Ik zie een probleem

Ik persifleer een citaat uit the Economist van sept 2005:
“The human touch is much more vital to education than is technology. Education is not just about transmitting a body of facts, which the internet does pretty well. It is about learning to reason and argue, which is best done in communication with a capable teacher”
Mijn vraag:
Hoe kan dat in het Nederlandse onderwijs worden gerealiseerd?

23 Reacties

  1. Begin van de discussie
    Je persifleert een citaat uit de Economist van sept. 2005. Hier het echte citaat voor de duidelijkheid:
    “A few years ago a report by Coopers & Lybrand crowed that online education could eliminate the two biggest costs from higher education: “The first is the need for bricks and mortar; traditional campuses are not necessary. The second is full-time faculty. [Online] learning involves only a small number of professors, but has the potential to reach a huge market of students.” That is nonsense. The human touch is much more vital to higher education than is high technology. Education is not just about transmitting a body of facts, which the internet does pretty well. It is about learning to argue and reason, which is best done in a community of scholars.”
    Lees verder… (hierin worden ook de 20 top-universiteiten genoemd)
    Nu ga ik verder nadenken.

  2. Ja, “to reason and argue”
    Ja, “to reason and argue” zijn belangrijke vaardigheden die enkel door een bekwaam en professioneel docent kunnen worden overgedragen. Overigens laat dit stukje nog onbelicht het belang van de docent als rolmodel, als bron van inspiratie tot navolging.

    Hoe dit te te realiseren? Geef dat rotsvaste geloof in vooraf bepaalde structuren, technologie en opzet van het onderwijs op. Onderwijs is niet automatisch ‘goed’ als de nieuwste ICT technieken worden ingezet of als de docent werkt met een huiswerkplanner (ik ken een school waar je je ‘competenties’ niet haalt als je dat niet doet, echt waar!). Noch is onderwijs slecht als er een verouderde computer wordt gebruikt of een oud boekje.

    Investeer in plaats van structuren in docenten. Geef ze een behoorlijk salaris, dat steunt hen ook moreel en in hun zelfrespect. Geef ze professionele ruimte om hun werk naar eigen inzicht in te vullen. Respecteer hun beslissingen en beoordelingen. Betuttel ze niet. Beloon wetenschappelijke kwalificaties.

    Enz, kortom, een hoop BON-punten…

    • Vergeet de gekke leraren niet.
      Terugdenkend aan mijn middelbare schooltijd waren het vooral de ‘persoonlijkheden’ die indruk hebben gemaakt.
      Docenten die letterlijk hun boekje te buiten gingen, die zich onderscheidden van de grijze middelmaat.
      Leuk waren die én rolmodel!

  3. Hoe realiseren we dat?
    Door de docenten..hun gang te laten gaan.
    Een beetje gekkigheid in het onderwijs toe te laten en overcontrôle uit de weg te gaan.
    Toets het eindresultaat, maar gun eenieder het op zijn eigen manier tot stand te brengen.

    • Mensen mag ik even
      een schoolmeesterachtige opmerking maken? Achter persifleren hoort geen voorzetsel.

      • Hoe kan een voorzetsel
        nou achter iets staan? Dit moet dus wel een achterzetsel zijn, Fritzi, een kind kan dat zien, en daarom mag het volgens mij wel.

        • Nee, je kunt preluderen op iets
          maar je persifleert iemand of iets. Het ging hier niet om de plaats van ‘op’ voor een zelfstandig naamwoord, maar achter het werkwoord, in dit geval ‘persifleren’. Voor wie alles over het voorzetsel wil weten (dat overigens ook als achterzetsel voorkomt): zie hier. Klikken op ‘Het voorzetsel’.

      • En ik lekker ook nog eentje
        Volgens mij is persifleren ‘iets of iemand nadoen, met het doel er eens lekker om te kunnen lachen’. Verbeter me als ik het mis heb.

          • Fijn dat we nog even les krijgen…
            …leren we nog wat.
            Lijkt wel een forum van schoolmeesters:)

          • In de klas zeg ik wel
            eens: pas op, anders ben je de klos. De eerste keer dat ik deze uitdrukking gebruikte, lagen ze slap van het lachen. Ze begrepen er niets van. Inmiddels kennen ze ook de pineut. Ach, zo probeer je iets mee te geven.

          • “Er heerst een fundamenteel incongruente attitude
            inzake het scribentenvocabulaire. Ik bepleit een changement in dezen.”Leuk stukje over moeilijke woorden staat hier.

  4. Wel bij de les blijven graag
    Hoeveel leerlingen? Hoeveel docenten? hoeveel leerlingen per docent? Kan dat?
    Rekent U maar.

  5. On topic
    Ik zal voor de variatie in deze draad maar on-topic blijven.

    The economist begaat hier een inmiddels klassieke denkfout. The economist gaat ervan uit dat je kunt leren ’to reason and argue’ zonder een ‘body of facts’ ter beschikking te hebben. Dit is volstrekte onzin. Je vermogen om te argumenteren hangt vooral af van je kennis. Ik kan heel aardig argumenteren over wiskunde, maar niet over Italiaanse literatuur. Van Italiaanse literatuur heb ik totaal geen verstand, van wiskunde wel. Argumenteren is geen abstract vaardigheid die volledig losstaat van kennis.

    Er zijn een aantal argumentatietrucjes die je kunt leren, maar het belangrijkste is kennis over het onderwerp waarover je argumenteert.

    Als we willen dat leerlingen leren argumenteren, dan moeten we eerst aangeven waarover we willen dat ze leren argumenteren.

    • On mathematics
      Hoeveel (vakbekwame) docenten? Hoeveel leerlingen per docent? Zijn er op het VWO nodig om een voldoende ingangsniveau voor een academische wiskunde studie te bereiken? Kan dat?

      • Er is ook een strengere
        Er is ook een strengere selectie van leerlingen nodig want met de huidige populatie VWO’ers is het onbegonnen werk. VWO heet intellectuele elite te zijn en moet dat ook weer worden. En voor het inkomen hoef je allang geen VWO meer te doen want de doorsnee bouwvakker verdient meer.

        Maar ook met enkel gemotiveerde en getalenteerde leerlingen zal toch maar een enkeling geschikt zijn voor een academische studie wiskunde. Het is nu eenmaal een heel moeilijk vak. Overigens hangt dit ook weer van de richting af uiteraard. Numerieke wiskunde bijvoorbeeld is relatief eenvoudig, terwijl algebra-ische topologie behoorlijk pittig is.

        De doelgroep van de middelbare-schoolwiskunde bestaat voor het grootste deel uit mensen die geen wiskunde gaan studeren, en je moet dus altijd tot op zekere hoogte compromissen sluiten. Grofweg moet je twee dingen afwegen, lijkt mij. Enerzijds moeten mensen kennismaken met de technieken van de wiskunde als hulpwetenschap, waaronder bijvoorbeeld statistiek valt. Anderzijds moet het vak aan de middelbare school ook voldoende abstracte diepgang hebben om die naam waardig te kunnen zijn zonder leerlingen een verkeerd beeld van het vak voor te spiegelen. Het huidige curriculum is veel te ver doorgeschoten naar de kant van de toepassingen en met de abstracte diepgang is het inmiddels bar en boos gesteld.

        Een opmerking over vakbekwaamheid. Het zal wel weer arrogant overkomen, maar de opleidingseisen aan docenten moeten ook fors omhoog. Je mag van een eerstegraads docent wiskunde toch wel verwachten dat hij of zij kan bogen op een academische scriptie.

Reacties zijn gesloten.