Liever bedreigd door een Marokkaan dan door een manager!
Ik zal me even voorstellen, zes jaar in MBO, zij-instromer, haal prima resultaten met N1/N2, 80% stroomt door naar een hoger niveau (N3). Nauwelijks dropouts maar het management haalt deze resultaten onderuit. Schrijf hier onder een schuilnaam, ben onder curatele gesteld door mijn directie.
Voor mij zijn de BONpunten nieuw, maar gaan niet ver genoeg. Het is allemaal nog erger, maar met name de opstelling van veel managers is rampzalig voor het MBO-onderwijs:
* Geef docent vak terug.
Commentaar Corneille (CC): maar vergroot de aandacht voor sociale en organisatorische vaardigheden.
* Onderwijs door hoogopgeleide docenten.
CC: geef intrinsieke motivatie net zoveel aandacht als die voor vaardigheden.
* Onderwijsbudget moet gaan naar het primaire proces.
CC: Amen! Kosten primair proces zijn bij ons ROC 40% van het totaal. De effectieve aandacht voor het leren ligt thans onder de 15% van de beschikbare tijd. Onderwijs wordt een marginaal gebeuren.
* Management in dienst van het primaire proces.
CC: Amen! Het management vindt nu op het achterhandje allerlei bureaucratie uit. Het doet nauwelijks iets aan facilitering. Managers zijn alleen betrokken op hun positie. Hoge uitval hangt samen met de overdracht van zinloze ballast door ‘t management.
* Zeggenschap moet liggen bij leraren en docenten.
CC: Amen! Besturen van ROC’s (CvB’s) moeten een veel hoger democratisch gehalte gaan krijgen.
Ik zou zelf nog wat punten toevoegen als
* het ontwikkelen van intrinsieke motivatie (motivatie van binnen uit) van leerlingen en docenten zou de eerste prioriteit moeten hebben
* ROC’s moeten zich omvormen naar loopbaancentra, waarbij het leren van een beroep en niet het diploma centraal staat. Het echte leren vindt buiten plaats. Leren gaat van binnen naar buiten
* Dat laatste betekent dat de leraren aan hun externe gerichtheid werken, maar juist dat staat het management niet toe; hun voortdurende focus op zinloze ballast trekt voortdurend de aandacht van buiten naar binnen
Vragen aan Corneille Colombe
Enkele vragen CC,
*Wat bedoel je precies met ‘maar vergroot de aandacht voor sociale en organisatorische vaardigheden’.
*En wat bedoel je met ‘geef intrinsieke motivatie net zoveel aandacht als vaardigheden’ en met ‘het ontwikkelen van intrinsieke motivatie (motivatie van binnen uit) van leerlingen en docenten heeft de eerste prioriteit’.
Jouw voorstel
‘ROC’s moeten zich omvormen naar loopbaancentra, waarbij het leren van een beroep en niet het diploma centraal staat. Het echte leren vindt buiten plaats. Leren gaat van binnen naar buiten’
komt min of meer neer op het opheffen van ROC’s als school. Denk jij aan leren in een bedrijf, zoals in Duitsland? Of begrijp ik je verkeerd?
intrinsieke motivatie
Leren gaat van binnen naar buiten: binnen antwoorden leren geven op wat je eigenlijk wilt en buiten veel en vaak beroepsmogelijkheden uitoefenen.
Om motivatie in een kort bestek uit te leggen?! Kijk, intrinsieke motivatie is een belangrijke bouwsteen van beroepsontwikkeling. Intrinsieke motivatie, of beter gezegd de kennisontwikkeling van de drive van-binnen-uit, wordt vaktechnisch gezien sterk bepaald door:
• de uitdaging om iets professioneels (vakinhoudelijk) te doen,
• de confrontatie met de effecten van die drive op een onverhulde, niet-zachte manier
• de directheid en oprechtheid van de feedback die de leerling ervaart,
• de variatie van de projecten waar hij mee te maken krijgt
• de vrijheid om de eigen structuur te maken.
Vertaald naar het docentschap, intrinsieke motivatie wordt kapot gemaakt als bijvoorbeeld het management, ik noem maar wat, de inhoud van het docentschap uitholt, de directe confrontatie uit de weg gaat, onoprecht en indirect zijn positie uitbuit, docenten dwingt om gedwongen winkelnering (als competentieonderwijs) te doen, enzovoort.
ROC’s kunnen wat mij betreft inderdaad opgeheven worden, op school leren leerlingen eigenlijk vooral zinloos gedrag. Het voorbeeld van Duitsland met z’n nadruk op ambachtelijkheid, en op de drieslag leerling, gezel, meester is zo gek nog niet.
effecten van die drive op een onverhulde manier…
Beste CC, ik moet drie keer lezen wat je schrijft, in dit stuk! Wat bedoel je met ‘de confrontatie met de effecten van die drive op een onverhulde, niet zachte manier?” En hoe kan feedback nu oprecht en direct zijn? Degene die feedback geeft, kan oprecht zijn. Feedback zelf is slechts ‘feedback’.
En hoe bedoel je dat intrinsieke motivatie een belangrijke bouwsteen van beroepsontwikkeling is? Bouwstenen van ontwikkeling vind ik niet mooi of helder gezegd. Mijn oude docent aan de pedagogische academie zou de vloer met jouw taal hebben aangeveegd!
Zou je je ideeen en gedachten ook op wat meer heldere wijze kunnen verwoorden?
Bij voorbaat dank.
De vloer aanvegen
Hallo BVerhagen,
Ik geef leerlingen feedback binnen een kwartier nadat ze zaken hebben ingeleverd. Daarbij speelt vorm (taal) een rol, maar inhoud is ook niet onbelangrijk. De eerste eis die je aan feedback kan stellen is echter dat die motiverend is, dat die bijvoorbeeld aanzet aanzet om dieper in de inhoud te duiken. Die behoefte voel ik niet op basis van uw feedback. De vloer met uitingen van mensen aanvegen valt niet binnen mijn interessegebied. Sorry
Vloer
Dat is een stuk duidelijker. Inhoud is het belangrijkst, en een juiste vorm kan het overbrengen van de boodschap faciliteren. Vervolgens mag feedback ook motiveren. Helemaal met u eens. (In het ergste geval motiveren tot het zoeken van een andere opleiding of richting. )
De wijze van communiceren (woordkeus, zinsconstructie, beeldspraak, complexiteit van de boodschap) is voor leerlingen vast anders dan hier op het forum.
Ikzelf hou van eenvoud en helderheid en niet van vage, versluierende termen en zinsconstructies.
Fijn dat u toch reageerde, ondanks mijn niet zo motiverende reactie.
buiten leren
Met je Amens kan ik nog leven, met je toegevoegde punten helemaal niet!
Heb je enig concreet idee over hoe je intrinsieke motivatie systematisch en gepland kunt laten ontwikkelen?
Misschien is mijn negatieve opvatting over een ‘loopbaancentrum’ slechts gevormd door mijn school. Het gezemel over loopbaancentra wordt daar altijd gekoppeld aan het competentiegericht leren trouwens. Als het echte leren alleen buiten plaats vindt is er maar één efficiënte mogelijkheid: opheffen die ROC’s. Alles leren in een bedrijf.
(Maar dan ook geen diploma’s meer uitgeven die voor de hele sector geldig zijn.)
definitie intrinsieke motivatie
Intrinsieke motivatie kan het individu alleen zelf ontwikkelen: het houdt namelijk in dat je uit eigen beweging interesse opbrengt, bijv. voor het leren van een schoolvak of om jezelf te ontwikkelen. Intrinsieke motivatie kan dus niet in een curriculum worden opgenomen. Maar u hoeft niet te wanhopen: decennia lang al bestaan er vele schoolvakken waarin onderwijs verzorgd kan worden.
Alles leren in een bedrijf heet werken. Werken is prima, maar is het niet beschaafd om onze jeugd in de jonge jaren onderwijs op maat aan te bieden?
intrinsieke motivatie
Ik ben het niet eens met de opvatting dat motivatie niet in een curriculum ondergebracht kan worden. Ons hele curriculum van het n1/n2 leren bestaat eigenlijk alleen maar uit het leren van intrinsieke motivatie. Om het wat begrijpelijker en hanteerbaarder te maken, een ander woord voor motivatie is richtingsbesef. Dat kun je om de donder wel leren. We hebben allerlei programma’s lopen, naast het aanbieden van echt leuke inhoudelijke projecten en korte leermogelijkheden buiten de deur ook iets dat we kwaliteitskaart noemen. Leerlingen leren om heel gestructureerd de eigen kwaliteiten in kaart te brengen, inclusief de vragen naar het eigen richtingsbesef. Leerlingen met een minder ontwikkeld richtingsbesef bieden wij bijvoorbeeld zeilprogramma’s aan, we hebben het hele seizoen door twee bm’s ter beschikking om leerlingen vanuit deze metafoor het besef bij te brengen dat je zonder richtingsbesef nergens komt. Je zet zo’n Marokkaan uit de binnenstad direct achter het roer en dan krijg je een heel aardige interactie. Maar ik moet ook zeggen dat de huidige pedagogiek echt weinig met motivatie doet en gedaan heeft, misschien is de echte oorzaak dat motivatie van-binnen-uit c.q het ontwikkelen van richtingsbesef nauwelijks in het curriculum van pedagogiek is opgenomen.
En motivatie heeft alles met leuk te maken, mijn leerlingen vinden het leuk om buiten de deur klussen te doen en dat gebeurt op maat. Sinds wanneer is leuk werk doen en daar plezier in hebben onbeschaafd?
buiten leren
Hallo Hinke,
Je vraagt om commentaar, dan moet je niet zeuren als je het krijgt.
Leren gaat van binnen naar buiten. Het is een kwestie van leerlingen binnen bevragen, daar hebben we een heel programma voor ontwikkeld en buiten het beroep laten proeven en oefenen.
Ik heb niet alleen concrete ideeen over de motivatieontwikkeling van leerlingen (en docenten), ik heb ze onder het kopje van competentieleren (denk aan de metafoor van het paard van Troje) ook de afgelopen vijf jaren systematisch ingevoerd. Een en ander is vastgelegd in diverse verhalen, het laatste heet ‘naar nul dropouts’, ik wil het je graag toesturen als je er belangstelling voor hebt.
Ik ben het eens met het opheffen van ROC’s. Daar gebeurt niet zoveel meer. Het aandeel echt leren, de directe interactie tussen leerling en leraar is nog maar een fractie van de aandacht die op een ROC beschikbaar is. Het zijn bolwerken van de overhead en de overbodige ballast geworden en die zinloosheid dragen we ook nog eens over aan onze jonge mensen die een ambacht willen leren en die er fris instaan, maar dat dus op het ROC snel afleren. Zelf stuur ik mijn leerlingen zo snel mogelijk naar buiten, daar hebben wij kortdurende bedrijfsprojecten lopen, daarnaast hebben we leerbedrijven, mogelijkheden te over.
Dan moet je niet hebben wat mij enkele dagen geleden overkwam, dat een bedrijf op bezoek kwam met de vraag naar drie, vier stagiaires met uitzicht op een vaste baan en vervolgens in de betreffende werkruimte werd afgeserveerd door de dienstdoende docent die dit bezoek de deur wees met de opmerking ‘ze zijn met een toets bezig’. Wat is belangrijker: een toets al dan niet halen of een concrete carrieremogelijkheid pakken?
Paard van Troje
[ verwijderd, op de man en neerbuigend, MAP ]
Verplaatst
Beste Hinke,
Corneille bedoelt dat je elders op de site om commentaar vroeg. Het bovenstaande stukje van Corneille verscheen op meerdere plaatsen op de website. Ik heb als 1 van de beheerders wat gesnoeid (anders hebben we parallelle discussies naar aanleiding van hetzelfde bericht) en alleen het stukje in zijn Blog laten staan.
Beste Hinke,
lk reageerde op
Beste Hinke,
lk reageerde op jouw vraag naar commentaar op de BON-punten vanuit het MBO-veld. Op basis daarvan is mijn weblog ontstaan. Sorry dat ik je dat niet heb gezegd. Ik werd geinspireerd door de BON-punten. BON bestaat thans toch alleen niet op basis van een fundamentalistische afwijzing van het competentieleren? Dat is toch breder, de uitholling van het docentenvak, de regelneverij eromheen, de lol die er steeds meer vanaf gaat, de ongelooflijk onzorgvuldige en dwangmatige manier waarop ROC-managers de door hen bedachte trends (als competentieleren) erdoorheen drukken, enzovoort. En het woordje zeuren, mijn taalgebruik is kennelijk wat aangetast door mijn dagelijkse omgang met n1/n2 leerlingen, waarvoor mijn verontschuldigingen.
Die vaste baan krijgen ze dus nooit….
Corneille schrijft: “dat een bedrijf op bezoek kwam met de vraag naar drie, vier stagiaires met uitzicht op een vaste baan”.
Het risisco is groot dat die stagaires die vaste baan nooit krijgen. Die stagaires van jou zijn (bijna) gratis voor het bedrijf (ze krijgen studiefinanciering etc). Als het bedrijf ze een vaste baan geeft dan moeten ze betaald worden. Dat doet dat bedrijf dus niet, die neemt liever weer drie, vier (gratis) stagiaires.
Zoals candide zegt: leren in een bedrijf heet werken. Het moet dan ook als werken beloond worden.
Op universiteiten speelt iets dergelijks ook. Promovendi heten daar nu opeens ‘student’ te zijn (en geen medewerker), scheelt de helft in de kosten. Slechts voor een paar procent is plaats op de universiteit, maar voor de anderen bied deze ‘opleiding’ weinig tot geen voordeel op de arbeidsmarkt. Ik ben bang dat het met jouw stagaires hetzelfde is: het bedrijf waar ze stage loopt neemt ze niet aan (dit bedrijf wil alleen maar goedkope arbeidskrachten), maar presenteert het alsof ze deze mensen een opleiding biedt. Wat je leert binnen een bedrijf is vaak echter zo specifiek dat je er bij een ander bedrijf weinig tot niets aan hebt. De term ‘opleiding’ is hier dus niet echt van toepassing, het is ‘werk’.
Ik weet natuurlijk niet precies hoe het op jouw school is geregeld. Misschien hebben jullie het wel heel goed voor elkaar. In een beroepsopleiding moet je natuurlijk wel in aanraking komen met het beroep….
De vraag is sta je positief
De vraag is sta je positief in de relatie met het beroepsleven of afwijzend? Wij hebben een uitstekend contact met bedrijven, hebben ook een actieve bedrijvenraad. Je moet natuurlijk wel de verbinding willen leggen met het beroepsleven. Pas een omgevingsonderzoek afgerond. Onze leerlingen buiten op de stageplaatsen zijn veel meer en vaker tevreden dan de leerlingen die binnen zitten. En tevreden leerlingen daar gaan we toch voor? Ik kan tientallen leerlingen van ons noemen die een vaste baan hebben gekregen via de stage. Voor mij is tevredenheid van de leerling de belangrijkste meetlat die ik heb.
Ook later tevredenheid
Ik wil niet alleen tevredenheid nu, maar ook tevredenheid later voor deze leerlingen. Dit wil jij natuurlijk ook (anders was je geen docent geworden).
Sommige leerlingen houden we in ons systeem inderdaad te lang op school. We moeten echter niet doorslaan naar de andere kant en alle leerlingen op 14 jarige leeftijd de bedrijven injagen.
Zoals eerder gezegd, ik ken de situatie van jouw school niet, dus of jouw leerlingen inderdaad tot het type behoren dat wij normaal gesproken te lang op school houden kan ik niet beoordelen.
Essentieel is dat deze leerlingen later de kans krijgen zich via het halen van diploma’s (avondschool en dergelijke) omhoog te werken. Ze zullen neem ik aan onder aan de ladder beginnen en je hele leven onder aan de ladder zitten geeft bij de meeste mensen geen tevredenheid.
De managers in het bedrijfsleven zijn niet veel beter dan die op een school, wantrouw bedrijven dus ook. Zij hebben het beste voor met zichzelf, niet noodzakelijkerwijs met jouw leerlingen!
Managers in het bedrijfsleven
Hallo Mark,
Tevredenheid nu kan ik als docent feitelijk beinvloeden, tevredenheid later probeer ik hanteerbaar te maken bijvoorbeeld via de kwaliteitskaart die leerlingen invullen. Bij ons is dit standaard onderdeel van het curriculum. De kwaliteitskaart registreert onder anderen de belangstelling, bevat een aantal beoordelingen (vier per jaar), geeft een beschrijving van vermogens van leerlingen en adviseert over een loopbaanlijn. De leerling krijgt zo zicht op waar beroepsmatig z’n hart ligt.
En managers in het bedrijfsleven, het blijft behelpen natuurlijk, maar mijn ervaring is dat die gunstig afsteken ten opzichte van het management dat je binnen ROC’s tegenkomt. Als voorbeeld, in het bedrijfsleven willen vakkennis en de resultaten die je haalt nog wel eens wegen, maar in de bureaucratie van het ROC zijn vakkennis en resultaten volstrekt onbelangrijk. Daarbij komt dat wantrouwen niet mijn richtsnoer is. Vertrouwen ontstaat waar je vertrouwen geeft, zelfs aan de mensen die het vertrouwen niet waard zijn. Wat dit betreft is het management waar ik mee te maken heb een echte uitdaging voor mij.
Supermarkt
De beste illustratie van wat Mark79 hier schrijft geven de supermarkten. Tot en met vorig jaar ontsloegen ze iedereen boven de 18. Nu klagen ze dat niemand leerling wil worden in het supermarktwezen, waar je zo’n fantastische toekomst zou kunnen opbouwen, als je maar wilde werken. Wat een ongehoorde brutaliteit!
en het onderwijs helpt een handje
En dan te bedenken dat er leraren (begeleiders?) zijn die hun pupillen ‘naar tevredenheid’ in handen van de supermarktbonzo’s drijven. Laat die jongeren fijn in de school iets leren waarmee ze als ze groot zijn zelf een goede werkgever kunnen uitzoeken.