval stelt u zich op als de manager die bepaalt wat de docent moet doen, slaafs volgen en in het tweede geval stelt u zich op als de betweterige ouder die wel eens zal bepalen hoe het er in de klas aan toe moet gaan en hoeveel werkstukken en wanneer.
            Ergens anders sneert u over “de macht van de docent” waarin u zich zo kleinerend uitlaat zoals vele managers in het onderwijs die het allemaal beter weten. U lijkt een groot organiserend talent te hebben vermeerderd met een enorm analytisch vermogen, in welke school speelt u voor manager?

            [ Jeronimoon, houd het netjes. Scotch is beleefd en to the point, daar past geen sarcastisch antwoord bij :: MAP ]

        • docenten aan de macht
          Er speelt nog iets anders. En eerlijk gezegd is dat probleem wellicht groter dan enkel “Het NIeuwe Leren”. De laatste 30 jaar is het opleidingsniveau van de docenten gestaag achteruit gegaan. Dat betekent helaas dat er nu relatief veel matige docenten in het onderwijs werken. Het is wellicht vreemd om te zeggen, maar ik durf te beweren dat de collega’s die hier bij BON zijn aangesloten gemiddeld gezien tot de betere docenten behoren. In ieder geval gemiddeld een betere opleiding hebben.
          HNL en we werkstuk cultuur wordt van boven af door de strot geduwd, maar het is helaas ook zo dat een redelijk groot deel van de docenten dat eigenlijk wel best vindt. Hoe minder vakinhoud ze moeten uitleggen, hoe gemakkelijker dat voor hen is. Diezelfde docenten zullen ook bij werkstukken geen aandacht aan de opdracht en geen aandacht aan de beoordeling besteden. Dat maakt die situatiue nog vervelender dan het anders al zou wezen.

          Het mantra: de macht aan de docenten kent wat ons betreft de begrenzing dat het docenten moeten zijn die hun vak en hun beroep verstaan (vak wiskunde, beroep leraar bedoel ik). Het is moeilijk om daar objectieve maatstaven voor te bedenken en de discussie wordt vaak gevoerd. Maar wat de individuele nuances hierover ook moge zijn, een goede vakopleiding is hiervoor een noodzakelijke voorwaarde. Dus een leraar Duits die zelf uitstekend Duits spreekt en schrijft, de literatuur kent en vanzelfsprekend goed met leerlingen om kan gaan. Niet een leraar gymnastiek die in de vakanties naar Duitsland gaat. Maar ook een leraar installatietechniek die zijn vak verstaat, of een kok die uit het juiste hout gesneden is als leraar op een koksopleiding.

          Wij denken dat als de vakbekwame docent weer de ruimte krijgt om zijn beroep uit te oefenen, dat we dan veel onnodig leerlingen- (ouders-) en docenten werk af zullen zijn.

  3. AHA!
    Nu begrijp ik waarom sommige ouders ‘namens hun kinderen’ zo op de tenen getrapt zijn wanneer een werkstuk onvoldoende wordt teruggegeven!
    Neerlandici? Wat is de overtreffende trap van triest? Triest, triester, triestst?

      • @Scotch: wie denkt u?
        1) Ouders frauderen door het werk van hun kinderen te doen
        2) Hopelijk schamen ze zich daar voor
        3) Ze doen het ook nog eens een keer niet goed
        4) Dubbel onvoldoende dus: moreel en inhoudelijk
        5) Ik denk dus, dat de ouders zich dubbel gekwetst voelen. U niet?

        PS nog even afgezien van het goede (ironieteken) voorbeeld dat ze daarmee geven aan hun kinderen in Nederland Zielepietenland (sarcasmeteken)

        • fraude?
          Wat een verzuurde reactie zeg.
          Is het geen tijd on iets anders te gaan doen? Buiten het onderwijs, ver weg van kinderen die de boel alleen maar oplichten, kantjes eraf lopen, calculerend door het leven rollen, hun huiswerk versloffen, te laat overal aan beginnen, knippen en plakken, en daarbij gedekt worden door (domme) frauderende ouders, die op ouderavonden ook nog eens vragen stellen over de belabberde (nooit kloppende) studiewijzers en bovendien commentaar hebben op de matige kennisoverdracht?

          • Ja, fraude dus.
            Weet u wat? Ik blijf de dingen gewoon bij de naam noemen terwijl u er een fijn, positief, Nederlands eufemisme voor bedenkt. Zoiets als creatief boekhouden of proletarisch winkelen. Laat uw fantasie maar helemaal de vrije loop.

          • Binnen het onderwijs
            @scotch
            Als ouder zie je één, eigen, kind dat zit te ploeteren met belabberde studiewijzers, werkstukken, kennisoverdracht, enz.
            Als docent heb je te maken met zes klassen van 30 of meer leerlingen met gemiddeld twee ouders.
            Denkt U dat het voor één docent mogelijk is om meer dan 500 klanten op hun wenken te bedienen?
            Er is altijd een percentage frauderende leerlingen; er is altijd een aantal ontevreden ouders; daar moet je mee leren leven.
            Hopelijk kunt U tegen die achtergrond nog eens nadenken over Uw verzuurde reaktie.

          • Reflex
            Beste Scotch, zoals u misschien al was opgevallen heb ik het genoegen om zowel ouder te zijn, als docent. Ik ben hierin niet alleen op het forum, maar dat terzijde. Ik heb al eens aangegeven dat docenten en directies van scholen mijns inziens te snel de reflex vertonen om hun eigen lespraktijk persé te willen verdedigen, zodra er kritiek komt. Dat is voor ouders lastig. Ook vind ik het excuus dat docenten enorm veel leerlingen hebben te bedienen, niet bevredigend.
            Wel vind ik dat ouders eerst moeten informeren, voor ze oordelen. Het beoordelen van verslagen is erg tijdrovend en soms ben je gedwongen om dat tijdelijk dan maar minder prioriteit te geven. Docenten hebben ook recht op vrije tijd en een privéleven; daar wordt al een groot beslag op gelegd onder het huidige bewind. De conclusie die wij binnen de sectie hebben getrokken, is dat we volgend jaar geen verslagen meer laten maken, maar leerlingen op school opdrachten laten vervullen.

          • Reflex
            Beste Fritzi, ook ik bezoek dit forum niet alleen als ouder. Ik weet dat het beoordelen van verslagen tijdrovend is, maar leerlingen hebben daar recht op. Zo alleen leren ze hoe het beter kan, of worden ze bevestigd in wat ze al kunnen.

            Het is ook geen voorschrift dat ieder vak werkstukken moet laten maken, maar daar lijkt het soms wel op.
            Een school moet dus beleid maken op ‘werkstukken en presentaties’. Dus afstemmen: wat voor eisen per leerjaar, hoeveel en welke schriftelijke opdrachten in een leerjaar, welke vakken in welke periode? Waar moet het werkstuk aan voldoen (ook dat per leerjaar formuleren)?
            Overigens zou ik er voor willen pleiten dat opdrachten altijd op school worden gemaakt en dat er tussenproducten worden ingeleverd (en becommentaireerd of besproken). Maar dat is heel goed te doen als je met andere vakken en de sectie Nederlands hierover afspraken hebt gemaakt.

          • Leerlingen hebben daar recht op
            Als docenten ze laten maken, mogen leerlingen verwachten dat docenten het werk serieus nakijken, dat is zo. Anderzijds mogen docenten verwachten dat leerlingen hun werkstukken niet van internet plukken en dat gebeurt maar al te vaak. Dat eisen beter op elkaar moeten worden afgestemd, ben ik met je eens. Waarom moeten er afspraken gemaakt met de sectie Nederlands?

          • Afspraken met sectie Nederlands
            Ik denk dat Scotch erop doelt dat de docent Nederlands de vorm moet beoordelen. Daar ben ik helemaal voor, dat is zijn vak en niet het vak van de docent wiskunde/natuurkunde/…. De beoordeling van de inhoud is natuurlijk voor de rekening van de docent met inhoudelijke kennis over het onderwerp van het werkstuk.

          • Ondoenlijk
            Mij kost het gedegen nakijken van een werkstuk minstens een half uur.
            Als vervolgens de leraar nederlands de taalkundige correctie ter hand moet nemen; de natuurkundige begrippen gescheiden van het abn beoordeeld; een gezamenlijk oordeel gevormd; kost dat minstens een kwartier extra nakijkwerk en een kwartier overleg.
            En dan wordt de docent nederlands ook nog eens aangesproken door meerdere examenvakken.
            Mij lijkt dit voorstel niet haalbaar. Bovendien horen docenten in zaakvakken zelf voldoende bekwaam te zijn in het Nederlands.

          • Re: ondoenlijk
            Ondoenlijk met het huidige aantal werkstukken. Dan moet je dus niet 30 werkstukken per jaar laten maken, maar 3 (voor alle vakken samen).

            Dat er over de verschillende vakken heen gekeken wordt naar de vordering in de schrijfvaardigheid van leerlingen lijkt mij belangrijk. De enige die dat kan doen is de leraar Nederlands.

            Natuurlijk horen docenten in zaakvakken zelf idealiter voldoende bekwaam te zijn in het Nederlands. Tegenwoordig mag je echter al blij zijn als ze hun eigen vak verstaan.

          • Juist
            De boosdoener is het grote aantal werkstukken voor te veel vakken. Daar ageert ook scotch naar mijn idee tegen. En dat grote aantal werkstukken is veroorzaakt door het democratische principe “alle vakken gelijk”.
            Daar zit de angel!

          • Re: reflex
            Scotch schrijft:

            Beste Fritzi, ook ik bezoek dit forum niet alleen als ouder.

            Wat bent u dan nog meer Scotch? Gezien uw wens om meer beleid te ontwikkelen bent u misschien beleidsmedewerker of werkt u bij een onderwijsadviesbureau?

          • maar leerlingen op school opdrachten laten vervullen.
            @ Fritzi
            Maar als de leerlingen de opdrachten op school moeten maken, vragen ze of ze het niet thuis mogen maken. Ik begrijp nu eindelijk waarom. Hoe kon ik zo dom zijn.

            @ Scotch
            Als je een neiuw beroep gaat uitoefenen waarvoor enig niveau wordt gevraagd moet je daar tegenwoordig een scholing of in elk geval een bijscholing voor hebben. Docenten krijgen nooit enige scholing wanneer er veranderingen zijn. Het geld dat daarvoor beschikbaar is, gaat naar managers en afdelingsleiders zodat deze nog beter leren hij ze moeten delegeren.
            Het enige wat een docent kan verwachten is een scholing op locatie, waarbij alle neuzen dezelfde kant op moeten gaan staan (=slaafs). En wee de docent die hierover een kritische opmwerking maakt, deze wordt geïntimideerd of weggewerkt. Is dat in uw beroep ook zo Scotch? Wat denkt u waarom er een groot lerarentekort dreigt? Weet u wat, ik schenk u mijn baan, dan weet u eindelijk eens wat het betekent om docent te zijn!

  4. Wie maakt een werkstuk?
    Bij mijn eigen vak natuurkunde moeten de leerlingen in elke bovenbouwklas havo/vwo een praktische opdracht per jaar maken en in het examenjaar nog een profielwerkstuk (de meeste nt-leerlingen kiezen natuurkunde voor hun pws). Door de opdrachten goed te kiezen – en dat kan vrij eenvoudig bij natuurkunde – kun je bereiken, dat de leerlingen de opdracht ook zelf uitvoeren. Bij natuurkunde moet het werkstuk altijd draaien om een op school uitgevoerd experiment. Je ziet de leerlingen dus bezig zijn, en soms ook niet.
    Daarna begint het probleem. Er zijn groepjes die praktisch zonder hulp het verslag maken. Zichtbaar door de nog kinderlijke stijl.
    De meeste groepjes krijgen wel op een of andere manier hulp. Zichtbaar door de volwassen schrijfstijl met soms nogal wat schrijffouten. Soms herken je wat vlaamse invloeden. Ook bij het voorbereiden van het experiment krijgen de meeste groepjes hulp. In feite moedig ik ze aan om ter voorbereiding te informeren bij een universiteit en/of laboratorium. Waar eindigt informatie inwinnen en waar begint hulp?
    Lastig te controleren is wie van de 2 of 3 leerlingen van een groepje het meeste werk heeft gedaan. Hoe beoordeel je of en hoeveel hulp er is geweest. Een logboek is meestal een fraaie bladzijde zonder echte informatie. Een beoordelingsmodel loslaten op het werkstuk levert vaak groteske cijfers op.
    Een werkstuk maken is misschien wel eens nuttig -ik twijfel-, maar het werkstuk moeten beoordelen met een cijfer dat meetelt voor het eindexamendossier is naar mijn smaak complete onzin. Maar ja – voorschrift dus. Het enige wat je kunt doen is het aantal werkstukken minimaliseren.
    Een 7 of een 8 voor een werkstuk. Het beste cijfer dat je kunt geven.

  5. Wie maakt een werkstuk – 2?
    Waarom die 7 of een 8 zo’n goed cijfer is?
    Omdat de schoolonderzoekcijfers gemiddeld lager liggen dan de centale eindexamencijfers, is zo’n cijfer een aardig middel om het se-cijfer iets dichter in de buurt te krijgen van het ce-cijfer. Kun je so-s tenminste op examenniveau houden. (Ook zoiets: schoolonderzoeken die meetellen voor het examen op een moment dat de leerlingen nog niet op examenniveau zitten. Maar dat is een ander onderwerp)

  6. Werkstukken
    Werkstukken, die niet in een gecontroleerde omgeving gemaakt zijn, meten wat? Het werkstuk maken heeft tot doel ergens mee bezig te zijn vanuit het idee, al doende leert men. Veel van die werkstukken meten m.n. de handigheid op de computer. De opdracht omvat veel te vaak alleen maar het herordenen van bestaande en ruimschoots beschikbare informatie.
    Werkstukken moeten dus gezien worden als oefening, als voorbereiding op iets zoals bijvoorbeeld een examen. Geef dus feedback op de werkstukken en beoordeel alleen het examen.
    Corgi

    • van de nood een deugd maken
      dan blijft de vraag of men al doende meer leert dan al lezende en cijferende en of het verstandig is om daar de middelbare-schooltijd voor te gebruiken

  7. Onzinnige veronderstelling overigens
    dat leerlingen graag woorden als echter en niettemin gebruiken; ze kunnen ze nauwelijks spellen. Juist als die woorden erin staan, ga ik even googelen.

    • Op werkstukken googelen is niet afdoende
      Maar met googelen vind je niet alles; met Google vind je alleen wat er als bestand (bijv. webpagina, Word-bestand) op het Internet (gelinkt) staat. Waar Google niet bij kan, zijn bestanden (werkstukken) die bijvoorbeeld in een database staan; een database die dan weer toegankelijk is gemaakt via een website met een eigen zoek/sorteer-functie.

      Vergelijk het met een website waarop je reizen kunt boeken: die reizen zijn geen aparte bestanden, maar zitten in een database. Je kunt bepaalde reizen op je scherm krijgen door in te vullen waar je heenwilt en wanneer en voor maximaal hoeveel geld. Google slaat al die losse reizen normaalgesproken niet voor je op (tenzij de website-beheerder daar moeite voor doet), en doet dat bij werkstukken die op een vergelijkbare manier zijn opgeslagen dus ook niet.

      Als je leerlingen op heterdaad op jatwerk wilt betrappen, dan zou je dus niet alleen Google moeten gebruiken, maar ook de diverse websites waar leerlingen werkstukken uit kunnen betrekken moeten napluizen. Dat is niet alleen rotwerk; het is ook onbegonnen werk.

      Voor mij is het grotendeels verschoond kunnen blijven van de nutteloze werkstukkenlast overigens de zoveelste reden om voorlopig alleen in de onderbouw te blijven werken in plaats van ook in de bovenbouw.

      • Technische oplossingen
        Inderdaad: bij dynamische websites (en die zijn in de meerderheid tegenwoordig, denk ik) helpt Googlen niet. Maar.. als Google zelf niet met oplossingen komt, dan zijn er altijd nog de programma’s die werkstukken voor je beoordelen op fraudekans.
        Daar kande school een abonnement op nemen.
        Toch ben ik niet erg gelukkig met die technische oplossingen. Het blijft een ratrace om het bij te houden.

        Een (HBO) collega trekt standaard 15 minuten uit voor een werkstuj beoordeling. Hij vraagt de student(en) bij zich en laat ze vertellen over wat er in staat. Een kwartier is voldoende om het niveau vast te stellen en te beoordelen of ze het zelf goed begrepen hebben wat er in staat.
        Ik vind het niet zo’n gekke gedachte, maar zal in een VO situatie wellicht ondoenlijk zijn.

        Mijn pleidooi: drastisch minderen van het aantal werkstukken, drastisch intensiveren van de begeleiding, drastische verbeteren van de beoordelingen.
        Dat komt in feite neer op nauwelijks meer werkstukken, omdat, als je het goed doet, er enorm veel tijd in gaat zitten. Wel uitermate zinnige tijd, maar ik vraag me toch af of deze werkvorm zoveel extra’s aan leren met zich meeberengt dat het die extra tijd fechtvaardigt.

        • gekke Henkie
          Lenteman,
          Dat doe ik dus : investeren in begeleiding en beoordelen. Moet ik wel drastisch voor overwerken.
          Bovendien incaseer ik nog eens de ondankbaarheid van leerlingen, ouders en sommige mentoren omdat ik plagiaat ontdek en dat levert onvoldoendes op. Ik voel mij soms gekke Henkie.

          • Dat hou je maar een beperkte tijd vol
            Ha Henkie.

            Eigenlijk is goed ondewijs enkel mogelijk als daarvoor de randvoorwaarden bestaan. De gekke Henkies onder ons (meestal wel aangenaam gezelschap overigens) verdoezelen de situatie en branden zichzelf af.

            Maar zoals altijd zitten de korte termijn waarden de lange termijn oplossingen in de weg.

            Ghee.. dat klinkt alsof er over nagedacht is… Maar.. Ik vrees dat het versbedachte onzin is.

        • Oplossingen in de vorm
          Je zou ook kunnen proberen een werkstuk/onderzoek zo te laten doen dat plagiaat welhaast onmogelijk is.
          Geschiedeniswerkstukken vind je te kust en te keur op i-net. Ik heb geen zin meer om me als ’n detective te moeten gedragen en heb daarom mijn (verplichte) historisch onderzoek dan ook anders vormgegeven. In het (heel) kort
          1) Kies een film met historisch thema naar keuze (suggesties gegeven; andere film in overleg mogelijk)
          2) Formuleer een aantal onderzoeksvragen en beantwoord de gegeven onderzoeksvragen
          3) Beschrijf in een kort artikel de periode waarin de film zich afspeelt
          4) Zoek een historische afbeelding, passend bij je artikel en de film en verklaar waarom je deze afbeelding hebt gekozen.
          5) Zoek een filmverslag (op internet) en beantwoord aan de hand van de gegeven vragen waarom jij dit een goede/slechte recensie vind. Geen filmverslag te vinden? Zelf schrijven!
          6) In je conclusie beantwoord je je onderzoeksvragen en geef je antwoord op de vraag of deze film in de klas als historische bron gebruikt zou kunnen worden

          Er zitten meer vragen tussen (m.n. op het gebied van objectiviteit/subjectiviteit) maar zo doe ik ’n nmbm aardig geslaagde poging om de leerlingen toch tenminste zelf na te laten denken en eigen werk te laten produceren. Zo’n eigen opdracht is niet standaard op i-net terug te vinden. Soms merk ik wel dat leerlingen e.e.a. zo omgebouwd hebben dat ’t toch van i-net gekopieerd kan worden maar daar prik ik zo doorheen. In het eindexamenjaar is dan de sanctie niet mis trouwens: fraude, dus uitsluiting van ’t vak.

          Maar ik kan me voorstellen dat het niet mogelijk is alle onderzoeken/werkstukken voor de overige vakken zo om te bouwen dat plagiaat uitgebannen wordt.

        • @Technische oplossingen, van 1_1_1945: Mee eens…
          Lees ook dit artikel en deze van Herbert Blankensteijn: Plagiëren moet lastiger zijn dan zelf schrijven. Dat kan, als de docent even creatief is als de student. Als het voor docenten twee of drie keer zoveel werk is, laat dan twee, drie keer minder vaak een scriptie maken. Als het niet goed kan heeft het geen zin.

Reacties zijn gesloten.