Onderstaand artikel komt uit De Volkskrant van 30 januari 2007. Het is geschreven door een coördinator taalbeleid aan een pabo.
_____________________________
Taaltoets pabo-student was onzorgvuldige actie
De openingskop van de Volkskrant van 17 januari luidde ‘HBO-Raad eist noodplan voor taal’. Het is vreemd dat voor een probleem dat al vele jaren bestaat, nu plotseling een ‘noodplan’ gemaakt moet worden. Aanleiding voor deze eis van de HBO-raad waren de resultaten bij een taaltoets voor eerstejaarsstudenten aan pabo’s: 68 procent haalde een onvoldoende resultaat. Dat klinkt erg verontrustend, maar ik wil bij de berichtgeving erover toch een paar kanttekeningen plaatsen.
In de eerste plaats is de opmerking dat de taaltoets op het niveau van de eerste klas havo lag, beslist onjuist: voor de meeste onderdelen lag het niveau aanmerkelijk hoger. Naast het kiezen van de juiste spelling van een woord, moesten bij het onderdeel ‘Spellingregels expliciteren’ soms bijzonder cryptisch geformuleerde ‘regels’ beoordeeld worden als ‘juist’ of ‘onjuist’. Bij het onderdeel ‘Interpunctie’ (het plaatsen van leestekens) treedt men in details waarbij ik professionele tekstschrijvers nog regelmatig op fouten betrap.
Bij het onderdeel ‘Basisgrammatica’ is het begrip ‘basis’ erg ruim geïnterpreteerd. 13 procent van de vragen ging over ‘Afbreken van woorden’, waarbij ik vraagtekens plaats bij het belang daarvan. Ook de ongelijktijdige afname van deze computergestuurde toets (door het beperkte aantal beschikbare computers) leidde tot onacceptabele verschillen in ‘voorkennis’.
U zult zich wellicht afvragen wie dan opdracht heeft gegeven voor zo’n toets. Opdrachtgever is de HBO-raad, in samenwerking met het ministerie van Onderwijs. En hoewel de problematiek over de hele breedte van het hbo en het universitair onderwijs speelt, waren de eerstejaarsstudenten pabo, net begonnen aan hun opleiding, de eerste slachtoffers. Wie denkt dat het hier om een wat ongelukkig uitgevallen experiment gaat, kan ik snel uit de droom helpen. Bij de toets werd aangekondigd dat degenen die onvoldoende zouden scoren, verderop in hun eerste studiejaar nog één kans kregen. Als het resultaat dan nog onvoldoende was, moesten zij met hun opleiding stoppen. Bij het juridisch kader hiervoor plaats ik overigens vraagtekens.
Deze onzorgvuldige actie van de HBO-raad heeft onder de studenten veel onrust veroorzaakt. Hoewel de HBO-raad veel signalen moeten hebben bereikt over deze op veel punten onvoldoende doordachte, slecht voorbereide operatie, horen we nu weer plannen voor vergaande ingrepen als ‘een voorbereidend jaar’. Ik pleit voor een goede structurele aanpak. Met toetsen die niet meten wat ze pretenderen te meten, ferme uitspraken en paniekmaatregelen zijn studenten niet gediend.
Ronald Zwiers is coördinator taalbeleid aan een pabo.
_______________________________________________________
Een eerder artikel in Trouw van dezelfde Ronald Zwiers was behoorlijk anders van toon (die toon beviel mij beter). Overigens was hij toen nog leraar Nederlands en geen coördinator taalbeleid, misschien is dat het verschil.
Misschien reageer ik te heftig
Ik heb immers de toets zelf niet gezien en het zou dus kunnen dat Zwiers er gelijk in heeft dat de kwaliteit van de toets te gering was en er nu een onverantwoordelijke overreactie komt op de gevolgen van het eerdere onverantwoordelijke beleid van laten versloffen. (deels door de zelfde instituten)
Ik word echter wel tamelijk chagrijnig van zijn toon en woordgebruik: de PABO-eerstejaars zijn “slachtoffers”. En waarom? Omdat ze nog een kans krijgen wanneer ze onder de maat presteren? “Net begonnen aan hun opleiding”. Ja, dat lijkt me wel wat netter dan wachten tot ze al twee jaar bezig zijn en dan vaststellen dat de startkwalificaties onvoldoende zijn/waren.