Slechte aansluiting

Even uit de losse pols, maar misschien kan iemand me hieromtrent informatie verschaffen. Veel van de onderwijsvernieuwingen in het voortgezet onderwijs komen voort uit klachten vanuit het hoger onderwijs over de gebrekkige aansluiting van voortgezet naar hoger onderwijs. Een hoge uitval onder studenten zou zijn te verklaren vanuit een ondermaatse aandacht voor ‘zelfstandigheid’ of ‘zelfstandig werken’ binnen het havo en vwo.

Wie heeft informatie over deze conclusie van het hoger onderwijs? Lag daar een (zwaarlijvig) onderzoeksrapport aan ten grondslag? En, dat is voor mij de echte vraag, werd in dat onderzoek ook meegenomen dat vroegtijdig afhaken en slechte prestaties te maken kunnen hebben met zaken als op jezelf wonen, financieel (enigszins) op eigen benen staan en een studentenleven vol (schijn)vrijheden (veel uitgaan) zonder ouderlijke controle? Over deze meer basale, niet onderwijsgerelateerde zaken heb ik namelijk toentertijd niets gelezen, terwijl die in mijn ogen veel verklaring geven voor falende studenten.

Ik was in mijn eerste studiejaar, naast met mijn studie, in mijn hoofd ook behoorlijk bezig met het op kamers gaan, geld verdienen en het tot diep in de nacht uitgeven daarvan. Kortom, met het risico in herhaling te vallen: werden de slechte studieresultaten verklaard vanuit het (al dan niet vermeende) falen van het voortgezet onderwijs alleen of werden door mij genoemde omstandigheden ook in ogenschouw genomen, wat mij meer dan terecht zou lijken.

23 Reacties

  1. Vraag verbreden!
    Hallo Catilina,
    Misschien brutaal van mij om de vraag te verbreden. Reageer maar als je dat niet wilt.
    Veel onderwijsveranderingen worden beargumenteerd als zou ‘xxxx’ daarom vragen. Hier kun je invullen: het vervolgonderwijs, de leerlingen, de overheid, de inspectie, het bedrijfsleven, de ouders. Het vervelende is dat ik nooit bewijzen zie dat in die sectoren inderdaad hierom gevraagd wordt. Als dat namelijk zo zou zijn, kunnen we ook vragen met welke onderbouwing dit gevraagd wordt.
    Een sterk voorbeeld is ook het MBO: Het competentiegericht leren moet daar VERPLICHT worden ingevoerd omdat het bedrijfsleven dat zou eisen. Nou heb ik veel contacten met het bedrijfsleven, maar geen enkel bedrijf onderschrijft deze wens. En dan nog: WAAR in het onderwijs is dan WAAROM besloten dat deze wens onmiddellijk gehonoreerd zou moeten worden.
    De vraag is ook: is deze ‘vraag van het bedrijfsleven’ dan gelogen? Komt de vraag niet vanuit het bedrijfsleven, maar vanuit andere hoeken? Of: wordt het bedrijfsleven vertegenwoordigd door mensen die hen niet echt vertegenwoordigen?
    Ook in jouw voorbeeld over het hoger onderwijs. Ik kan me niet voorstellen dat het hoger onderwijs letterlijk heeft gevraagd om Nieuw Leren in voorgaande onderwijssoorten. Wel kan ik me voorstellen dat er wel eens geklaagd is over de zelfstandigheid van de nieuwe studenten, of (misschien meer nog) het startniveau. Het probleem is dat niemand ons kan bewijzen wanneer dan aan wie deze nieuwe eis voorgelegd zou zijn en wat hiervan de argumentatie was.
    Je krijgt er nooit een vinger achter!

    • De vinger erachter
      Dat zou nu juist een parlementair onderzoek moeten uitwijzen. Alleen als de mechanismes blootgelegd worden, heeft dat zin.
      Een belangrijke vraag is dan ook aan welke voorwaarden het onderzoek zou moeten voldoen, wil dat lukken.

    • Vraag hoger onderwijs om HNL
      Volgens mij heeft het hoger onderwijs inderdaad niet letterlijk gevraagd om HNL, maar gaf het wel (meer) dan de aanzet tot Tweede Fase en Studiehuis, op hun beurt weer een opmaat voor HNL.

      Aangaande de rest van je (Hinke) reactie: is de trieste conclusie dan mogelijk dat op basis van vage kreten (en dus geen nauwgezet onderzoek) tot onderwijshervorming is overgegaan? Net als ‘HNL’ zich bedient van vage kretologie (‘zappgeneratie’ etc.) om hervormingen in te zetten en te rechtvaardigen. Ik hang de naïeveling uit, ben ik bang.

        • Snelle leesvlucht leert
          Bedankt voor de link (als ik zo bij de verschillende topics langsga, zou ik je Koning Link moeten noemen).

          Vluchtig lezen leert dat dit rapport (2003) uitdrukkelijk stelt dat de aansluiting tussen VO en hoger onderwijs faalt, maar er worden verder geen verklaringen gegeven. Wel rept het over een Memorie van Toelichting bij de wetswijziging van 1997. Daar zal een en ander in moeten staan, althans dat zou je verwachten.

          Opmerkelijk vond ik overigens de zinsnede (p.12, regel 10) dat scholen er rekening mee dienen te houden “dat niet alle leerlingen die nu havo en vwo volgen, de nieuwe opleidingen [nieuw havo en vwo/Catilina] met hun bredere, meer gestructureerde en op kennis, inzicht en vaardigheden gerichte onderwijs met succes zullen kunnen volgen”. Ik vind deze zin moeilijk te duiden in het licht van de laatste ontwikkelingen in het onderwijs.

          • Vroeger
            Vroeger heette ik “Mister copie”, omdat ik mijn leerlingen altijd verblijdde met copieen van interessante wetenschappelijke artikelen (meestal uit de krant, niet te moeilijk dus). Maar nu kan ik me tot links beperken. leerlingen en studenten moeten zelf maar op zoek, ik sorteer voor, bij wijze van spreken. Bevalt me goed, want kom zo heel wat interessant materiaal tegen (op mijn vakgebied).

      • Het hoger onderwijs en onderwijsvernieuwing
        Een groot probleem in het Nederlandse onderwijs is dat het hoger onderwijs zich amper bemoeit met het basis- en het voortgezet onderwijs. De vakinhoudelijke deskundigen zijn met onderzoek in hun vak bezig, daar worden ze op ‘afgerekend’.

        De stemmen die vanuit het hoger onderwijs het basis- en het voortgezet onderwijs en de politiek bereiken zijn die van de onderwijskundigen en didactici. Dat zij de vrijgestelden. Zij waren degenen die het studiehuis en HNL zo graag wilden.

  2. Niet precies wat je zoekt, maar wel interessant
    Dit rapport is niet precies wat je zoekt, maar wellicht kom je toch een aantal uitspraken tegen, waar je iets mee kunt. Ik zoek verder, hoewel ik het ook eens ben met Phillippens.

    Nog een rapport: MET EEN TWEEDE FASE-DIPLOMA NAAR HET HOGER ONDERWIJS, Ervaringen en opvattingen van opleiders in het hoger onderwijs.

    En deze is misschien al bekend, kan niet goed beoordelen hoe objectief dit is.

  3. Eenvoudige verklaring voor studiehuizen
    Eén van de veel voorkomende mechanismen bij onderwijsvernieuwers is het volgende.
    Zij hebben een ‘oplossing‘ in het hoofd (bijvoorbeeld het studiehuis, het competentie-leren of het probleem-georiënteerd onderwijs) en willen die graag aan de man brengen.
    De kunst is dan om nog even een probleem te vinden dat moet worden opgelost met de geprefereerde oplossing.
    Zo is het waarschijnlijk ook met het studiehuis gegaan.
    De onderwijshervormers lagen al in een hinderlaag met hun studiehuis, toen iemand in het hoger onderwijs iets riep over slechte zelfstandigheid. Wie weet was die iemand ook nog wel een handlanger van ze.
    ‘AHA!!’ riepen ze, terwijl ze uit hun hinderlaag sprongen. ‘Dan hebben WIJ hier precies wat u zoekt! Het zogenaamde STUDIEHUIS!’

    Dat dit probleem iets is dat je zo groot of zo klein kunt maken als je zelf maar wilt, valt dan niemand op. En evenmin realiseert men zich dat er misschien nog heel andere oplossingen denkbaar zijn. En dan komt daar inderdaad datgene wat u hierboven schrijft nog eens bij: het op kamers wonen etc.

    De tactiek van het zoeken van een probleem bij een oplossing is al zo oud als de oudste verkoper. Zo is de mobiele telefoon ook aan zijn opmars begonnen.

    Veel producten zijn oplossingen voor problemen die niemand had totdat die producten op de markt verschenen.

    • Is dit probleem opgelost ?
      Ik zocht even op “Wijnen studiehuis” op Google, omdat Prof. Wijnen een behoorlijke vinger in de pap heeft gehad en vond dit. Het lag dus aan de agenda, dat het allemaal fout gelopen is. Is die agenda al aangepast ?

    • Wie o wie
      Toch blijf ik vragen: Wie heeft zoveel invloed gehad dat hij de noodzaak tot het studiehuis kon aantonen? Wie hebben het toen op grond van wat beslist. Ik word er gek van dat je nooit een concreet antwoord krijgt. In mijn sector – het MBO- zou HET bedrijfsleven het gevraagd hebben. Als ik dan vraag naar wie uit welk bedrijfsleven en met welke argumenten enzovoorts dan grijp je in de stroop.

      • Wie o wie bij het studiehuis
        Het studiehuis was een idee van Wallage en Ritzen uit 1993, dat ze hebben gekoppeld aan de invoering van de profielen. Ik heb de indruk dat de scholen zelf voor de INVULLING van het studiehuisconcept verantwoordelijk waren.

        Dat betekent dat de beslissing tot invoering van een studiehuissysteem PER SCHOOL genomen is door het schoolbestuur.
        Die besturen zagen het gewoon als een manier om op docenten te bezuinigen.

        Conclusie: niemand hoefde de scholen te overtuigen; het was gewoon financieel wenselijk en het werd door de overheid (Wallage, Ritzen en hun opvolgers) aangemoedigd.

        Wat betreft het MBO: de competentieziekte is in 2004 door Rutte verplicht gesteld per 2008. Door wie hij is overtuigd? Geen idee met wie hij omging.
        Het is toch niet zo moeilijk? Je wilt die competentietroep invoeren, je vindt een clubje bevriende consultants in het bedrijfsleven bereid om iets wenselijks te roepen en je laat een lobbyist dat onder de aandacht van Rutte brengen. Weet zo’n jongen veel.
        En daarna is het, opnieuw, voor die schoolbesturen weer heel aantrekkelijk als besparing op de kostenpost die ‘docenten’ heet.

      • 2e Fase VO
        Even een overzichtje:
        Hervormingen
        1900 invoering leerplicht
        1917 einde Schoolstrijd, Wet op Bijzonder Onderwijs
        1968 invoering Mammoetwet
        1974 discussie over middenschool
        1985 kleuterschool en lagere school worden basisschool
        1993 invoering basisvorming
        1998/1999 invoering Tweede Fase bovenbouw havo/vwo
        1999 ontstaan vmbo

        De invoering van de Tweede Fase bovenbouw havo/vwo was noodzakelijk vanwege de invoering van de basisvorming. Eigenlijk waren ze daar al te laat mee! Het hoger onderwijs heeft daar niet achter gezeten. Integendeel, ze mochten meepraten over welk profiel ze voor welke studie noodzakelijk achten, maar dat meepraten stelde niet zoveel voor. De universiteiten vonden twee profielen voldoende, het HBO ging accoord met de voorgestelde vier, en zo is het gekomen. Toen het eenmaal besloten was, kwamen er aansluitingsprojecten. Het Studiehuis is nooit “van bovenaf” ingevoerd, dat was een “vrije” keus van de scholen.

        Je hoeft er dus niet gek van te worden. De leerlingen van de basisvorming stroomden een “ouderwetse” bovenbouw binnen en toen moest men wel vernieuwen.

        • Re 2e fase VO
          De onontkoombaarheid van dat ‘moest men wel’ is onjuist. Elke school had wel degelijk de mogelijkheid om weinig tot niets in de bovenbouw te veranderen.
          Een ‘ouderwetse’ VO-school die leerlingen van een ‘moderne’ basisschool binnenkrijgt hoeft zich ook niet aan te passen.
          Daar komt bij dat maar zeer weinig scholen serieus werk van die basisvorming hebben kunnen maken, zodat het in de praktijk geen enkel probleem was geweest om niets te doen.

          • Dat is iets te simpel
            Nieuwe vakken (o.a. ANW), nieuwe examenprogramma’s. Nieuwe doelstellingen, meer nadruk op (ontwerp)vaardigheden. Ik ben betrokken geweest bij de aansluitingsproblematiek en ben redelijk op de hoogte van de veranderingen. Als u van mening bent dat “het in de praktijk geen enkel probleem was geweest om niets te doen”, dan zou dat wel eens onderdeel van de problematiek kunnen zijn waar we hier op de BON-site over van gedachten wisselen.

      • deelvakkensoap
        Wie o wie heeft de deelvakken voor de moderne vreemde talen destijds verzonnen? Zo vonden de vernieuwers van destijds het nodig dat elke VWO-leerling op de universiteit de studieboeken in de vreemde taal moest kunnen lezen. Het deelvak Frans of Duits in de bovenbouw behelsde dus alleen maar leesvaardigheid en was verplicht voor ALLE VWO-leerlingen Kort na publicatie van deze vernieuwing in de landelijke pers reageerden enige universitaire professoren. Alle boeken die de studenten in de vreemde taal zouden moeten lezen zijn inmiddels allang in het Nederlands vertaald.
        De ellende die de deelvakken opgeleverd hebben bespaar ik u maar even.

        • Vertaald naar het Engels vrees ik
          Behalve Engels lijkt er op de universiteiten geen andere taal voor boeken te bestaan. De door Vercors genoemde vertaling naar het Nederlands heb ik niet kunnen waarnemen. Mijn beide dochters studeren op de Universiteit, maar bijna alle boeken zijn -tot mijn grote ergernis- in het Engels. Dat is één van de reden waarom vaklui tegenwoordig hun taal met Engels doorspekken. Ze leren de Nederlandse benaming vaak niet meer.

          • In het HBO wel enige
            In het HBO zijn wel boeken vertaald uit het Engels:

          • Hibbeler
          • Hier vind je een aardig overzicht.
          • Vanwaar die ergenis ? Ben trouwens wel nieuwsgierig naar boekenlijsten. Zal eens rondneuzen.

          • Inderdaad
            Vanwaar die ergenis over Engelse boeken op de universiteit? Lijkt me absoluut niets op tegen. Ik ben mijn studie dankbaar voor al die Engelse boeken. Het heeft me een aardige beheersing van het Engels opgeleverd en daar pluk ik dagelijks de vruchten van.

          • Voor boekenlijsten moet je inloggen
            Voor boekenlijsten moet je inloggen als student. Wie doet dat voor mij ?

  4. aansluitingsproblemen? ammehoela.
    Beste Catilina,
    Ik heb net een oud stukje uit 2000 (de helft van een opiniestuk voor de Volkskrant) op de voorpagina gezet waarin je een paar antwoorden op je vragen vindt, naar ik hoop.
    Willem Smit

Reacties zijn gesloten.