Het volgende artikel komt uit Trouw van 1 December 2006. Het is van de hand van Gabriël van den Brink, Thijs Jansen en Dorien Pessers.
_______________________________________________________
De grote winst van de SP is te verklaren. Als enige herkende de partij de zorgen van leerkrachten en verpleegkundigen over de groeiende bureaucratie.
Er zijn al veel analyses losgelaten op de uitslag van de verkiezingen, met name op de grote winst van de SP. Wat nog niet voldoende is onderkend, is dat de zege van de SP een signaal lijkt van een groeiende groep aan beroepszeer lijdende vakmensen in publieke en semi-publieke sectoren zoals de zorg en het onderwijs.
Wij hebben de grote partijen ruim een jaar geleden op die groeiende onvrede geattendeerd in het openingsartikel van ons boek ‘Beroepszeer’. Wij schreven: “Politici lijken nog ook nu nog onvoldoende door te hebben dat schoffering van professionals tegelijkertijd schoffering van burgers en kiezers is. (…) Het is een grote beoordelingsfout dat het probleem van de onvrede en de onrust onder professionals wordt overgelaten aan partijen als de SP. Misschien beschouwen de andere partijen het als een ‘extreem links’ vakbondsthema? Het zal PvdA, CDA, VVD en D66 echter flink gaan opbreken als zij daarin niet snel verandering brengen.”
De overwinning van de SP lijkt voor een flink deel te danken aan de stemmen van ontevreden leerkrachten, verpleegkundigen, huisartsen en anderen die werken in de zorg en het onderwijs.
Wie opgelet heeft, zag deze ontwikkeling aankomen. In het afgelopen jaar is uit allerlei onderzoeken gebleken dat de professionals op de werkvloer in zorg en onderwijs veel last hebben van het groeiende aantal managers, controlezucht en een overmaat aan bureaucratie en regelgeving. In een grote enquête van ‘Netwerk’ en ‘Rondom 10’ zei twee derde van de werknemers dat de organisatie er niet efficiënter van was geworden.
Dat dit thema enorm leeft, bleek ook uit de vier drukken van het boek ‘Beroepszeer’ in één jaar, uit het succes van onze eigen stichting Beroepseer (waarvan de beginselverklaring al door ruim 800 professionals uit alle mogelijke beroepen ondertekend is) en van de door Ad en Marijke Verbrugge opgerichte Vereniging Beter Onderwijs Nederland.
Onderzoeken van de laatste maanden in verschillende sectoren wijzen erop dat de juist SP erin geslaagd is het beroepseerthema politiek te verzilveren.
De SP doet het uitstekend onder vakmensen in de zorg. Een signaal daarvoor: op een debat over controlezucht in de geestelijke gezondheidszorg, half november te Rosmalen, zei na afloop van de discussie ruim 80 procent van de deelnemers op de SP te gaan stemmen. Het waren allen vakmensen uit de geestelijke gezondheidszorg, thuiszorg, verpleeghuizen, maatschappelijk werk, gehandicaptenzorg en ziekenhuizen. Het ledenblad Huisarts in praktijk meldde eerder dat 61 procent van de huisartsen een voorkeur gaf aan een kabinet met de SP en Agnes Kant graag ziet als minister van volksgezondheid. Ook onder de 700 verpleegkundigen en verzorgenden op het vakcongres ‘Samen sterk voor betere zorg’ te Utrecht, bleek de SP de partij van de eerste voorkeur.
In het onderwijs leek de aanhang van de SP de afgelopen maanden ook te groeien. Uit een onderzoek van de Algemene Onderwijsbond bleek in oktober dat onder leraren de aanhang in de afgelopen vier jaar van 15 naar 28 procent was gegroeid.
De ‘geschonden beroepseer’ is bij andere partijen een blinde vlek geweest. Voor een deel omdat zij hun informatie krijgen van en onderhandelen met de traditionele koepels en belangenorganisaties. Deze organisaties laten de geluiden horen van besturen en management en zijn traditioneel nauwelijks gericht zijn op het belang van vertrouwen in de professional. Een verantwoordelijk mens verdient de ruimte. De SP heeft veel kennis van en contact met de werkvloer en heeft daarmee een enorme voorsprong.
Er is zeker belangstelling geweest voor het thema bij andere partijen, zoals er ook een interessant rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het regeringsbeleid is geweest (‘Bewijzen van goede dienstverlening’). Het thema wilde bij de andere partijen echter maar geen ‘vlees en bloed’ worden.
Als de informateur en formateur enige wijsheid tonen, dan letten zij er goed op dat de winst van de SP ook gezien wordt als een signaal van vakmensen wie het water tot aan de lippen staat. De stemkeuze van de in hun beroepseer aangetaste werkenden in de zorg en het onderwijs zou gevolgen moeten krijgen voor de te vormen coalitie, het te schrijven regeerakkoord en de manier waarop wij in Nederland besturen en leidinggeven. En laten de partijen die de coalitie uitmaken erop letten dat het nieuwe kabinet krachtige en aansprekende bewindslieden telt die werkelijk in staat zijn iets te veranderen in de relatie tussen politiek, bestuur, management en de mensen op de werkvloer.
Praten over ‘vertrouwen in de professional’ gebeurt genoeg, maar die woorden in daden omzetten nog nauwelijks. Als het beroepseerthema door het nieuwe kabinet nog steeds niet serieus genomen wordt, zal de kloof tussen Den Haag en de professionals nog groter worden en zal het gegeven dat ‘Nederland niet goed werkt’ steeds meer consequenties krijgen, voor de economie en politiek.
____________________________________________________
Ik ben erg nieuwsgierig
Het lijkt mij hoogst onwaarschijnlijk dat de gemiddelde politicus, na lezing van dit Trouw-artikel, zal denken: nu moeten we eindelijk die mensen uit het onderwijs of de zorg eens serieus nemen.
Men ziet ons als electoraat dat gepaaid moet worden, en niet, zoals Pierre Diederen zo mooi verwoordde, als mensen die hun maatschappelijke verantwoordelijkheid niet langer willen ontlopen en daarom serieus genomen moeten worden.
Ik ben desondanks nieuwsgierig naar wat de SP met haar toegenomen invloed gaat doen.
De geluiden die ik op terreinen buiten het onderwijs hoor stemmen me niet vrolijk, maar het gaat er hier natuurlijk om wat ze op onderwijsgebied doen.
Bij mijn weten zijn de enigen die werkelijke interesse hebben getoond voor onze noden Ursie Lambrechts en Fenna Vergeer. Dus dat moet je D66 en de SP nageven. Maar ja, Vergeer doet niet meer mee en D66 is gemarginaliseerd.
Daarnaast is het, na de Fortuyn-jaren, gerechtvaardigd om enige scepsis te hebben t.a.v. een als kool gegroeide protestpartij. Natuurlijk betekent dat niet dat daarmee de gevestigde partijen ons vertrouwen opeens hebben verdiend.
Geen woorden, maar daden.
Veel te pessimistisch en ongeduldig
Beste S,
We hebben het over een tanker, weet je nog. Eerst was er niets dan individuen tegen wie gezegd werd dat ze hun mond moesten houden en loyaal zijn. Nu beginnen enkele managers heel hard en ongenuanceerd terug te roepen. Hun gelijk is geen vanzelfsprekendheid meer. Onze gevoelens blijken zeer breed gevoeld. Zowel door docenten maar vooral door studenten. Deze studenten komen met hun verhalen thuis en voor BON dachten de ouders dat het aan hun kinderen lag. Steeds meer ouders weten nu dat er echt iets goed mis is op onze scholen. Ze weten alleen nu nog niet wie en wat te geloven. Qua integriteit stond c.q. staat het onderwijs heel erg hoog terwijl de opvatting over docenten juist niet hoog staat. Dit maakt het er voor ons niet eenvoudiger op en dat betekent dat we meer tijd nodig hebben. Straks komen de werkgevers erbij als de eerste NL-ers bij de bedrijven binnen komen.. Het is net een lek in een dam. Het begint klein en langzaam maar dan is er geen houden meer aan. Volhouden, doorzetten en goed nadenken over je strategie.
Onze oplossingen maken BON tot veel meer dan een protest partij.
Fortuyn en zijn partij waren
Fortuyn en zijn partij waren ‘e’en. Toen hij stierf was ook zijn partij ten dode opgeschreven. Niemand weet wat hij had kunnen bereiken als hij niet vermoord zou zijn. Daardoor kun je de partij van Pim Fortuyn niet als voorbeeld nemen. Verder heeft Marijnessen de tijd gehad om een goede organisatie met gedreven en getrainde medewerkers op te bouwen. Ook als marijnessen iets zou overkomen kan de SP verder
TWIJFEL.
Daar geloof ik dus niets van, Seger.
Marijnessen heeft wel goede ideeën op een paar na.
Maar ik geloof toch echt niet -het is al door velen gezegd-
dat er wat overblijft, wanneer hij onder de tram zou komen.
Ik denk trouwens dat hij zijn sukses volledig te danken heeft
aan het falen van de PvdA.
Omdat Bos naar het midden schoof,
zijn m.i. de linkse stemmers naar de SP overgestapt.
Ik gok nog steeds op een samenwerkingsverband
tussen SP, CDA en VVD.
Dat zou de marktwerking in zorg, onderwijs en nutsvoorzieningen tegengaan,
gekoppeld aan gevoel voor eigenwaarde en eigen verantwoordelijkheid.
En anders maar nieuwe verkiezingen.
Marktwerking in het onderwijs biedt kansen.
Ik haal mijn wijsheid m.b.t. de SP uit de kranten, want ik onderhoud geen vrijwel geen contacten met SP-leden. Wel heb ik een keer een intelligent persoon gesproken die –op dat moment tot mijn verbazing- zich met hart en ziel voor deze partij inzette. De SP heeft voor haar kaderleden cursussen georganiseerd om hen voor te bereiden op het politieke métier. Sommige actieve leden hebben bestuurservaring opgedaan bij de lagere overheden. De SP lijkt goed voorbereid te zijn op een belangrijke rol in de Nederlandse politiek. Wat is er op tegen dat zij haar succes te danken heeft aan het falen van de PvdA? Dat daarmee niet bewezen is dat de SP het goed kan doen? Het zou een ramp zijn als de PvdA als hoofdschuldige aan de onderwijsverloedering in de regering kwam, dus een coalitie met de VVD i.p.v. die partij is beter. Dat is ook beter voor de noodzakelijke marktwerking in het onderwijs. Maar daarbij denk ik aan het opheffen van het de facto monopolie van de grote onderwijsorganisaties op gesubsidieerd onderwijs en de mogelijkheden die dat zou bieden om gesubsidieerde scholen op basis van de beginselen van BON op te richten.
Marktwerking……brrr…..
Noemt u wat u bedoelt dan maar liever ‘bescherming van de variatie en de keuzevrijheid in het onderwijs’.
Bij marktwerking in het onderwijs denk ik aan geld, geld en nog eens geld en in het kielzog daarvan aan Elbers, Slagter, Doekle en brede rijen consultants die traag door oneindig laag onderwijsland gaan.
Zegeningen van de vrije markt bestaan ook.
Marktwerking met beschermingsconstructies voor de zwakkeren kan bijdragen aan een efficiency waar iedereen van profiteert. Geld is economisch gezien een superieur ruilmiddel in vergelijking met echte ruilhandel. Maar onderwijs lijkt op de computerwereld waar Bill Gates alle touwtjes in handen heeft zoals in het onderwijs meerdere oligargen dat op hun terrein hebben. Zodra ouders voor een goede school kunnen kiezen (goede leer-resultaten, uitdaging en diepgang naargelang een leerling daarvoor de capaciteiten heeft, een goede sfeer, gevoel van veiligheid voor hun kinderen, beschaafde omgangsvormen) zal de markt zijn weldadig werk verrichten. Ouders zullen en masse de scholen van de grote onderwijsorganisaties met hun werkelijkheidsvreemde ideologieën en pseudo-hartelijkheid rechts laten liggen en hun kinderen naar BON-scholen sturen. Een voorbeeld van goede marktwerking.
Marktwerking ontaardt in diplomadrukkerijen
Uw bedoelingen zijn goed, maar ik denk dat heel veel partijen en instanties uw woord marktwerking een totaal andere inhoud zullen geven.
En ik vermoed dat dat in het onderwijs tot diplomadrukkerijen zal leiden.
Marktwerking bij de nutsbedrijven? Geen succes. Marktwerking in de zorg? Geen succes.
Marktwerking bij de Nederlandse Spoorwegen? Onlangs nog in de trein gezeten: een compleet verloederde soort van veevervoer. En ja, toen ik klein was, lang vóór die marktwerking, was het heel plezierig om in de 2e klasse te zitten. Stations werden door mensen bemand. Je kon een kaartje kopen en er kwam een conducteur langs. Dingen die nu vrijwel ondenkbaar zijn.
De zegeningen van de marktwerking in die sectoren zijn voor mij net zo zichtbaar als de zegeningen van de E.U. en de zegeningen van HNL.
right tool in the wrong environment
Geachte S. Stevin,
Ik deel u gevoelens m.b.t. de resultaten van de marktwerking bij de nutsbedrijven geheel en al. Ik zou wat het opnderwijs het liefst willen dat we in een aangepaste versie terug zouden gaan naar de situatie van vóór de invoering van de mammoetwet. Maar wat ik nu wil lijkt mij vanuit de situatie waarin we gekomen zijn de beste weg.
Overigens heb ik wat het lokaal vervoer betreft niet de indruk dat de situatie daar door de privatisering verslecht is, dus onder bepaalde omstandigheden kan privatisering voor de client wel gunstig uitvallen. En de spoorwegen hebben natuurlijk ook nog met het probleem van de verloedering van het reizigersbestand te maken.
BON-achtige scholen zouden een stichting of een maatschap kunnen zijn. Bij stichting denk ik aan het ontbreken van een winstoogmerk, niet aan een almachtig bestuur dat zich door coöptatie in stand houdt. Als BON-achtige scholen op eerlijke wijze door de overheid bekostigd worden kunnen zij volgens mij hun leerlingen meer bieden dan de scholen die onder een topzware hiërarchie moeten werken. Het accent ligt dan op beter in hun vak opgeleide en goed gemotiveerde docenten omdat die op BON-scholen beter gehonoreerd kunnen worden en een grotere eigen verantwoordelijkheid krijgen. Huisvesting moet praktisch en hygienisch zijn maar de school is in de eerste plaats bedoeld als vak-leerschool voor wat na de school komt. Daar hoort in het VWO natuurlijk de ontwikkeling van het kritisch denkvermogen en de ontwikkeling van een intellectuele habitus bij.
De niveaubewaking moet natuurlijk door de overheid gecontroleerd worden, dus geen diplomadrukkerij. Bij de HAVO, MAVO en VWO moeten schoolexamens afgeschaft worden en zouden alle leerlingen staatsexamen moeten doen om hun toelatingsdiploma voor het vervolgonderwijs te halen. Wel moet voorkomen worden dat het secundair onderwijs scholen veranderen in instituten die zich alleen fixeren op examentraining.
Controle technische functiescheiding.
In de accountancy wordt gewekt met controle technische functiescheiding. Diegene die het geld bewaart mag zelf de boeken niet invullen(=registreren) of bepalen of er wel of geen betaling verricht wordt(=beschikken) etc. Zo georganiseerd worden werknemers in een belangentegenstelling geplaatst. De marktwerking probeert hetzelfde. De klant heeft een tegengesteld belang t.o.v. de verkoper en de aandeelhouder(=recht op winst) staat tegenover de beroepsbestuurder(=macht, aanzien en loon).
In het onderwijs ontbreekt dit volledig, althans juridisch. Feitelijk is het er wel natuurlijk wel.
MARKTWERKING in het ONDERWIJS?
Er is vanzelfsprekend niets op tegen, dat de SP veel van haar kiezers van de PvdA trekt.
Ik zou zeggen hoe meer hoe liever.
Ik heb echter weinig vertrouwen in een SP zonder Marijnessen.
(Kijk alleen al maar wie er tweede op de lijst staat).
Ik ben het met de SP eens dat marktwerking in ONDERWIJS, zorg, openbaar vervoer en
nutsvoorzieningen uit den boze is en zoveel mogelijk moet worden teruggedrongen.
Onderwijs is een overheidszaak.
(Daar hebben we de SP dus voor nodig).
Dat sluit niet uit dat er voor kinderen en ouders voldoende keuzemogelijkheden moeten zijn
in schooltypen en leerniveau’s.
(Daar hebben we het CDA en de VVD weer voor nodig).
Wij maken ons sterk voor BON-scholen en ik ben ervan overtuigd
dat zowel CDA, VVD als SP zich daarin zullen kunnen vinden.
NIET dus de PvdA.
De PvdA is voor een overdreven regelgeving vanuit een strakke ideologie.
Dat heeft de onderwijsgeschiedenis van de laatste halve eeuw ons wel geleerd.
Wij willen geen ideologie.
Wij willen goede onderwijzers of leraren voor de klas,
die de leerlingen de nodige bagage mee kunnen geven
en de weg kunnen wijzen naar een mooie toekomst.
Marktwerking is niks, maar biedt nu kansen
Marktwerking is voor publieke en semi-publieke zaken absoluut de dood in de pot. Dat is althans mijn overtuiging. Het moet iedere ambtenaar een eer zijn om kwaliteit af te leveren, zonder dat er direct een salarisverhoging voor nodig is.
Ik snap Seger wel omdat hij, onafhankelijk of je marktwerking nu wel of niet onderschrijft, er een kans in ziet om op relatief korte termijn met een degelijk onderwijsalternatief te komen. Je kunt de gelovigen in marktwerking met hun eigen argumenten om de oren slaan. Er moet keuzevrijheid zijn, het moet effectief, het moet concurrerend. Aan de opleidingsschool voor Autotechniek in Driebergen zie je dat je hiermee een aantrekkelijk alternatief kunt creëren. Het diploma van deze school staat veel hoger aangeschreven dan van reguliere gesubsidieerde scholen.
Wat mij betreft biedt marktwerking ons de mogelijkheid om het wapen van de tegenstander in ons eigen voordeel te gebruiken.
—————–
—————–
Hinke schreef:
Aan de opleidingsschool voor Autotechniek in Driebergen zie je dat je hiermee een aantrekkelijk alternatief kunt creëren. Het diploma van deze school staat veel hoger aangeschreven dan van reguliere gesubsidieerde scholen.
—————–
Dit klopt en daar zijn we trots op. Ik maak er wel de kanttekening bij dat de IVA in 1930 is opgericht en sindsdien geleidelijk aan een onderwijsprogramma heeft opgebouwd dat nu staat als een huis (wat niet wil zeggen dat er nooit iets in verandert). De combinatie van kennisoverdracht – meest in klassikale vorm – met groepswerk en praktijkwerk (in de techniek-sector van de school) geeft studenten een degelijke basis voor het bedrijfsleven, onze doelgroep.
Het feit dat de school 100% particulier is en er dus voor betaald moet worden kan beperkend lijken. Toch blijkt dat we studenten krijgen met de meest uiteenlopende sociale (en financiële) achtergronden. Onder het motto ‘waar een wil is, is een weg’ blijkt de financiële kant vrijwel nooit een probleem te zijn.
Is marktwerking zoals bij ons toegepast “de” oplossing om goed onderwijs te krijgen? Volgens mij niet, maar het kan wellicht een voorbeeld zijn voor andere scholen. Ik ben van plan om op 20 januari de ledenvergadering van BON bij te wonen, dus wellicht kunnen we daar verder van gedachten wisselen.
—
Groet,
Marten