Nederland Kenniseconomie: Deplorabele status

[ EN NOU MOET HET AFGELOPEN ZIJN MET DAT GESCHREEUW IN HOOFDLETTERS! Titels gaan gewoon in normale letters. Ik heb het hier veranderd, let erop … – MAP ]

Afgaand op de artikelen en berichtgeving uit de media van recente tijden, is het niet best gesteld met het onderwijs in Nederland. Het niveau van de Nederlandse taalbeheersing in het MBO is schrikbarend laag. Daarom schaft men het vak Nederlands daar maar af! Het niveau van het wiskundeonderwijs in het Voortgezet Onderwijs is immens gedevalueerd. Er zijn universiteiten die op diverse faculteiten de nieuwe eerstejaars studenten een instroomprogramma Wiskunde laten volgen.

Dit zijn kort twee opvallend aspecten uit de veelheid aan berichtgeving. Ik vat samen: rekenen en taal blijken niet adequaat onderwezen. Als docent met achtentwintig dienstjaren in Basis- en Voortgezet Onderwijs moet ik zulks met bloedend hart beamen. Inderdaad, veel leerlingen komen reeds met een rekenachterstand van de basisschool. In het Voortgezet Onderwijs blijkt onder andere in mijn vak Economie dat alle vaardigheden op het gebied van rekenen en inzicht in structuren botsen op een berg van onbegrip. Braaf sta ik in VWO 3 simpele procentbewerkingen uit te leggen die toch voorheen echt aan de orde kwamen in groep acht. Realistisch rekenen zou tot meer inzicht hebben geleid? Ik kan het helaas niet waarnemen.

Het onderwijs in het vak Nederlands op het VMBO-TL overstijgt het niveau van de basisschool niet of nauwelijks. Ik heb dictees gezien in de examenklas VMBO-TL, vroeger MAVO geheten, waar voorheen een modale groep acht leerling om moest grinniken. En literatuur? Carry Slee is ongeveer het hoogste goed: een soort boeketreeks deeltje van het hoogste AVI-niveau. Maar wel lekker maatschappelijk betrokken. Een veeg teken is ook, dat de modale Havist de tekst van De Volkskrant niet helemaal (of helemaal niet) begrijpt. Let wel: De Havist is de toekomstige HBO-er, de elite van de beroepsbevolking, de wetenschappelijk geschoolden daargelaten.

Het is onze eigen schuld. De politiek heeft decennia lang achterhaalde gelijkheidsidealen beleden. De maatschappij heeft geleidelijk aan de almaar afgenomen waarde van de diploma’s geaccepteerd. Cijferinflatie leidde tot diploma-devaluatie. Het percentage gymnasiumleerlingen is in Nederland substantieel gestegen, luidde een triomfantelijk bericht in de pers. Dat zegt meer over de gymnasia dan over het niveau van de leerlingen, vrees ik. En het onderwijs zelf? Dat heeft helaas geaccepteerd, dat het stellen van eisen aan de leerling een verdacht goed is geworden. Immers; het welbevinden van de leerling is heilig verklaard. Het geven van hoge, weliswaar onverdiende cijfers, leidt tot betere resultaten. Een pedagogisch dogma dat mede voor de verloedering heeft zorggedragen. Een leerling heeft recht op rust, vrije tijd, een baantje, z’n mobieltje en een adequate opleiding. De inspanningsverplichting is gek genoeg verschoven van de leerling naar de school. Was dat niet ooit andersom?

Er is gelukkig een steeds groter aantal docenten in het onderwijs dat deze zorgwekkende ontwikkelingen in het onderwijs constateert. Toch zal op hoger niveau actie moeten worden ondernomen om een kentering te bewerkstelligen. Vooral niet met het Nieuwe Leren aan komen zetten, maar leerlingen leren spellen en rekenen. Daar zijn ze bij gebaat.Het florerend particulier onderwijs loopt voor de muziek uit. Zij hadden het al veel eerder door. Er is nu al particulier onderwijs op het niveau van het primair onderwijs op de markt verschenen. Een veeg teken. Komt er geen omslag, dan zal men over enige jaren meesmuilend lachen, wanneer de kreet “Nederland, kenniseconomie” ter sprake komt. Ik zie er met lede ogen naar uit.

4 Reacties

  1. Toen in Venlo het station
    Toen in Venlo het station verbouwd werd bevatten alle mededelingsborden voor reizigers ook een vertaling in het Duits. Deze was vol fouten. 20 jaar geleden zouden de Nederlanse Spoorwegen en de Nederlandse bevolking zich nog daarvoor geschaamd hebben. Nu is de mentaliteit blijkbaar: Als ze maar begrijpen wat ik bedoel. Ik schaam me op zo’n moment dat ik Nederlander ben.

  2. Wat is in vredesnaam toch die kenniseconomie?
    Ik heb werkelijk geen idee wat daarmee bedoeld wordt. Desondanks gebruikt iedereen dat woord alsof de betekenis geheel duidelijk is.
    Het is net zo’n woord als ‘postmodern’. Het heeft geloof ik een positieve klank, maar meer valt er niet over te zeggen.

    Ik leerde vroeger bij aardrijkskunde dat onze welvaart was gebaseerd op de export van snijbloemen en zuivel.

    Wat exporteren mensen in een kenniseconomie? Patenten? Dat lijkt me in ons geval heel onwaarschijnlijk.

    Voorlopig houd ik het maar op het begrip diensteneconomie. Daar kan ik me wat bij voorstellen. Makelaars en dergelijk volk (Batavus Droogstoppel als illustere voorganger). Maar kennis?

    • Kenniseconomie
      Kenniseconomie is een vaag begrip afkomstig uit de politiek: het geeft aan dat men hoge achting heeft voor high-tech en nieuwe diensten (waarmee men dan tienduizenden banen hoopt te creëren) en lage achting voor productiewerk (waarmee dan honderdduizenden banen verloren gaan).

      Voorbeelden van nieuwe diensten: onderwijskundige diensten zoals het APS.
      En verder de VO-raad, de MBO-raad, de HBO-raad, het Innovatieplatform.
      En niet te vergeten de onderzoeks- en adviesbureau’s (zoald de Hay Group).

      De mantra ‘Onderwijs moet voorbereiden op de kenniseconomie’: ik kan er niets mee.

      Of het bedrijfsleven een ander type werknemer vraagt ?
      Vroeger veranderde er ook van alles, alleen het tempo ligt nu hoger.
      Als werknemer bengel je nog steeds onderaan, over veel zaken is je mening niet van belang.

      De mantra ‘Onderwijs moet voorbereiden op een levenlang leren’: dat gebeurt op de werkplek, daar hoeft de school zich dus niet druk om te maken .

      • een open deur intrappen
        Er is een duidelijk verband tussen de welvaart van een land het opleidingsniveau van zijn burgers.. maar dat realiseerden we ons al in 1948 toen we “Indi”e verloren”. Het begrip “kenniseconomie” voegt aan dat inzicht niets toe. Dat men een kenniseconomie wil en kennis tevens als achterhaald beschouwt is verwonderlijk en de verklaring dat dat niet zo erg is omdat we juist de vaardigheid aanleren om snel kennis te verwerven is ongeloofwaardig. Ik denk niet dat het ons zal lukken om de voorsprong op de Aziatische tijgers te behouden en ik weet zeker dat het binnen het huidige onderwijs zelfs onmogelijk is.

Reacties zijn gesloten.