De schaamte voorbij
Marleen Barth, voorheen lid van de Tweede Kamer voor de PvdA en nu voorzitter van de Onderwijsbond CNV, werd geïnterviewd in NRC Handelsblad ( 28 oktober ) en toonde wat ze heeft geleerd van het verleden. Drie citaten.
Over de basisvorming: ‘Aan de andere kant heeft de basisvorming nooit een kans gekregen. Men had even moeten wachten of de mogelijkheid tot zittenblijven en stapelen niet had moeten worden behouden.’
Over de onderwijsvernieuwingen: ‘In de huidige publieke opinie zouden het vmbo, de basisvorming en het studiehuis allemaal verkeerd zijn. Bij de PvdA bestaat bijna een soort zelfhaat over deze ‘mislukkingen’ uit het verleden.’
Over de schuldvraag: ‘Maar het is onzin dat alles uit de koker van de PvdA komt. De basisvorming werd Kamerbreed gesteund, met uitzondering van de VVD. En de Tweede Kamer heeft unaniem vóór het studiehuis en het vmbo gestemd. De PvdA zegt nu ‘mea culpa’ voor niet begane zonden.’
Wie nog vertrouwen heeft in politici en vakbondsbestuurders raad ik aan het voorgaande nog eens goed te lezen. Drie kenmerken zijn dadelijk te onderscheiden: vertekening van wat er gebeurd is; zo manoeuvreren dat je altijd weer met de andere partij mee kunt huilen en heulen; nooit schuld bekennen.
Wat ik daarbij nogal schokkend vind, is dat er bij mevr Barth geen enkel besef leeft van de schade die het onderwijs heeft opgelopen door de vernieuwingen waarvoor zij medeverantwoordelijk is. Honderden, wellicht duizenden leraren die ‘in de vernieling’ zijn geraakt door de opgelegde veranderingen, gedemotiveerd door beloften die niet werden nagekomen, gefrustreerd doordat hun waarschuwingen in de wind werden geslagen. Even zovele leerlingen, of misschien nog veel méér, die niet hebben gekregen waar zij recht op hadden – mevr Barth veegt haar mond af en gaat eraan voorbij.
De onderwijsgevenden van het CNV hebben met deze voorzitter wel wat in huis gehaald. Het is blijkbaar niet de bedoeling dat degene die hen vertegenwoordigt iets laat blijken van de normen en waarden die het onderwijs geacht wordt in te prenten en vóór te leven.
Cornelis Verhage 30-10-‘06
Barth c.s. zullen zich nooit schamen
Helemaal raak, mijnheer Verhage.
Barth en consorten hebben een veel te dikke huid om zich voor wat dan ook te schamen.
Het artikel in de NRC is voor Barth niet meer dan een reclamebord voor zichzelf.
Hier ben ik, mensen, ik ben nog steeds in de markt voor leuke carrièrebaantjes!
Dat ze niets, maar dan ook niets te melden heeft weet ze zelf ook wel, maar ze denkt vermoedelijk dat iedereen zo in elkaar zit en dan hoeft ze zich daarvoor ook niet te schamen.
Aan ons de taak om die oplichters te kakken te zetten. Weest onaangenaam!
koehandel
Ik meen mij te herinneren dat Leo Prick ooit geschreven heeft dat de PvdA de basisvorming van de andere partijen als ” wisselgeld” gekregen heeft. Ook de PvdA moest na vier jaar regeringsverantwoordelijkheid kunnen laten zien dat ze wat binnengehaald hadden en voor wat hoort wat. Niet iets om blij over te zijn maar toch wat anders als ” de andere partijen wilden het ook en waren enthousiast.” Omgekeerd heeft de PvdA vlak na de oorlog de confessionele partijen de vrije hand gelaten bij hun rampzalige indi”e-politiek zodat deze de AOW kon invoeren
koehandel helaas traditie bij sociaal-democraten
Al aan het begin van de twintigste eeuw bekwaamden de sociaaldemocraten zich in koehandel. De SDAP (een van de voorlopers van de PvdA) besloot in 1915 het waardevolle principe van de Openbare Neutrale Staatsschool voor Iedereen te laten varen, in ruil voor acceptatie van het algemeen kiesrecht door de confessionelen. De laatsten verkregen hiermee hun gesubsidieerde, religieus georiënteerde scholen, verankerd in het ellendige artikel 23 van de grondwet. Daardoor betalen nu alle (ook buitenkerkelijke) belastingplichtigen mee aan de oprichting van islamitische scholen!
Bedankt!
Niek Ulrich
docent Nederlands in Rozendaal (RSG Het Rhedens)
Cofessionele scholen waren goed voor Nederland
Islamitische scholen hoeven niet per se slecht voor ons land en zijn belastingbetalers te zijn. De potestants-christelijke, de (Rooms)katholieke en de Joodse scholen hebben bijgedragen aan een hoog pijl van algemene ontwikkeling en daarmee uiteindelijk ook aan de integratie van Roomsen, Calvinisten (De Vrije universiteit van Amsterdam voor de emancipatie van de “kleine luyden”) en de Joden. Binnen eigen kring werden de ouders gestimuleerd om hun kind “verder te laten leren”, al was dat dan misschien vaak vanuit het idee dat daardoor de groepering invloedrijker zou kunnen worden. Een Islamitische school met leraren van Islamitische afkomst die hun pupillen goed kunnen aanvoelen met een internaat zoals veel katholieke scholen die vroeger hadden zou best eens veel beter in staat kunnen zijn om veel meer uit Marokkaans en Turkse leerlingen te halen dan de huidige bureaukratische en onpersoonlijke grote brede scholengemeenschappen. Onder Moslims bestaat het idee dat een leraar streng moet zijn en leerlingen gehoorzaam maar was dat vroeger bij de Katholieke internaten anders? Gematigde moslims moeten zeker dezelfde mogelijkheden voor het oprichten van scholen houden als de vroegere zuilen.
.
.
openbaar?
Ik ben als historica afgestudeerd op een doctoraalscriptie over het onderwijs aan het joodse kind in de tweede helft van de negentiende eeuw en kan het dus niet laten om hier even op te reageren. Dat het negentiende eeuwse openbaar onderwijs echt neutraal zou zijn is niet juist. De Wet Van der Brugghen van 1857 vermeldde immers uitdrukkelijk dat de leerlingen werden opgevoed ‘ tot algemene en christelijke deugden’. Overigens zijn er in de negentiende eeuw ook wel subsidies aan joodse scholen uitgedeeld, daar waar nog onvoldoende staatsonderwijs beschikbaar was. Liberalen zijn steeds de voorvechter geweest van het staatsonderwijs (niet de socialisten al was het maar omdat die zich pas later organiseerden). Die liberalen waren ook in Joodse kring een economische en beter opgeleide elite, die daarbij beschavingidealen en economische belangen had. Mij dunkt dat het onderwijs voor de pacificatie dan ook niet volledig neutraal en waardevrij was.
Overigens was het joodse proletariaat ook een anderstalige minderheid (jiddisch) en het heeft mij altijd verbaast dat niemand bij de huidige integratieproblemen ooit een blik werpt op onze onderwijsgeschiedenis. Die begint niet in de twintigste eeuw.
(Sorry, voor het lesje)
Sorry voor het lesje(?)
Ha ha, kijk eens historica, zo erg is het al met ons gesteld: ’t nieuwe leren heeft zo huisgehouden in ons bewustzijn, dat we al onze excuses aanbieden als we lesgeven 😉
onvergelijkbaar
De verleiding om de integratie van de Marokkanen en Turken te vergelijken met de succesvolle assimilatie van de Joden is natuurlijk groot. Een religieuze taal die binnen je groep niet meer gesproken wordt en een moedertaal die niet dezelfde is als die van het land waarin je woont, Jiddisch, Turks, Marokkaans of een Berbertaal wijzen op overeenkomsten Maar mijn indruk is dat er onder de naar Nederland immigrerende Joden ook altijd mensen waren met een grote algemene ontwikkeling en dat Joodse jongens niet alleen leerden om de heilige geschifte te reciteren maar ook om ze te bestuderen. Daarmee is er onder deze volksgroep altijd al een neiging tot verdieping geweest. De Turken en de Marokkanen die door de Nederlandse industrie gecontracteerd waren zijn uitgezocht op gebrekkige ontwikkeling en een gering aspiratie-niveau. Ze moesten immers tevreden zijn met eenvoudig en vies werk waarvoor steeds meer Nederlanders hun neus ophaalden. Ook heb ik de indruk dat Islamitische kinderen op Koraanscholen hoofdzakelijk de heilige teksten uit hun hoofd leren en niet bestuderen. Op grond van deze twee overwegingen leek een vergelijking tussen de assimilatie van de Joden en de integratie van de islamieten niet vruchtbaar.
Jiddisch was/is (Antwerpen)
Jiddisch was/is (Antwerpen) een zeer levende omgangstaal (die ik helaas niet beheers). Hebreeuws is de religieuze taal. Religieuze verdieping hoort er zeker bij maar krijgt maar soms een vervolg in werelds ‘lernen’.
Als we het over Joodse instroom in de negentiende eeuw hebben , hebben we het over grote groepen laag geschoolden uit Oost-Europa (progroms, armoede). De Joodse intellectuele en economische elite was klein. (Rijke Portugese joden uit de zeventiende eeuw grotendeels verarmd). De vergelijking gaat dus wel tot op zekere hoogte op. De allochtonen van vandaag hebben alleen nog weinig elite, maar die komt er wel aan.
einde discussie
[Ik stel voor om deze discussie hier te sluiten. Ik lees: “ik heb de indruk dat de meeste …”: dat is een persoonlijke visie geprojecteerd op grote groepen die niet als groep kunnen/willen reageren. Deze zijstap is bovendien niet relevant voor de BON-doelstellingen :: Ralph]