In Leiden, lees ik in De Telegraaf, zijn de aankondigingen in het busverkeer tegenwoordig uitsluitend in het Engels. Een enkeling ergert zich eraan, maar de meeste passagiers laten het gelaten over zich heenkomen volgens deze krant. Je kunt je ook overal druk over maken zal ik maar zeggen. We raken eraan gewend. In de Rotterdamse metro en ander openbaar vervoer zijn de aankondigingen al enige tijd tweetalig. Metro lijn wordt metro line (spreek uit mètro, met een korte e dus) en Maritiem Museum Maritime Museum. Overstappen wordt “Change here for the tram and the bus”, links uitstappen wordt “exit on the left” etc . De uitspraak is, dat moet gezegd, perfect, bijna overdreven en werkt daarom, bij mij althans, soms op de lachspieren. (Heeft de gesproken Engelse taal van nature iets komisch?) Het went wel. Het voornaamste nadeel is dat men bij elke halte een hele tweetalige riedel over zich heen krijgt. Nogal storend bij het lezen van een boek, maar ja, tachtig procent van de passagiers zit toch onverstoorbaar naar een schermpje te turen.
De verengelsing lijkt onstuitbaar en de onverschilligheid daarover zou je licht schokkend kunnen noemen. Gelukkig klinkt op de universiteiten het protest steeds luider en dringender. Ik vind, dat je dat van een culturele voorhoede mag verwachten maar het heeft, ondanks de vroege waarschuwingen van Ad Verbrugge en nog een paar anderen, toch nog even geduurd. Het laatste BON symposium in Driebergen was over deze kwestie glashelder. Politici van allerlei signatuur hoor ik roepen, dat het Nederlands de norm moet zijn en blijven. Het wordt tijd dat de universiteiten tot inkeer komen en dat het nieuwe kabinet hiermee snel aan de slag gaat.
Laat een reactie achter
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.