CSE Geschiedenis 2007-2008 en de cie. de Rooy: rol docent (weer) belangrijk

Wanneer je de doelstellingen van BON naast de stofomschrijving voor het eindexamen HAVO/VWO geschiedenis 2007-2008 legt, is het bemoedigend te zien welke rol er aan de docent wordt toegekend.
Een paar citaten:

“De tekst van de bestaande stofomschrijving moest worden herzien mede in het licht van de opvattingen van de Commissie Historische en Maatschappelijke Vorming. De invloed van het rapport van de CMHV (beter bekend als het rapport ‘De Rooy’) heeft geleid tot een op Nederland georiënteerde chronologische aanpak van het thema.”

en
“De commissie heeft gepoogd zo weinig mogelijk opgelegde verbanden en verklaringen in de stofomschrijving op te nemen. Hoewel de tekst een nogal feitelijk relaas vormt, verwacht de stofomschrijvingscommissie dat de docent zijn leerlingen begeleidt bij het vinden en verwoorden van verbanden en verklaringen. Met de gegevens uit deze stofomschrijving kunnen docenten en leerlingen zelf eigen probleemstellende vragen bespreken. Dat is een vaardigheid die de leerlingen bij het CE moeten beheersen. Deze stofomschrijving biedt dus alleen een basis waarmee door leerlingen en docenten verder gewerkt kan worden.”

M.n. het tweede citaat stemt mij gelukkig; het past bij mijn dagelijkse onderwijspraktijk. Daarnaast zijn er een aantal vaardigheden in het geschiedenisonderwijs waar ik soms wat moeite mee heb, maar het stellen van de juiste vragen vind ik nu per definitie een vaardigheid welke niet alleen bij het geschiedenisonderwijs thuishoort en past bij een onderzoekende/wetenschappelijke attitude. Tevens zoekt men weer meer de chronologische dan thematische aanpak, waardoor de historische onderwerpen m.i. minder als los zand aan elkaar hangen.
Om echter de juiste vragen te kunnen stellen moet je wel beschikken over (enige) kennis. Hier komt niet alleen de inhoudelijke kennis bij zowel docent als leerling om de hoek kijken, maar ook het vereiste de stof te overzien zodat de juiste verbanden gelegd kunnen worden.
Mijns inziens wordt met deze stofomschrijving de rol van docent als coach weer ingeruild voor een bekwame vakman. Hoe zou je anders, zonder gedegen inhoudelijke kennis, de probleemstellingen en verbanden op waarde kunnen schatten?
Ik ben – wat dit examenonderwerp betreft – in ieder geval enigszins een gelukkig mens. En een positief geluid temidden van alle HNL-POP-CGO-DP-geluiden.

De hele stofomschrijving is hier te vinden: www.eindexamen.nl/9336000/1/j9vvgodkvkzp4d4/vgxllw4feusi#par7

3 Reacties

  1. Even een reactie …
    … op mijzelf.
    Het volgende citaat, afkomstig uit het vakblad voor geschiedenisdocenten, wilde ik jullie niet onthouden. Het komt uit een interview met de schrijvers van deze (ook bekritiseerde, geef ik toe) stofomschrijving:

    Kleio: “En de docent die de leerlingen alleen ‘zelfstandig’ met het boek laat werken?”
    Cie.: “Die moet een schop krijgen! Die doet het niet goed, die begrijpt er niets van. Een docent moet zijn leerlingen standpunten laten opbouwen uit de eigen interpretatie van verschillende informatie. Leerlingen die alleen aan de hand van een planner laten werken, wijs ik resoluut af.”

    • (Grijns) Alhoewel ik geen geschiedenis docent ben,
      juich ik het feit dat historici er voor pleiten dat er eindelijk weer mag worden geschopt, van harte toe. Ik zou dit een doorbraak willen noemen. Ik weet al wie ik wil schoppen. Kunnen we in de donkere kelders van dit forum wat namen uitwisselen, want 1 schop per persoon is voorlopig ook wel weer genoeg- en ook niet al te hard, nee, wij trachten de schoppende beweging mee te geven een gedempte kracht die evenwel uitdrukt het nieuwe optimisme dat omgaat in onze hoofden, een kentering in de strijd, waarbij de schop het symbool en teken is van ons nieuwe plan van laten aanpakken. ‘Hier, pak aan, jij dekselse … (neem persoon in gedachten) (Grijns).

Reacties zijn gesloten.