Stellingen

1) Het spreken over Nederland als een kenniseconomie is een farce als je kijkt naar de ontwikkeling van ons onderwijs. Het niveau daarvan is in de laatste decennia namelijk schrikbarend achteruit gegaan. Het spreken over ‘andere competenties’ verhult alleen maar wat er aan de hand is.

2) Een tekort aan geld is zeker niet het belangrijkste probleem van ons onderwijs. De huidige malaise is vooral veroorzaakt door jarenlange vakinhoudelijke verschraling van het programma, onverantwoord geëxperimenteer met didactiek en onderwijsvormen, het naar beneden bijstellen van eisen om rendementen te halen en de stelselmatige onderwaardering van de bekwame vakdocent. Het niet stellen van duidelijke eisen aan kinderen is een vorm van verwaarlozing.

3) Goed onderwijs valt of staat met de kwaliteit van de vakdocent. Deze moet gekwalificeerd zijn voor zijn vak en binnen de organisatie de ruimte krijgen om zijn leerlingen of studenten volgens de traditie en opbouw van zijn vak op te leiden, of het nu gaat om lassen of wiskunde.

De positie van de docent is momenteel slecht, wat mede is veroorzaakt door de financiële verzelfstandiging van onderwijsinstellingen en de toegenomen macht van het management en didactici.

4) Het zogenaamd centraal stellen van de individuele leerling (en diens verantwoordelijkheid voor zijn eigen leerproces) heeft tot gevolg dat vakinhoudelijke tradities in toenemende mate worden losgelaten, objectieve criteria van kennis en kunde verwateren, kinderen juist meer op zichzelf worden teruggeworpen, het milieu van leerlingen steeds belangrijker wordt voor hun prestaties en sociale en culturele segregatie toeneemt. Over het geheel genomen komen individuen juist steeds minder tot de ontplooiing van hun potenties binnen ons huidige onderwijssysteem.

5) Het bijbrengen van discipline behoort een wezenlijk element te zijn van vorming – in het kader van vakinhoudelijk onderwijs – en is voorwaarde voor het werkelijk vrij en zelfstandig worden van leerlingen. Met name jongens worden er de dupe van wanneer deze disciplinering en vakinhoudelijke scholing op de achtergrond raakt. Dat blijkt ook uit de cijfers.

6) In combinatie met het opheffen van de ambachtschool ( de LTS) is het gebrek aan discipline een van de belangrijkste oorzaken van de grootscheepse uitval onder VMBO-leerlingen en het door hen niet behalen van een startkwalificatie. Voor opnieuw de ambachtschool en het zogenoemde leerlingenstelsel in, zodat praktisch gerichte kinderen vanaf hun 16e jaar in een beroepspraktijk kunnen gaan werken en niet gedwongen worden hun dagen te slijten in onderwijsprogramma’s die hen niet boeien en waar ze toch weinig of niets van opsteken.

7) Het zogenaamde ‘nieuwe leren’ is de erfenis van een ideologie uit de jaren zestig en zeventig die in veel gevallen minder efficiënt is dan directe instructie en oefening, ten koste gaat van het groepsgevoel en schade toebrengt aan vele leerlingen, omdat die daardoor onder hun niveau presteren. Het is in wezen oude wijn in nieuwe zakken, en bovendien een didactiek die nu juist wordt ingevoerd op een moment dat we maatschappelijk gesproken al lang afscheid hebben genomen van de ideologie waarop zij berust.

8) Het is een schande dat deze uniformerende didactiek de laatste jaren van bovenaf wordt opgelegd aan leraren, of het nu in de vorm van het Studiehuis en de Tweede Fase is of door managers die het wel een wervend sexy idee vinden of er wellicht een aardige mogelijkheid in zien om te bezuinigen, omdat ze daardoor het aantal docentcontacturen kunnen verminderen, dan wel goedkope en ongekwalificeerde leraren in ‘de leerruimte’ kunnen opstellen.

9) Het wordt tijd dat de leraren van alle vakken zich verenigen om de verminking van hun beroep een halt toe te roepen. Gezien het enorme lerarentekort dat op ons afkomt zijn zij nu ook bij uitstek in de gelegenheid druk uit te oefenen op politiek, bonden, scholen en besturen van koepels. Dit tekort kan overigens aardig worden teruggedrongen wanneer alle bij het onderwijs betrokken managers en didactici zich onverwijld laten omscholen en voor de klas gaan staan, zodat ze nu eindelijk datgene mogen doen waarom het allemaal gaat bij goed onderwijs: een goede leraar zijn voor je leerlingen.

Ad Verbrugge

28 Reacties

  1. Al ruim twintig jaar in het
    Al ruim twintig jaar in het onderwijs werkzaam, kan ik uw stellingen alleen maar beamen. Hoe kan het toch dat kennis in scholen zo op de tocht is komen te staan, terwijl Nederland zich voorstaat op een kenniseconomie!

    • stellingen
      Schitterende stellingen! De huidige malaise is zonder twijfel een gevolg van het Geloof in de mens, dat jarenlang gepredikt werd. “Iedereen moet immers alles kunnen!?” Een afwijkend standpunt werd gezien als discriminatie. Pikant detail: de “oude socialisten” van, zeg, de jaren ’20 en ’30 geloofden juist heilig in de vormende kracht van gedegen(klassikaal)onderwijs. Als vader van twee zoons, grootvader van vier kleinkinderen en emeritus TUDelft en Universiteit Twente heb ik de verloedering van het onderwijs van nabij kunnen volgen. Met enig gevoel voor ironie wil ik als remedie aanbevelen: “back to the fifties”.

      • wiskunde onderwijs
        wiskunde onderwijs waarin de begrippen definitie, stelling en bewijs ontbreken, is niet serieus te nemen.
        Verder ontbreken ook basisbegrippen als GGD, KGV en wordt niets gedaan aan talstelsels.
        Alsof er geen digitale revolutie plaatsvindt.

        De remedie lijkt mij reeds in de onderbouw keuze voor wiskunde A of B leerstof mogelijk te maken.
        Leerlingen zonder aanleg voor de exacte vakken gaan maar Chinees leren en beperken zich tot voortgezet rekenen.

        In de amusements-industrie (voetballen en vioolspelen) wordt wel in talenten geïnvesteerd (en geen tijd verspild aan wie geen zin of aanleg heeft).
        En het minder getalenteerde publiek juicht er ook nog voor.
        Na afloop van de voorstelling danken de getalenteerden hun toeschouwers want zij weten dat ze niet zonder kunnen.

        laat ieder ontdekken wat zijn talenten zijn en daarin investeren.
        Maatschappelijk nut moet belangrijk zijn.

    • docentraal
      Ik weet niet of u op uw onderwijsinstelling ook het gratis vakblad (?) ‘Docentraal’ ontvangt. In het maartnummer staat op pagina 19 dit keer een verslag van een bezoek van Maria van der Hoeven aan een studiedag van het CPS (jawel). Misschien dat haar uitspraken u helpen bij het beantwoorden van uw vraag.

      Als iemand overigens kan vertellen in wiens opdracht ‘Docentraal’ gedrukt wordt, zou ik het graag horen.

    • welke kennis
      Over wat voor soort kennis heeft u het ? (parate) Cognitieve kennis ? Geïntegreerde kennis ?
      Hein Baart

  2. Verschraling onderwijs
    De genoemde punten kan ik alleen maar onderschrijven. Echter als je je bedenkingen richting mevrouw van de Hoeven uit,is haar reactie steevast:”Deze reactie ken ik niet uit de berichten die mij bereiken. Ofschoon er uiteraard verbeterpunten zijn, is het huidige schoolsysteem uiterst efficiënt en biedt het de kinderen optimale kansen.” Leest zij geen fora, kranten of tijdschriften? Staat haar TV steevast op het sprookjeskanaal? Of is het nog kwalijker: namelijk niet kunnen toegeven dat het ministerie van onderwijs, cultuur en wetenschappen al jarenlang niet weet wat zij met een overschot aan onderwijskundigen moet doen. De politiek sluit de ogen en de oren omdat alle politieke partijen hun rol hebben gespeeld om onderwijs naar de knoppen te helpen. Hierop terugkomen zou onoverkomelijk gezichtsverlies tot gevolg hebben.

  3. “Je hebt twee soorten
    “Je hebt twee soorten dwazen.
    De eerste zegt: Het is oud, daarom is het goed.
    De tweede zegt: Dit is nieuw, daarom is het beter.”

    (Lawrence Peter)

    • Socrates
      Socrates:

      “Jij hebt twee soorten dwazen: Degene die schreeuwen en tegen alles zijn en degene die zwijgen in alle omstaandigheden. De laatste zijn minder lastig omdat ze minder lawaai maken”.

  4. stelling 6
    Het is zo jammer dat u deze stelling (6)niet kunt onderbouwen met adequaat vergelijkend onderzoek. Het is nu zo ‘van horen zeggen’. En het is zo veel koren op de molen voor notoire (onderwijs)mopperaars die zich helemaal niet bezighouden met didactiek.There is not one best way of…..Ik heb veel waardering voor uw inspanningen het onderwijs te verbeteren, maar hoop wel dat u ook open staat voor voor succesjes die in experimentele concepten behaald worden. Hein Baart -docent MBO

    • Adequaat vergelijkend onderzoek
      Op deze website gebeurd dat onderbouwen wel degelijk hoor. Kijkt u eens naar dit stukje op de website of dit stukje.

      Heeft u trouwens adequaat vergelijkend onderzoek als onderbouwing van de succesjes die volgens u in experimentele concepten behaald worden? Ik ben erg nieuwsgierig.

    • onderbouwen
      Beste Hein,
      Is onderbouwing(wetenschappelijk) niet juist datgene wat ontbreekt bij het nieuwe leren. Ik nodig je uit om de onderbouwing van het nieuwe leren aan te tonen. Volgens mij berust het nieuwe leren alleen op aannames welke ik in iedergeval niet deel. Ik wil hier nog wel een stelling aan toevoegen namelijk dat het nieuwe leren een korte termijn schijn oplossing is voor mensen die weinig moeite willen doen zowel in geld als in inspanning om onze kinderen groot te brengen op een wijze dat zij zich adequaat kunnen handhaven in deze wereld nadat wij er niet meer zijn.
      Corgi

      • Nou nou
        Beste Corgi,

        Sommigen geloven echt in het nieuwe leren en denken daadwerkelijk dat zij kinderen hiermee van dienst zijn. Dit geloof kunnen wij misplaatst vinden, maar sommigen hebben hun hart wel degelijk op de juiste plaats. Het is niet zo netjes en niet juist dat je in je comment hierboven al de voorstanders van het nieuwe leren wegzet als een soort onmensen.

        • nou nou
          beste Hein,
          Het valt niet altijd mee om mijzelf correct uit te drukken. Niets ten nadele van de mensen die er echt in geloven. Wat ik alleen wil zeggen is dat het nieuwe leren, door gebrek aan onderbouwing, zich gemakkelijk leent voor diegene die vinden dat het allemaal een tandje minder kan.
          Corgi

          • tandje minder
            Geachte Corgi,

            Over tandje minder gesproken : in het door u zo aangeprezen concept is daar ook alle ruimte voor… Het rooster bekijken en dan zo proberen te schuiven dat de week er zeer aantrekkelijk uitziet. Dat is me dikwijls gelukt hoor. In het huidige concept kijk ik niet op een uurtje / weekje. En er zijn velen met mij die niet doen. Ik werk nu met erg veel plezier samen met tevreden leerlingen hoor.

          • tandje minder
            Beste Hein,
            Je leerlingen zijn gelukkig tevreden, dat doet mij deugd maar leren ze ook genoeg? Ik nodig je uit in mijn blog te kijken naar “Onderwijs is geen funfactory”.
            Corgi

  5. correctie vorige reactie : stelling 7
    In mijn vorige reactie doelde ik op stelling 6. Ik bedoel stelling 7
    Hein Baart

  6. Tekort?
    Stelling 9 spreekt van het dreigende lerarentekort: hoe zeker is het dat dat tekort zich inderdaad zal aandienen? Er is bijvoorbeeld een ruim overschot aan lerarenbasisonderwijs. -Weet iemand het naadje van de kous?

    Ik vraag me namelijk af hoe sterk leraren staan- mijn ervaring is dat dat wel meevalt, dwz.: niet zo heel sterk. Als je iets principieel weigert is het advies dat je maar beter kunt gaan. En dan zit er ook niet veel anders op dan maar te gaan. Heus, ik ben niet zo zeker van de zaak.

    • Tekort ?
      Een maand geleden vertelde een PABO-docente (Fontys Sittard) mij:
      ‘4 jaar geleden vertelden we onze studenten, dat ze het werk voor het uitzoeken hebben. Ik durf ze nu niet meer aan te kijken.’

      Het is een algemeen probleem. Aan vanalles is een tekort, maar probeer maar eens een baan te krijgen.

      Mijn situatie: fysicus, ervaring in R&D, programmering, eerste-graads bevoegd natuurkundedocent. Al ruim 3 jaar geen werk, ondanks intensieve reintegratie, ik sta voor vrijwel ieder beroep open. Omscholingen/bijscholingen: mooi, maar ik krijg ze niet. En van een sociaal minimum kan ik het zelf niet betalen. Ook in een vorig leven was ik een paar jaar werkloos.

      Een ander punt: men spreekt over onbevoegd lesgeven. Waardoor kom dat: omdat men geen bevoegden kan krijgen, of heeft een school misschien andere redenen om onbevoegd les te laten geven ?

        • Niet altijd…
          … zijn onbevoegden goedkoper. Sterker nog, op de meeste middelbare scholen staan alle leraren, bevoegd of onbevoegd, samen in loonschaal LB. Om vervolgens via POP’s en competentiescans onderling te strijden om die paar LC- en LD-plekken.

          Misschien, maar nu gok ik, hebben onbevoegden i.h.a. minder inhoudelijke onderwijsideeën en kunnen via wat APS-werk makkelijker “bijgeschoold” worden. En dan weet je wat je krijgt als schoolleiding. Ik weet het niet.

  7. Stelling 9 en reactie op stelling 6
    Ad stelling 9 en reactie op stelling 6.
    Ik zit nu 30 jaar in het onderwijs (middelbaar, universitair) en spreek uit heel veel ervaring als ik stel dat eventuele individuele didactiek-succesjes (mij niet bekend) volkomen in het niet vallen bij de onderwijsellende die ik veroorzaakt heb zien worden door (een teveel aan) didacticiek.
    Of vindt iemand het een succes als de student die een lerarenopleiding gaat volgen de helft van zijn tijd (of meer) NIET besteed ziet worden aan zijn vak? Je verleert het, hoor, als je er 1 à 2 jaar niet veel meer aan doet.

  8. stellingen
    geachte Ad Verbrugge, hartelijk dank voor uw bevlogen woorden die me raken en onnoemelijk blij maken. Als lastige en veeleisende docent binnen het kunstvak onderwijs deel ik uw bezorgdheid. Inhoudelijk reageren op uw stellingen zou teveel ruimte vragen. Ik wens u oneindig veel warmhartige heldere medestanders die over hun eigen ego heen kunnen springen, vriendelijke groet, machteld hauer

    • Multatuli
      Lasteraars en dichters scheppen niet. Ze rangschikken.

      Ach, niets is volmaakt… zelfs niet de leugen!

      Ik zal u vertellen hoe de nederigheid in de wereld is gekomen.

      Pygmee was klein van statuur en hield er van heen te zien over anderen. Dat zelden lukte omdat-i zo bitter klein was.

      Hy ging op reis en zocht mensen die kleiner waren dan hy maar hy vond ze niet. En z’n begeerte om heentekyken over anderen, werd al heviger en vuriger.

      Hy kwam in Patagonië waar de mensen zoo groot zyn dat ’n kind, terstond na de geboorte, heenziet over z’n vader.

      Dit beviel Pygmee niet… in ’n ander. Maar uit wanhoop om menschen te vinden, kleiner dan hy, bedacht hy een middel. Hy vond ’n deugd uit, die voorschreef als eerste beginsel : wie grooter is dan Pygmee, moet zich bukken tot onder de gezichtslyn van Pygmee, en de nieuwigheid vond ingang. Alle Patagoniërs werden deugdzaam. Als iemand zondigde door rechtopgaan tegen de “eerste beginselen” van Pygmee’s deugd, werd hy op eigenaardige wyze gestraft . Al wat gebogen was en deugdzaam, sprong den hardnekkige om den hals, en trok hem naar beneden, tot z’n hoofd het peil bereikte van patagonische braafheid. En wie heel Patagonië op z’n schouders droeg zonder deugdzaam te worden, werd te pronk gesteld met ’n bordje waarop ’n patagonisch woord geschreven stond, dat eigenlyk betekent: deze man stond Pygmee in den weg.

      Dit woord vertaalt men in ’t hollandsch met: hoogmoed.

  9. stelling 7
    Met alle stellingen ben ik het eens behalve met stelling 7.
    Het is een hardnekkig en wijdverbreid misverstand HNL een erfenis van de jaren zestig en zeventig te noemen. Nu moet ik, een liefhebber van de jaren vijftig, de jaren verdedigen waarin de verbeelding aan de macht was. Het uiteenlopende en deels tegenstrijdige gedachtengoed achter onze onderwijsvernieuwingen is veel ouder. Eén essentieel onderdeel: het depreciëren van kennis en de zogenaamde feitjes en de gelijktijdige opkomst van algemene vaardigheden en de hogere vaardigheden vinden we meesterlijk bestreden door Plato in zijn geruzie met de sofisten. In de nieuwere tijd vanaf 1500 keren de algemene vaardigheden terug bij Ratke (Ratichius), de pansofische Comenius en daarna zijn ze nooit meer weggeweest. Alle andere onderdelen als ondermeer: leerlinggericht leren, zelfstandig leren, leren door doen, ervaringsleren zijn van minder oude datum maar komen vanaf 1500 opzetten om na 1900 vooral in de VS ruim baan te krijgen. Over die laatste periode leest men het best: Lawrence Cremin, The transformation of the school, Vintage Books, New York, 1961; met de ondertitel: Progressivism in American Education 1876-1957. Wat men in Nederland niet weet is dat het primaire en secundaire onderwijs in de VS tussen 1918 en 1957 erg veel leek op het studiehuis ten onzent. Over een kans op ervaringsleren gesproken: gemist!
    Ik zal nog wat oude columns “Uit de tijd” genaamd, over onderwijsvernieuwers uit het verleden op m’n blog zetten, voor de liefhebber.

    willem smit

Reacties zijn gesloten.