Wie zich afvraagt wat het bestaan van de vereniging Beter Onderwijs Nederland rechtvaardigt, hoeft alleen maar in plaats van www.beteronderwijsnederland.nl in te typen: www.beteronderwijs.nl.
U komt dan terecht op de website van de Stichting Onderwijs en Methode, die zich op haar manier hard maakt voor beter onderwijs. Deze stichting zet zich in voor onderwijsverniewing middels ICT en ‘het nieuwe leren’. Idealen zijn: “een coachende rol voor de leerkracht en het gedeeltelijk loslaten van het vast curriculum ten gunste van het leren leren binnen een stimulerende context”, ofwel: “van aanbod- naar vraaggestuurd onderwijs”. ICT schept de voorwaarden voor “een grotere differentiatie naar leerling”.
De stichting stelt: “Hoe de computer het beste kan worden ingezet binnen het nieuwe leren, is nog niet uitgekristalliseerd. Hiervoor zijn intussen diverse visies en modellen bedacht die met wisselend succes in de onderwijspraktijk worden toegepast.”
Arme leerlingen!
Beroepscode
Bas schrijft:”De stichting stelt: “Hoe de computer het beste kan worden ingezet binnen het nieuwe leren, is nog niet uitgekristalliseerd. Hiervoor zijn intussen diverse visies en modellen bedacht die met wisselend succes in de onderwijspraktijk worden toegepast.”
Arme leerlingen!”
Zo is dat. Artsen die hun patienten op een dergelijke manier aan experimenten onderwerpen, worden uit hun vak gezet. Het is een van de voornaamste punten waarop reguliere geneeskunde verschilt van alternatieve.
De plechtige belofte om je leerlingen dat niet aan te doen, kan in een beroepscode gedaan worden. Ik heb het sterke vermoeden dat de meeste leerkrachten dat graag zouden ondertekenen. Zelfs leerkrachten die aan dit soort scholing meewerken. Geloven in een (nieuwe) onderwijsvorm is namelijk niet hetzelfde als moedwillig aan (mogelijk schadelijke) experimenten onderwerpen.
De bedoelingen zijn over het algemeen heus oke. Het gaat volgens mij meer over prioriteiten.
“professionals”
De vergelijking met artsen kun je doortrekken naar geneesmiddelenonderzoek. Op het Valuascollege in Venlo was men bezig met het invoeren van ILS, een methode waarbij de leerling leert door te discussiëren in zorgvuldig samengestelde groepjes van 4 leerlingen. Het resultaat van zaken als “leren samenwerken” is natuurlijk moeilijk te meten. Maar ik was stupéfait te merken dat er bij het experimenteren met een lesmethode, waarvan overwogen werd er de standaard van te maken, geen controlegroep aanwezig was om uit te maken of ILS voor het leervak zelf in dezelfde tijd tot betere resultaten leidt dan de traditionele methode. Zulk een experiment zou in de geneeskunde ondenkbaar zijn en is in dit geval onoorbaar gebruik van de afhankelijkheid van leerlingen. Zie hier hoe sommige “professionals” in het onderwijs werken.
(Wat ik hier geschreven heb is ook relevant voor experimenten met ICT)
Of juist helemaal niet
Seger:”De vergelijking met artsen kun je doortrekken naar geneesmiddelenonderzoek.”
Of je vergelijkt het met homeopathie. Het hangt ervan af hoe je er tegenaan kijkt.
Kern is dat het de beroepsgroep reguliere geneeskunde is die de keuze heeft gemaakt uit te gaan van werkzaamheid. De consequentie van die keuze is dat geneeskunde ook slecht voor je kan zijn en dat er dus eerst geëxperimenteerd moet worden of iets nieuws wel goed of beter is. Om te mogen experimenteren is er een ethische commissie die het experiment beoordeeld.
Daarnaast staat de alternatieve club die uitgaat van (eventueel mystieke) ervaringen en beleving. Dat gaat niet verder dan ‘Ik heb heel veel tevreden klanten’ en ‘moet je ook proberen, bij mij hielp het zo goed’.
Het mag allebei. Het kan ook in het onderwijs allebei. Er zou regulier onderwijs kunnen komen dat uit gaat van werkzaamheid. Moet er wel een beroepsgroep zijn die eisen aan zichzelf en hun werk stelt. Zolang die er niet is, is onderwijs vooral te vergelijken met alternatieve geneeswijze. Met kwakzalverij zeggen sommigen zelfs.