Een argeloze bezoeker van Beter Onderwijs Nederland zou wellicht de indruk krijgen hier te maken te hebben met een stel verzuurde onderwijsfrikken. Om dat beeld te nuanceren hier maar weer eens een kleine, niet direct ter zake doende bijdrage….
Een onlangs gepubliceerd onderzoekje waarbij naar ik meen zo’n zesduizend onderwijsgevenden en een veelvoud aan scholieren werden bevraagd, kwam met een aantal opmerkelijke conclusies, waaronder deze opvallende: de veiligste plek op school is voor docenten het toilet, terwijl dit voor leerlingen juist tot de onveiligste verblijfplaatsen behoort.
Nu werk ik al jaren op een school waar eigenlijk nooit iets gebeurt. Misschien komt dat door ons publiek, voornamelijk bestaand uit aspirant-dierverzorgers.
In het algemeen zijn dit vooral heel veel meisjes, die met graagte een hele dag een konijn knuffelen of een paard roskammen. Men heeft dan vermoedelijk minder tijd of behoefte om onlustgevoelens te botvieren op argeloze docenten, die het in deze tijden van het Nieuwe Leren toch al zwaar hebben en door veel onderwijsmanagers als hinderlijke bijkomstigheid ervaren worden. Blijkbaar zijn er dus scholen waar de docent – schichtige blikken over de schouder werpend – zich dicht tegen de muren aangedrukt en met samengeknepen billen naar het toilet spoedt, alwaar het hem vervolgens dun door de broek loopt.Onze meisjes hebben ook nog eens de typisch vrouwelijke gewoonte om minstens in tweetallen, gezellig gearmd, het kleinste kamertje te bezoeken, iets wat ik mijn mannelijke collega’s nog niet zie doen. Dergelijke handelwijzen zouden hier in het reformatorische bolwerk Barneveld tot gefronste wenkbrauwen en mogelijk zelfs een volksgericht – compleet met lozende gierwagens – kunnen leiden.
Onze toiletten zijn dus zowel voor leerlingen als docenten een oase van warme rust en gezelligheid, en een uitermate geschikte locatie voor contemplatie en bezinning ( voor de leerlingen m.b.t. het uiterlijk en voor docenten m.b.t. hun verdere carrièremogelijkheden ).
Nu kan ik echter alleen getuigen van de situatie op ons herentoilet: met recht een koude, tochtige halle waar nooit een vogel zingt. De verlichting is haast teruggebracht tot op het niveau van de toiletten bij V&D, waar men middels blauw licht de junks nog verder hoopt te ontmoedigen. Deze naargeestige sfeer wordt nog in hoge mate versterkt door de grijze en donkerblauwe ( het is met het aanwezige licht niet goed te zien ) betegeling en de holle klotsende geluiden die de toiletpot bij gebruik sowieso al produceert. Helemaal erg wordt het als een collega vervolgens gebruik maakt van het direct naastgelegen urinoir. Tijd om je enige ogenblikken doodstil te houden. Lijd je daarnaast nog aan een moeizame stoelgang, dan is het maar zo mogelijk dat archeologen na tientallen jaren je skelet in verkrampte houding op het sanitair aantreffen.
Het kan natuurlijk zijn dat hier een duivels complot achter zit: die docent moet zo kort mogelijk op dat toilet verblijven en direct weer voor de klas, met alle gevaren van dien. En hoe langer een docent de gelegenheid heeft om zich te bezinnen op het onderwijs, des te riskanter dit kan worden.
Ooit werkte ik op een school waar de rector een eigen afgesloten toilet had. Bij hoge nood konden ondergeschikten zich voor de sleutel bij hem vervoegen. Kijk, zo hou je het overzicht…
Bij ons is het overal in de school gezellig en veilig; er zijn geen poortjes bij de ingangen, de leerlingen koesteren hun konijn, hun paard en hun mobieltje. Nu die toiletten nog.