Uitgangspunt in het moderne onderwijs vandaag de dag lijkt steeds vaker te zijn dat het onderwijsproduct verkocht dient te worden en derhalve leuk, flitsend etc. dient te zijn. Als docent moet je ook vooral geliefd zijn in dit proces. Zo niet dan “weigert”de student zich in te spannen, zo lijkt het. Dit impliceert dan dat we als mens een selectie zouden kunnen maken in leuke en niet leuke zaken waarbij we dan zonder consequenties de vrijheid lijken te hebben om de niet leuke te elimineren. Zo kun je van een moderne student, zo stelt men, niet meer vragen om 45 minuten op te letten en de wijze woorden van de leermeester tot zich te nemen. Wat al helemaal uit den boze lijkt is dat je aan een student vraagt om iets te doen zonder dat deze nu al duidelijk kan zien waar het in zijn of haar eigen belevingswereld nut heeft. Deze beide zaken zijn een regelrechte ramp voor een ieder die probeert theoretische basissen aan te brengen alvorens in projecten te gaan toepassen en vooral voor docenten die zich bezig houden met basisvakken zoals wiskunde, mechanica etc. Mijn ervaring is dat b.v. bij PGO-onderwijs, het antwoordt op dit dilemma, door de studenten veel toegepast wordt zonder kennis van zaken. Een nog negatievere ontwikkeling dan PGO zonder basis is de neiging ,om de reden dat iets niet leuk is, het dan helemaal maar niet meer te doen(wiskunde op de HAVO). Waar is hierbij nu het “bikkelen” gebleven omdat je iets wilt weten of kunnen en of begrijpen Ronduit beledigend vind ik hierbij de veronderstelling dat je als docent gedwongen zou moeten worden om de student tegemoet te komen of anders gesteld dat je als docent een sta in de weg bent voor plezierig onderwijs. Een docent is in mijn ogen een leider en een provider maar ook een professional die nadenkt over de effectiviteit van zijn of haar methodes. En waarom zou je iets saai etc. brengen als het ook leuk kan. Dit geeft toch voor beide een win/win situatie. Corgi