Opvoeding: ouders, school of sportclub?

Zomaar een artikeltje in de elsevier op internet: www.elsevier.nl/nieuws/sport/artikel/asp/artnr/149701/index.html
De invloed van sport op de opvoeding, het gedrag van kinderen is groter dan de invloed die de school op hun gedrag heeft. Waarom verrast me dat nou in het geheel niet.

Bij sport gaat het er om te presteren, je wilt winnen. Er is geen enkele sport waar het element van spannig, het willen winnen ontbreekt (oké, Nordic walken en dansen uitgezonderd). Maar in de C5 van mijn zoon zijn de doelen duidelijk. Kinderen die daar niet aan conformeren, worden direct aangesproken, door teamgenoten en door de coach.
De lat ligt hoog.

Hoe anders is het vaak op school. Eerst even een kringgesprek. Kost een uurtje, maar dan heb je ook wat. Dan allerlei leuke activiteiten waar elke vorm van spanning zorgvuldig is vermeden en waarvan het doel volledig ontbreekt. Met erg begripvolle docenten. Die worden tegenwoordig gelukkig pedagogisch goed geschoold op de lerarenopleidingen.

Maar dat gaat bij de sport nu eindelijk ook veranderen. Als de onderzoekster haar zin krijgt tenminste:
De uitsmijter van het artikeltje. Het moment waarop je denkt dat er nu eens een sociaal onderzoeker is die wel begrijpt hoe het werkt. Op dat moment komt de conclusie:

Om de positieve invloed van georganiseerde jeugdsport op het gedrag van jongeren te vergroten, is het volgens Esther Rutten raadzaam om te investeren in de opvoedende taak van de trainer en de relatie met zijn of haar sporters.

DE voetbalcoach moet ook opvoeder gaan worden. Investeren in zijn pedagogische taak. Een cursusje hier en daar waarbij duidelijk gemaakt wordt dat die competatieve instelling alleen maar asociale jongeren voortbrengt en het verschil tussen de kansrijken en de kansarmen zo vreselijk verhoogt. Waarin duidelijk gemaakt wordt dat het niet gaat om het winnen van die wedstrijd tegen de koploper, maar dat we, voetballertje en coach gelijk, in de pauze moeten reflecteren op onze samenwerkings comtetenties. Daar heb je je hele leven wat aan. Dat voetballen, dat stopt toch tegen de veertig.