zich onderscheiden

De president van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, dhr van Oostrom, heeft in een essay in N.R.C. Handelsblad van 6 januari, enige twijfel geuit over de kwaliteit van de Nederlandse politieke leiders.Een vergelijking met de regenten uit de Gouden Eeuw valt ongunstig voor hen uit, vooral op het vlak van de intellectuele en culturele vorming: ‘De grote schrijvers Hooft en Huygens waren in het dagelijks leven regenten, en Jacob Cats was raadpensionaris en de meest gelezen dichter tegelijk. De Republiek onderscheidde zich binnen Europa in het algemeen door een hoge graad van algemene ontwikkeling. Schuilt in mijn sympathie voor dit soort cultureel gefundeerd leiderschap de utopische projectie van een nostalgische softie? Waarschijnlijk is het toch wel meer dan dat. Het scheppen van een draagvlak vereist een brede blik, inlevingsvermogen en empathie, plus uitgesproken vindingrijkheid, die als creativiteit tevens de hoeksteen is van innovatie.’
En vervolgens voegt hij eraan toe dat het met die brede culturele vorming in ons land niet al te best gesteld is. Helaas, het is een open deur.
Inderdaad, onze volksvertegenwoordiging en onze Regering trekken een ruime meerderheid van mensen aan die niet die achtergrond van ontwikkeling en vorming heeft die gewenst zou zijn. Met de bewindslieden van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen is het al jaren droevig gesteld. Een van de staatssecretarissen van de laatste tijd zei eens het wel aardig te vinden dat haar dochter ‘Latijns’ deed op de middelbare school, dat was handig als je voor dokter ging leren.
Geen wonder dat bij dit soort mensen weinig enthousiasme bestaat voor verbetering van de kwaliteit van het onderwijs of voor een brede culturele vorming.
Een jammerlijk voorbeeld van deze tendens kwam dezer dagen voorbij in de gestalte van Jacques Tichelaar, tussen 1994 en 2002 voorzitter van de Algemene Onderwijsbond en thans lid van de Tweede Kamer en secondant bij de Kabinetsformatie.Als voorzitter van de AOb was Tichelaar medeverantwoordelijk voor een reeks van onderwijsvernieuwingen en maatregelen die leidden tot schaalvergroting, bureaucratisering, vervlakking, verschraling en verdomming. Hij heeft niets gedaan voor de leraren, niets voor het onderwijs.
Deze ‘vergadertijger’ heeft zich daarmee zodanig onderscheiden dat hij nu mee mag bepalen hoe Nederland in de nabije toekomst geregeerd moet worden. Voor wie het nog niet wist: ons land gaat geen nieuwe Gouden Eeuw tegemoet.

Cornelis Verhage 06 02 2007

1 Reactie

  1. Erasmus
    Ik weet dat dit voor de Gouden Eeuw was, maar wist u dat Erasmus niks moest hebben van de Noordelijke Nederlanden.
    In Leuven heb ik geleerd dat hij zich beter voelde in de Zuidelijke Nederlanden omdat daar de intellectuelen discussie hoog in het vaandal stond. Hij heeft ook zoiets gezegd in de trent van “Men moet niet trouw zijn aan het land waar men gboren is maar waar men intellectueel is grootgebracht.”

    En wij maar Erasmus alsmaar opeisen, maar dit kan ook Vlaamse nationalisme zijn…

Reacties zijn gesloten.