Tetradion politicon
Zijne excellentie Plasterk heft duidelijk gemaakt dat hij niet terugwil naar de toestand van vóór de Mammoethwet en de HOS-nota. We blijven dus zitten met een situatie waarin 4 belangengroepen, de politici, de schoolbesturen met hun managers, de leraren en de studenten/ouders moeten vechten voor hun belangen. Door de stommiteiten van de politici zijn de grote schoolorganisaties oppermachtig geworden. De vakbond van onderwijzers en leraren, die binnen hun organisatie zeer veel belangentegenstellingen kent, is niet in voldoende mate in staat gebleken de belangen van de leraren te beschermen. Ouders hebben zich jarenlang door de mooie praatjes van de schoolbesturen met een kluitje in het riet laten sturen. Bovendien heeft ook het ontstaan van grote scholen met opleidingen van zeer verschillend niveau de verdeeldheid van ouders in hun vertegenwoordigingen op de scholen versterkt. Ook al kennen veel schoolbestuurders geen Latijn: Met “divide et impera” zijn zij zeer vertrouwd.
Je kunt het anders wensen maar binnen de huidige constellatie en kijkend naar de veranderingen die daarin optreden lijkt de oprichting van lerarenmaatschappen een slimme zet. De politici kijken steeds meer naar de resultaten van onderwijsinstellingen en accepteren steeds minder dat zij daarbij zelf als keurmeester optreden. Sommige ROC’s halen hun nieuwe docenten binnen via uitzendbureau’s als b.v. payflex. Deze laatstgenoemde tendens zal zich wel uitbreiden en ze ondermijnt de positie van de leraren verder. De salarissen die de leraren krijgen worden dus voortaan niet alleen afgeroomd door de bureaukratie maar ook de bemiddelingsbureaux pikken daar een deel van in.
Onder deze omstandigheden worden de grote scholenorganisaties weer gedwongen om leraren in dienst te nemen die waarborgen dat de leerlingen de verschillende leervakken voldoende onder de knie krijgen. Georganiseerd in maatschappen kunnen de leraren maximaal profiteren van de nieuwe ontwikkelingen. Scholen huren voor de verschillende vakken een leraar in en het maatschap kan eisen dat deze leraar van allerlei hervormingscircussen en overbodige vergaderingen verstoken blijft en voldoende vrijheid krijgt om zijn lestaak naar eigen inzicht uit te voeren. De scholen zullen dat wel moeten accepteren.
Ik voel wel wat voor de suggestie van Kinrooj-Kan
Seger Weehuizen
tetradion politicon | realpolitik
ben het met bijna alles met je eens : realistische kijk op de verdeling van de macht in het koninkrijk onderwijs ;
ik meende te weten dat maatschappen tussen leraren hier en daar in het onderwijs (zij het weinig) wel voorkomen, of vroeger voorkwamen ; ik dacht dat het (vroeger) de norm was in de vrije scholen, montessori scholen, en ander bijzonder (neutraal) onderwijs ; de kees boeke school (in bilthoven), bijvoorbeeld, werd oorspronkelijk op die basis opgezet ;
om allerlei redenen kwam de klad in de maatschap constructie, “geholpen” door de rijks-salariering van leraren ; het ministerie en de fiscus waren mordicus tegen ;
het idee van maatschappen kan een behoorlijke impuls geven aan beter onderwijs ; het zal zeker tegenwicht geven tegen de regels, de bestuurders en managers in (te) grote scholen, vis à vis teveel bureaucratie en ongeinteresseerdheid ;
maar nog andere effecten zijn ook denkbaar ; wat te denken daarvan dat een maatschap een hele school overneemt, de regels stelt – in plaats van dat de managers/bestuurders/directeuren dat doen ;
of er wordt een maatschap opgezet die specifieke onderwijs methoden adopteert/ontwikkelt/in de aandacht brengt – anders dan HNL, tweede fase, competenties, processen en andere flauwekul, waar nu de lucht vol van is ; of zelfs een maatschap die het klassikaal (leraar>leerlingen) onderwijs uitdraagt ;
zo zijn er veel mogelijkheden, die door een stelsel van onhankelijke maatschappen zouden kunnen worden verwezenlijkt ;
oppassen ! er liggen wel krokodillen op de loer : een maatschap, die groeit, “moet” ge=managed worden, en dat kan gemakkelijk uit de hand lopen ; maar, vooralsnog : maatschappen, een goed idee !
maarten sev
Dat laatste is mijn bezwaar
Als je docent bent, wil je lesgeven, niet managen of er ook nog een bedrijf naast hebben. Bovendien lijkt me de constructie financieel niet gunstig: je moet veel geld in de wacht slepen om ook nog eens je eigen premies, verzekeringen en pensioen op te kunnen brengen. Ik zie dat allemaal niet gebeuren, ook omdat de directies wel aanvoelen dat ze macht uit handen geven als ze maatschappen hun school binnenhalen.
du contract educatif
Natuurlijk, Fritzi, heeft een maatschap en zekere overhead. Het is vervelend voor de leden dat ze zich ook met zakelijke dingen moeten bezig houden. Maar die overhead geldt ook voor de uitzendbureaux waarvan de onderwijsinstellingen in toenemende mate gebruik maken. Dat geld dat deze bureaux krijgen kan echt beter bij de maatschappen terecht komen.
De kans van slagen van docentenmaatschappen wordt mede bepaald door de mate waarin de overheid de prestaties van scholen door buitenstaanders laat meten (ik bedoel hier niet de nu gebruikelijke controle waarbij gekeken wordt of de procedures gevolgd worden; ik bedoel een externe kwaliteitscontrole waarbij meetbare resultaten gemeten worden) en het tekort op de arbeidsmarkt. Alleen als de eerstgenoemde tendens doorzet maakt een maatschap een goede kans.
Het geachte lid van het maatschap wordt door een school ingehuurd om b.v. gedurende één schooljaar leerlingen van bepaalde klassen voor bepaalde leervakken op zelf gekozen wijze zodanig te onderwijzen dat zij goed voorbereid zijn om in het volgende schooljaar met de betreffende vakken verder te gaan. De school heeft de verplichting te accepteren dat dat lid leerlingen die hem door hun gedrag daarbij voortdurend dwars zitten definitief uit de klas mag verwijderen. Daartegenover staat dat het lid bij ondermaatse prestatie de school een schadeloosstelling moet betalen.
Voor de rest heeft het geachte lid met de gang van zaken op de betreffende school niets van doen. Ook uit praktische overwegingen want het is niet praktisch om tijdelijke leerkrachten daarmee lastig te vallen.
Wie laat zich dan ook door
een uitzendbureau via pay-roll en dat soort constructies op een school plaatsen? Dat kunnen alleen docenten zijn die er elders niets van hebben gebakken. Of zie ik dat verkeerd? Ik heb mijzelf ooit laten bemiddelen, maar het betrof een gewone aanstelling. Op andere voorwaarden zou ik nooit zijn ingegaan.
niet goed begrepen
De overeenkomst met een uitzendbureau betreft slechts bepaald aspecten. Maatschappen van advocaten zijn echt niet altijd verzamelingen van dommeriken. Ik denk juist dat alleen maar goede docenten het wagen kunnen om zich in een maatschap te verenigen. Een maatschap van juristen kan zich geen confreres veroorloven die er niets van bakken. Dat geldt echt ook voor een maatschap van leraren. Voor leraren die door geen enkel maatschap worden opgenomen omdat de clientele hen afwijst wordt het bestaan een stuk onaangenamer. Een direktie die weet dat ze geen kant op kunnen kan hen laten doen wat zij wil.
Ik reageerde op
je opmerking over uitzendbureaus, niet op je opmerkingen over maatschappen.
Re: wie laat zich ook door
Vaak heb je niet te kiezen. De precieze situatie met uitzendbureau’s in het voortgezet onderwijs ken ik niet.
Maar iets soortgelijks: waarom laten 40-jarige wetenschappers zich afschepen met een jaarcontract? Antwoord: dat is het enige dat geboden wordt. Universiteiten hebben het plan al geopperd om wetenschappers alleen op jaarcontracten in dienst te nemen: geen vaste aanstellingen meer. Doe je het hier niet voor, dan halen ze wel een Chinees.
In het VO zal wel iets dergelijks aan de hand zijn. Doe je het niet op uitzendbasis, dan sturen ze de klassen wel gewoon niet huis of geven ze klassen een paar uur extra keuzewerktijd.
De uitzendbureaus
vervullen vooral een functie bij het invullen van vervangingsbanen. Zo’n baan kun je ook zelf in de wacht kunt slepen als je actief sollicitateert en scholen zelf benadert. Maar dat laatste kost veel tijd en dan kan het inderdaad handig zijn om dit door een ander te laten doen (uitzendbureau).
Klassen naar huis sturen komt je in het VO op grote onvrede onder ouders te staan (een van de weinige zaken waar men bereid voor is om de directie voor te bellen).
ad MarcumMCMLXXIX atque Fritzim
Mijn conclusie dat maatschappen van leraren (ik denk hierbij aan middelbaar onderwijs) goed voor de docenten en het onderwijs zijn of zullen zijn berust op een inschatting van machts- en marktverhoudingen. De gevolgen van het te verwachten tekort aan leraren wordt nog verergerd door de afnemende kwaliteit (bij het volgens BON vereiste soort onderwijs). De leraar is dus vanaf het moment dat de overheid zich niet meer aansluit bij de mooie praatjes van de schoolbesturen en verifieerbare kwaliteitseisen gaat stellen de sterkste in het Tetradion Politikon. Als de leraren zich goed organiseren, b.v. d.m.v. maatschappen, kunnen ze dus de macht van de grote scholenorganisaties aan banden leggen. Een maatschap stelt voor een afgesproken tijdvak confrères van haar maatschap op ZIJN voorwaarden voor scholen beschikbaar. Dat kan omdat bij het MO de schoolorganisaties niet zo maar een docent uit China of India kunnen laten komen. Wel zullen in de beginperiode de maatschappen vaak in vervangingsbanen moeten voorzien en geen hoge eisen kunnen stellen. Maar daarna zal de markt zijn werk gaan doen. Docenten die meedoen in het oprichten van een maatschap nemen wel het risico dat de scholen één front gaan vormen tegen de maatschappen.
Ad sassocem fritsimque
Natuurlijk, Sassoc, zou ik graag zien dat op den duur de maatschappen onderwijsbepalend worden. Zeer zeker, Fritsi, zullen de gevestigde belangen dat gevaar zien. Maar pensioenpremies e.d kunnen zowel door de school als door het maatschap betaald worden. Voor de school maakt dat niet uit wanneer in het tweede geval het maatschap voor zijn docenten een overeenkomende hogere prijs bedingt. De nieuwe organisatie van leraren heeft trouwens al pensioenafspraken gemaakt waarbij de maatschappen zich zouden kunnen aansluiten.
Pre-mammoet? Nee, stel je vóór…
Ik heb als leerling het staartje van het pre-mammoet tijdperk meegemaakt. Wat was daar zo verschrikkelijk aan? En die voor-HOS tijd? Zeker ook heel erg.
Zoals bij alle onderwijshervormingen, en dus ook bij het mammoetsysteem, is nooit duidelijk gemaakt welk (verondersteld) probleem het moest oplossen en of dat ook werkelijk is gelukt.
Burgers van Nederland, als het op onderwijs aankomt wordt er maar wat aangerotzooid. Ongeveer net zo zorgvuldig als wanneer je de familie Flodder verantwoordelijk maakt voor de verbouwing van het Rijksmuseum.
Dat staartje
heb ik ook meegepikt. Ik heb er uitstekende herinneringen aan: mag morgen voor mij weer terugkeren. Oud en echt onderwijs: veel beter dan nieuw.
Plasterk wil niet
Uitgangspunt van mijn verhaal is dat Plasterk NIET terugwil naar het prae-mammoethtijdperk. Politiek, die van Plasterk als van ons is de kunst van het mogelijke te bereiken. Ook ik zou terug willen naar de vroegere toestand
Geheime agenda
Ik droom wel eens dat dit puur retorica is: je kunt onder de huidige politieke verhoudingen gewoon niet zeggen dat je terug wilt naar het goede onderwijs van ‘vroeger’ omdat je hiermee je politieke doodvonnis tekent. Wie weet welke geheime agenda’s er heimelijk gekoesterd worden …
ad Fritzim: uren van wakker zijn
Je kunt maar zo’n 8 uur per etmaal dromen Zo’n 16 uur per etmaal moet je de wereld nemen zoals zij is. Consumenten ontdekken dat ze goedkoop vast en mobiel kunnen bellen maar merken dat ze daarvoor tijd moeten inleveren om het allemaal uit te kunnen zoeken. Voor leraren heeft de deregulering alleen maar nadelen gebracht. Steeds meer oneigenlijk werk voor steeds minder geld opgesierd met Engelstalige kreten. Zij zijn het slachtoffer van de halve marktwerking en de wens van de politiek om het onderwijs voor eigen doeleinden te blijven misbruiken. Dat niet de PvdA alleen schuldig is aan de onderwijsmisère komt omdat onderwijs in het politiek een ruilobject was. (lees Prick): de PvdA kreeg zijn zin op het gebied van onderwijs zodat andere partijen op andere gebieden hun gang konden gaan. De docenten moeten nu het te verwachten kwantitatieve en kwalitatieve tekort in onze verharde, geliberaliseerde, samenleving als strijdmiddel gaan gebruiken voor zowel hun eigen belang als dat van de aan hen toevertrouwde kinderen. Een onderwijsvakbond is daarvoor niet geschikt omdat een kleuterjuf in het basisonderwijs en een universitair geschoolde eerstegraads docent in de bovenbouw te grote belangentegenstellingen hebben. De overheid heeft het slim gespeeld: Ze wilde niet alleen grote scholen maar ook maar één vakbond. NGL (een “eerbiedwaardig” GENOOTSCHAP) exit. Leraren gemarginaliseerd. Op grote scholengemeenschappen worden de ouders van probleemleerlingen uitgespeeld tegen die van de hoogbegaafde. De politiek heeft het principe “Divide et impera” perfect toegepast! Laten wij, ouders en leraren terugvechten.l
Grondig
Ik ben het grondig met je eens wat betreft de PvdA en de marginalisering van de docent. Het zou mooi zijn als daar via maatschappen een eind aan kan worden gemaakt, maar ik ben er te schijterig voor. Het betekent o.a. pensioenbreuk en aangezien ik in de jaren dat ik freelancte weinig heb opgebouwd, is dat voor mij een belangrijk punt. Ik ben bovendien bang dat directies zich niet laten dwingen: ze zetten nog liever een mbo’er als assistent voor de klas. Die kunnen ze manipuleren. Maatschappen kunnen alleen een sterke positie krijgen, als de minister scholen de pas afsnijdt bij het voor de klas zetten van instructeurs.
bijscholing
Net zo als artsen en advocaten niet door hun patiënten resp. clienten laten vertellen in welke richting ze professionele bijscholing nodig hebben zo zullen leraren in een maatschap dat niet door de scholen laten doen. Een professional is goed in staat om zelf te zien in welke onderwerpen hij zich nog wat meer moet verdiepen. Daarover kan hij ook nog overleg plegen met de confrères van zijn maatschap. Maatschappen zullen eventuele bijscholing dus buiten de scholen om regelen. Bovendien zitten er in de hogere échelons van grote schoolorganisaties mensen die zelf hun gulden sporen niet in het geven van onderwijs verdiend hebben. Niet-professionals moeten zich bij hun leest houden.