Vanavond stafvergadering gehad met allemaal wollige taal dat het beter moet. Uitgesproken door een iets te dikke blozende heer in keurig pak die als interim even op onze afdeling komt langswaaien om ons strategieplan te schrijven. Hij komt als gast vertellen wat wij zelf gaan willen in de toekomst. Hij heeft van ons vak geen kaas gegeten en ook nooit aan den lijve ondervonden wat het betekent. Hij heeft waarschijnlijk lang achter zijn computertje gezeten om deze voordracht in elkaar te draaien terwijl ik stond te zweten op de werkvloer en geen tijd (en energie) overhield om zelf te bedenken wat ik wil. Wat een rare wereld.
Reacties zijn gesloten.
Managers
Beste drjv,
Je beschrijving klopt precies. Dit is het begin van de overname door niet- docenten van het onderwijs. Zij gaan bepalen hoe, wat en waar.Op de universiteiten is het nog niet helemaal gelukt door weerstand van de hoogleraren. Maar ga eens kijken bij het HBO of MBO. Daar bepalen de kwaliteitsmedewerkers, de onderwijsdeskundigen en de managers zowel de vakinhoud als de didactische vorm. De docent is slechts de uitvoerder van datgene wat anderen, niet-deskundigen, bedenken.
middelbaar onderwijs
Binnen het middelbare onderwijs is iets soortgelijks aan de gang. Door schoolleiding in woord beleden vrijheid van leraren, betekent in de praktijk niet zo veel. Het zelf mogen invullen van je les, het kiezen van je eigen didaktiek, klinkt leuk, als er tegelijkertijd in het rooster voor komend jaar bijvoorbeeld een verplichte band met projecten wordt opgenomen.
Als je als leraar, op inhoudelijke gronden, aan dat circus niet mee wil doen, dan sta je in de hoek van mensen die nergens voor open staan en protectionistisch of verzuurd zouden zijn. Een citaat uit het schoolblaadje: “(…) Maar hoe weten deze docenten van elkaar wat ze nou precies doen met die klassen? Hoe maakt men optimaal gebruik van onze talenten? En, belangrijker nog, hoe leren wij van elkaar?
Gelukkig bestaat er al een grote openheid binnen de muren van onze school: de tijd van gesloten, muffe klaslokalen en geheimen voor collega’s is voorbij. Docenten worden langzaamaan trots op wat er gepresteerd wordt tijdens de lessen. Wederom terecht!” Leve het APS!
Deze geroemde openheid werkt trouwens maar één kant op. Kritische noten voor dat zelfde blaadje van ondergetekende werden door de schoolleiding voor plaatsing geweigerd.
Dat van die muffe lokalen klopt wel, maar dat heeft te maken met de beleidskeuze groepen van zo’n 30 leerlingen geen uitzondering te laten zijn.
een ex-leraar wiskunde
Glibberig
Het is een glibberig gebied waar je je in plaatst. Opbouwende kritiek, een observatie of ventilatie?
Op strategisch niveau zijn beleidsmedewerkers, die in samenspraak met overheid en andere disciplines een strategie uitzetten, broodnodig. Managers die op tactisch niveau management taken uitvoeren zijn ook onmisbaar, dat er geen duidelijk innovatie (zijn het methoden, zijn het leerstof) proces aanwezig is waarin vakdocenten worden meegenomen is iets anders. Een organisatie is een samenspel van systemen, processen, mensen, omgevingen, de strategie, het beleid en de leerlingen. Het proces (of het ‘product’) wat het instituut levert word uitgevoerd door docenten.
‘Vroeger’ leerde je de stof andere competenties die met doceren te maken hebben en kon je voor de klas. Innovatie in leermethoden en leerstof zou inderdaad ook in de handen van docenten moeten liggen, maar natuurlijk niet alleen in hun handen. De verantwoordelijkheid ligt immers nog in lijn, die terug te leiden moet zijn naar onze overheid. Ik denk niet dat grijze managers, die hun best doen, het probleem zijn. Ik denk dat ons idee van onderwijs, innovatie en taakverdeling het probleem is.
Sorry.. dit ontgaat me
Ik begrijp weinig van je betoog. Je concludeert dat allerlei managers en beleidsmedewerkers absoluut onmisbaar zijn, maar dat “ons” idee van onderwijs, innovatie en taakverdeling het probleem is.
Zowel voor de eerste als voor de tweede bewering geef je geen argumenten.
Met je zin over vroeger lijk je te bedoelen dat docenten vroeger het vak voor de klas leerden. Ik weet niet wat je met vroeger bedoelt, maar ik ben 25 jaar geleden begonnen en heb gewoon een fatsoenlijke universitaire lerarenopleiding gehad. Met ruim stage en theoretische verdieping. Dat was beslist geen uitzondering.
Ik zie ook niet in waarom mijn visie op onderwijs, innovatie en taakverdeling een probleem zou zijn. Die innovaties liggen bij mij op vernieuwingen binnen mijn vakgebied (wiskunde) en persoonlijke ontwikkeling. Het primaire probleem is juist dat in het hele vernieuwingsproces andere krachten en belangen een rol spelen. En veel daarvan wordt geïnitieerd door de in jouw ogen belangrijke beleidsmedewerkers enzo. Bij dat veranderingsproces weigert men na te denken over draagvlak (anders dan via verdeel en heersstrategieën). Veranderingsmanagers die hieraan voorbij gaan beheersen hun eigen vak niet. En dan krijgen “wij” het verwijt geen zicht te hebben op vernieuwing. Oh ja.. misschien kun je ook nog de etiketten “stoffig” “niet meer van deze tijd” “niet professioneel” en “gericht op achterhaalde kennisoverdracht” plakken, dan is de riedel compleet en gaan “wij” weer stil in een hoekje zitten in volle verwachting van de volgende zegenrijke verandering. Want dan hebben we tenslotte wel een goed beeld van taakverdeling.
organisatiestructuur
Door vele vernieuwers wordt het onderwijs gezien als een productie eenheid met de bijbehorende managers, beleidsmedewerkers en wat al niet meer. Onderwijs is echter dienstverlening waarbij de relatie van de docent en student centraal dient te staan. Ook de innovatie dient vanuit de dienstverleningsgedachte te komen. Vanuit de docent dus.
De organisatie zou het beste vergeleken kunnen worden met een advocatenkantoor. Ook daar moet van alles gebeuren maar de relatie advocaat/client is het allerbelangrijkste. Dat zou bij een opleidingsinstituut ook zo moeten zijn. De leiding moet ondersteuning bieden aan de relatie docent/student. Al het andere dient daaraan ondergeschikt te zijn. Dus geen aparte managerskaste en geen aparte beleidsmedewerkers anders dan in dienst van de docent/student relatie