Vandaag in Trouw een bewerkte tekst. Hieronder de oorspronkelijke.
Onderwijs, elke dag anders. Nu tot 48% minder loon!
Draagvlak’, ‘eigenaarschap’ en andere managementkreten
Op Prinsjesdag presenteerde het ministerie van onderwijs de Nota Werken in het Onderwijs 2007. Het hierin gebezigde jargon typeert prima hoe ver de overheid en het management afstaan van de onderwijsrealiteit. Een aantal zaken is voor leraren niet nieuw:’ In de aanpak van verandering blijkt (…) dat wat de schoolleiding (…) zégt niet altijd overeenkomt met wat ze dóet.’ Deze vaststelling getuigt van een verfrissende eerlijkheid. Het beleid blijkt nog altijd ‘top-down’ te worden opgelegd, terwijl schoolleidingen beweren dat ze juist ‘draagvlak’ en ‘ eigenaarschap’ creëren. De overheid erkent hier dat de vrijheid die scholen in toenemende mate krijgen niet bij docenten terechtkomt. Integendeel, het management neemt met verve de macht over en trekt de teugels aan. De onvrede die bij docenten al jarenlang bestaat over het inhoudelijke gesol met hun werk wordt erkend. Laten we dat in het kader van “beter- laat -dan nooit” goede vaststellingen noemen. Er zal op korte termijn echter wel nadrukkelijk uit een ander vaatje getapt moeten worden.
Coachen en begeleiden: een bezuiniging
In de praktijk leidt de vernieuwingsmantra, die in didactische zin aan de “Nieuwe Leren”-dogmatiek is gekoppeld tot het aanstellen van onbevoegde onderwijskrachten. De nota geeft aan dat momenteel ruim 30% van de lessen in het middelbaar onderwijs door onbevoegden wordt verzorgd. De tendens is grote groepen leerlingen te laten begeleiden en coachen door onbevoegde, goedkope ‘onderwijsmedewerkers’ in steeds groter wordende onderwijsinstellingen. Is deze onderwijsvernieuwing dan tóch gewoon een bezuiniging? De overheid trekt steeds meer haar handen af van het onderwijs. In de ontstane onderwijsmarkt blijkt slechts 7% van de scholen in staat te zijn het jaarlijks verplichte aantal lesuren te verzorgen. Het wordt tijd dat ouders en leerlingen het schoolmanagement ter verantwoording roepen en bovendien openheid eisen over dit soort gegevens.
Tot 48% minder verdienen!
Wordt er dan op zijn minst goed voor de leraren gezorgd? Betaling is daarvoor een goede maatstaf. De nota maakt een vergelijking tussen mensen met ‘identieke persoonskenmerken’ (geslacht, opleiding, leeftijd etc.) in het onderwijs en daarbuiten. Wat opvalt is dat een academisch opgeleide man van 45 met een voltijds baan in het onderwijs gemiddeld 48% minder verdient dan zijn vroegere studiegenoot aan de universiteit die voor het bedrijfsleven heeft gekozen. Ook andere groepen in het onderwijs verdienen ruimschoots minder dan hun buren uit de marktsector. Een drastische herverdeling van overheidsgelden is hier op zijn plaats: minder opperhoofden, meer indianen.
Een hoog salaris vergoedt niet alles, maar de verschillen met het bedrijfsleven laten oplopen tot tientallen procenten is te zot voor woorden. Als er overgestapt wordt op een grotere marktwerking in het onderwijs, dan moet ook de correlatie tussen kwaliteit en beloning recht worden gedaan. Beleidsmakers beweren al enige tijd er alles aan te doen het onderwijs aantrekkelijk te maken voor hoogopgeleiden. Ook zeggen ze te ijveren voor een kwaliteitsimpuls in de school. Wat dat concreet precies inhoudt, blijft vooralsnog onduidelijk. Wel is duidelijk dat hun beleid tot op heden nog niets heeft opgeleverd. De redenen hiervoor zijn in de nota niet te vinden.
Stuk in de Trouw
Mooi stuk, mijnheer Hanzen!
en dan de adviesbureaus
schaamteloos is het persbericht van de Hay Group over hun aanpak voor functiewaardering.
als je dan ook nog leest hoe er openheid wordt gegeven over Peter Langerak, ’s mans betaling, de daarvoor aangevoerde argumenten en al de overige informatie is het twijfelen tussen walging en volkomen afkeer.
zo ver is het gekomen in ons vakgebied…