Het Nieuwe Leren (HNL) gaat uit van een waarneming die op zichzelf juist is. Als mensen werken aan een vraag die ze zelf stellen, zullen ze dat werk met meer plezier doen en er ook meer van leren. Deze waarneming is er echter een in ‘laboratorium-omstandigheden’: daarbij worden alle andere variabelen constant gehouden, zoals het soort onderwijs, de docent, de leerling, de school, het vak, en noem maar op. Kortom, het is een ceteris paribus waarneming.
Aanhangers van HNL trekken uit deze geïsoleerde ceteris paribus waarneming echter vérgaande conclusies, die erop neerkomen dat zeer vele variabelen die bij de waarneming nog constant gehouden werden, radicaal worden gewijzigd. Met name dient de manier van onderwijsgeven te veranderen van aanbod-gestuurd naar vraag-gestuurd. Vervolgens worden resultaten van ander onderzoek naar de effecten van dit soort wijzigingen in isolatie, volkomen genegeerd.
Ik ben ontsteld door het volkomen ontbreken van elke wetenschappelijkheid in deze benadering en handelwijze; als profielwerkstuk zou het bij mij een diepe onvoldoende scoren. Alleen al daarom is het hele HNL verhaal geen knip voor de neus waard.
Om over na te denken
Dank je BramRoth.
Zo had ik de zaak nog niet bekeken. Nu heb ik weer een andere invalshoek erbij om mijn kijk op HNL te verrijken. Ik hoop dat de fervente aanhangers van HNL reageren op de visie van BramRoth. Ik ben benieuwd welke tegenargumenten zij dan te berde brengen.
Overdreven latinisme? Excuses
Excuses als mijn latinisme wat mocht vervreemden. Ceteris paribus betekent: al het andere gelijk blijvend, voor het overige geen veranderingen. Reacties welkom!
Heb ik destijds van Heertje
geleerd: Kern van de Economie I en II.
Even ter verduidelijking
Ter verduidelijking een stukje economie: lees verder …
Dank aan gp61
Dank u, gp61, ik had niet zo gauw een sprekend voorbeeld.
Voor biljarters
“Ceteris paribus is a latin phrase for “all else being equal.” The term is most often used when isolating descriptions of events from other potential environmental variables.
To this effect the physicist could say “if I hit the nine ball with the cue ball at a certain angle, with a certain force, ceteris paribus, I can predict the trajectory of the nine ball on the billiard table.” In using the ceteris paribus clause, the physicist is saying that his calculation takes for granted that the law of gravity continues into the future, that the building he is standing in won’t suddenly collapse just as the cue ball is struck, etc.”. Lees verder…
Algemene ervaring
Een ervaring, die iedereen wel met mij deelt is de volgende: als je iets nieuws uitprobeert is er meestal succes, omdat het nieuwe inspireert: de docent die er voor de volle honderd procent tegen aan gaat, de leerling die ervaart dat dit iets heel anders is dan al die andere lessen. En wat dan de succesfactoren zijn ? Wat doet het er toe, want na enige tijd is het nieuwe er vanaf en sluipt de sleur weer naar binnen. Een strak gestructureerd en duidelijk onderwijssysteem toont dan zijn waarde, met als belangrijkst: leerbare en objectief toetsbare onderdelen.
Hawthorne effect
Daar is een naam voor gp61: het Hawthorne efect
What’s in a name ?
What’s in a name ?
“The Hawthorne Effect is essentially an observer effect. As such it is reminiscent of certain principles of quantum mechanics. The very act of observing a system – in this case a workplace – will in itself affect that system. This can affect the validity of tests into efficiency modifications, new systems, etc.” Lees verder…
Quantum mechanics is everywhere. Moet ook maar in het VWO-programma ? Lees verder…
efect
Efect:
“and evry efrt wud be made to prevent any Hawthorne efect distortng th results (ie, th control groups wud get as much special atention as th experimentl groups). Even so, a perfect mach wud not be posbl. “
Hawthorne effect
Het ‘Hawthorne’ effect (thanks guys) is niet wat ik bedoelde met mijn observatie over het ceteris paribus waarnemen, maar kan er gemakkelijk in worden ondergebracht door de tijd op te nemen als tijdens de waarneming bij benadering constant te achten variabele.
Beste Bram
Ik reageerde op gp61 die zei dat vernieuwingen op de korte termijn altijd werken (dat is het Hawthorne effect), niet op jouw artikel.
Zelfselectie
Soms is het nog banaler – dan worden docenten opgeroepen zich te melden voor een proef; de rest van de school is dan ‘controlegroep’. Zoals Herbert Wilf heel mooi beschrijft (dank mark79): (als de vernieuwing goed werkt, dan bewijs je alleen maar dat) ’teachers who are receptive to new ideas and suggestions are better able to inspire our children’. Iets waar je eigenlijk al geen onderzoek voor nodig had …
Dank Mark, voor de
Dank Mark, voor de verwijzing naar deze scherpe beschrijving van de tragikomische werkelijkheid der onderwijskunde. Ik heb het uitgeschaterd.
Wilfs denken hierover verloopt parallel aan het mijne maar hij heeft behalve een negatieve ook een positieve conclusie, namelijk hoe onderwijskunde wel bedreven moet worden: een gesprek/discussie (‘discourse’) tussen verstandige, redelijke en ervaren mensen die met beide benen in de onderwijspraktijk staan en het goed voor hebben met jonge mensen. Onderwijskunde aan de onderwijzenden!
Wilfs
Wilfs schrijft:
If I had read 100 papers in this field and had then shown you five or six that were of very low quality, then you might indeed think that, well, every field has some good work and some not so good work, so what else is new? But I didn’t. I read five or six papers, not selected by me but chosen by people with knowledge of the field, and every one of them has fatal deficiencies.
en is het slachtoffer van een selectie-effect (en van eigenwaan). Nochtans trekt hij de volgende conclusie:
We have found no evidence that the research paradigm, involving test and control groups, randomized trials, etc., which is invaluable in the life sciences, is of any use whatever in studying mathematics education and we urge that it be abandoned, in favor of human-to-human discourse about how we can
improve curricula and teaching.
Wilfs moet terug naar de schoolbanken.
Willem Smit
Wilfs schrijft ook…
Wilfs schrijft ook: “I am saying that I don’t know of any research work in this area that can help us to decide the merits of the proposals, and I seriously doubt that such research is even possible. There are just too many variables to control when we’re talking about the study of a complex interpersonal process like teaching and learning. We therefore have no alternative but to think about these issues for ourselves, and to ask ourselves what conditions do in fact encourage students to learn, to enjoy learning, and to work hard, and how can we, in fact, improve the quality of our teaching.
Finally, I want to emphasize that I am not an enemy of curriculum reform. I have been teaching for more than thirty years, and have reformed my own curriculum many times. I have written quite often about some of my own reforms, in case there is anything in them that might be of value to others. I value very highly the anecdotes and stories that fine human beings and gifted and sensitive teachers tell, about what worked for them in their classrooms. True reforms can be proposed and debated without the necessity of doing double-blind studies.
Daar hoeft hij toch niet voor terug naar de schoolbanken ?
selectie
Die selectie van papers heeft Wilf niet zelf gemaakt maar overgelaten aan ‘experts’ in het veld van onderwijshervormers; hij heeft hen zelf de beroemdste en meest geciteerde papers laten aanbevelen. Inderdaad had hij zijn punt nog sterker kunnen maken dan het al is door 100 papers te lezen. Maar met de kwaliteit die hij beschrijft kun je dat een wetenschapper niet aandoen. Zie ook de bijdrage van gp61.
wilfs cont.
Wilfs schrijft:
“There are just too many variables to control when we’re talking about the study of a complex interpersonal process like teaching and learning. We therefore have no alternative but to think about these issues for ourselves, and to ask ourselves what conditions do in fact encourage students to learn, …….”
Dat is gewoon niet waar. Dit argument wordt ook regelmatig gebruikt door onderwijsvernieuwers wanneer het vuur ze te nauw aan de schenen wordt gelegd.
BramRoth schrijft:
“Die selectie van papers heeft Wilf niet zelf gemaakt maar overgelaten aan ‘experts’ in het veld van onderwijshervormers; hij heeft hen zelf de beroemdste en meest geciteerde papers laten aanbevelen.”
Ik heb dat nergens in het praatje van Wilfs gelezen. Hij noemt Schoenfeld uit 1985, en verder een paar onkende onderzoekers van wie een publicatie excellent wordt genoemd en enige publicaties veelgeciteerd. Dat zegt niet veel. Stevens wordt in Nederland ook vaak geciteerd.
Willem Smit
Discussie weer iets scherper
Ik dank u voor het weer iets scherper stellen van de discussie, en heb de indruk dat u feitelijk op één lijn ligt met mij. Laten we eens proberen een lijst van factoren samen te stellen die te zamen de kwaliteit van de overdracht van kennis en vaardigheden bepalen. Zo’n lijst zal nooit compleet zijn en bovendien zal er nooit een lijst zijn waar we het allemaal over eens zijn. Ik doe een voorzet:
*intelligentie leerling
*intelligentie docent
*enthousiasme docent
*toewijding leerling
*voorkennis leerling
*opleidingsniveau docent
*sociale vaardigheid docent
*kwaliteit lesmateriaal
*de mate waarin het ‘klikt’ tussen docent en leerling
*belangstelling leerling
*privé omstandigheden leerling
*privé omstandigheden docent
*kwaliteit behuizing
*stemming leerling
*stemming docent
*capaciteiten van de groep als geheel
*tijdstip in de week
*tijdstip ten opzichte van vakanties
*het weer buiten…
Scherper?
Waar het om gaat is of emprisch onderzoek alleen mogelijk is wanneer een lijstje als door u opgesteld niet al te lang is. Wilfs’ antwoord is Ja, maar hij zit er naast. Empirisch onderzoek in de sociale wetenschappen is bij uitstek bedoeld om deze lijstjes te manipuleren en in voldoende mate onder controle te brengen. U zult niet van mij verwachten dat ik dat ga toelichten. Er is veel slecht onderzoek, ik begrijp uw aversie, maar gelukkig ook genoeg onderzoek, zij het doorgaans niet in Nederland, dat goed is en navolging verdient. Daarbij is 100% zekerheid van de uitkomst niet haalbaar maar een onsje minder is al zeer informatief. Veel informatiever dan welk goed gesprek van mens-tot-mens ook. Sweeping generalizations (van Wilfs) over onderwijsonderzoek brengen ons niet verder.
Willem Smit
Goed. Er wordt geprobeerd de
Goed. Er wordt geprobeerd de relevante factoren in kaart te brengen. Is naar uw oordeel voldoende goed onderzoek gedaan dat de stellingen van HNL onderbouwt? Overigens is dit voor mij een heel informatief e-gesprek van mens-tot-mens ;-).
Onderbouwing HNL
Nee, HNL is wetenschappelijk onvoldoende deugdelijk onderbouwd en is daar ook immuun voor gezien de terminologische onduidelijkheden van sleuteltermen als competentie, zelfsturing, integratie en nog veel meer.
Ik ben geen scherpslijper. Sommige vaardigheden zijn zowel belangrijk als moeilijk te definiëren en verdienen om dat laatste een plaats in het onderwijs. Maar dan blijkt dat zulke vaardigheden -kritisch denken bijv.- alleen met traditioneel onderwijs een kans maken. Voor HNL is ook deze niche niet weggelegd.
Willem Smit