Nederlandse basisscholen bepalen zelf in grote mate hoe ze hun onderwijs vormgeven. Dit is wettelijk verankerd in artikel 23 van de Grondwet en het biedt ons leerkrachten veel vrijheid in de uitoefening van ons vak. Maar wat nu als scholen didactieken gebruiken die het leren van kinderen belemmeren? Als er onbewezen aanpakken worden gehanteerd die niet effectief zijn of als er ronduit sprake is van kwakzalverij? Mag je kinderen hieraan blootstellen? Mag je experimenteren met hun toekomst? De meeste mensen zullen zeggen van niet. Maar de praktijk is helaas anders.
In Het Parool van 11 november 2017 las ik over een basisschool waar kinderen in eigen tempo met een iPad leren. De leerkracht is een coach die helpt in plaats van een leerkracht die onderwijst. Het onderwijsconcept heet 04NT (ook wel Steve Jobsscholen genoemd) en is bedacht door Maurice de Hond. De resultaten zijn vier jaar na de invoering dramatisch. De kinderen leren niet genoeg op het gebied van taal en rekenen en het is onveilig op de school. Geen goede basis voor ontplooiing. De Onderwijsinspectie beoordeelt de school als zeer zwak, het laagste oordeel dat een school kan krijgen.
Dat dit de uitkomst zou zijn, was eigenlijk al bekend bij de start van de school. Want ook in 2013 beschikten we al over een grote hoeveelheid wetenschappelijk onderwijsonderzoek: meta-analyses waarin honderden onderzoeken zijn geclusterd en waaraan tienduizenden leerlingen hebben deelgenomen. Deze laten zien dat onderwijsvormen waarbij de leerkracht wordt gedegradeerd tot coach en kinderen regie moeten nemen over hun eigen leren, zeer ineffectief zijn.
De uitkomsten van het experiment O4NT waren vooraf dus al te voorspellen en toch kreeg deze school de ruimte om experimenten met de toekomst van kinderen. De Onderwijsinspectie grijpt pas in als het experiment mislukt is en de leerlingen vier jaar lang onvoldoende hebben geleerd. Die leerlingen kunnen de verloren jaren niet overdoen.
O4NT is helaas niet het enige mislukte experiment in het Nederlandse onderwijs en het is ook niet nieuw. Het concept van de leerkracht als coach is hopeloos ouderwets en ondeugdelijk, maar duikt steeds weer op onder nieuwe klinkende namen, zoals onderwijs 2032, 21ste-eeuws leren en gepersonaliseerd leren.
In de jaren ’90 van de vorige eeuw werd onder de naam ‘het nieuwe leren’ op veel scholen precies hetzelfde geprobeerd. Dit liep dusdanig uit de hand dat er een parlementaire onderzoekscommissie werd ingesteld, die oordeelde dat de “wetenschappelijke onderbouwing van het nieuwe leren grotendeels ontbreekt.” Het is dezelfde opgewarmde prak op een nieuw glanzend bord en daarvan rapen we nu de scherven weer op.
Het zou goed zijn als de Onderwijsinspectie een proactieve houding aanneemt en kinderen beschermt tegen onderwijskundige experimenten waarvan al vooraf duidelijk is dat deze de ontwikkeling hinderen. Het nieuwe toezichtskader biedt een kans, want hierin schrijft de Onderwijsinspectie: “We onderzoeken of de school volgens wetenschappelijke inzichten goed onderwijs realiseert.” Durft de Onderwijsinspectie scholen hierop echt aan te spreken? Ik hoop het. Dat is namelijk beter dan achteraf de beoordeling ‘zeer zwak’ te moeten uitdelen.
Zo eenvoudig ligt het niet. Ik herinner mij dat een basisschool met ouderwetse methode goede onderwijsresultaten bereikte waarvan vooral allochthone leerlingen de vruchten plukten. De inspectie erkende dat maar wilde dat de basisschool haar methode zou aanpassen om een betere aansluiting met de methode van de vervolgscholen te bereiken. Was die basisschool nu wel of niet een goede school? Het is maar wat je het belangrijkste vindt: het goed leren van taal en rekenen of de voorbereiding op de vervolgschool. Goed onderwijs is subjectief. Het kent vele doelstellingen: overdracht van kennis en inzicht, zelfstandig leren werken/studeren en ook nog goed in een groep functioneren, sociale gelijkheid bevorderen en extra steun voor kinderen die vanuit een achterstandsituatie vertrekken. Wat is nu de volgorde van belangrijkheid en in hoeverre wegen tijd en moeite besteed aan het bereiken van een bepaalde doelstelling op tegen het daarin bereikte resultaat? Daarenboven gaat het niet om een eenvoudige maximering: het nastreven van het ene doel kan de efficiëntie van het bereiken van een ander doel sterk aantasten. En daarover gaat ook de huidige onderwijsstrijd.
Het is niet zo dat onderwijskundigen er gekomen zijn omdat het onderwijs verbeterd moest worden. Het is eerder omgekeerd. Er zijn onderwijskundigen die zich waar moeten maken en daarom proberen te verzinnen hoe ze het nog beter kunnen maken. Mede door hun kansen te gegeven is het onderwijs in een crisis geraakt. Door alle mislukkingen die bij het hervormen van het onderwijs opgetreden zijn meen ik, vanuit de positie van een ouder redenerend, dat we geen behoefte hebben aan inspecteurs die als superdeskundigen gaan bepalen of “[de –>] een school volgens wetenschappelijke inzichten goed onderwijs realiseert”.
En Luc Stevens en Rob Martens waren zo enthousiast over O4NT.
Bron: stevejobsschool.nl/steun-van-prof-luc-stevens-en-prof-rob-martens/
Rob Martens: “Het initiatief van o4nt is heel belangrijk voor het Nederlandse onderwijs. Terwijl het debat over ons onderwijs de afgelopen jaren wel erg conservatief en negatief werd, ging de informatierevolutie in de samenleving gewoon door. Tablets en smartphones zijn diep doorgedrongen. Alle informatie altijd overal beschikbaar. Onderwijs kan niet langer blijven doen of er niets gebeurd is. Kinderen moeten worden voorbereid op de samenleving van morgen, en er liggen ook nog eens geweldige kansen om onderwijs beter te maken. Beter passend, spannender, relevanter en vooral meer motiverend. 04nt is een ontdekkingstocht begonnen waarvan niemand precies weet waar deze uitkomt.”
Een conservatief debat? Dankzij BON werd er nog een beetje tegengesputterd maar de progressieve machthebbers, op weg naar O2932 zijn in hun enthousiasme haast niet te stuiten
Een negatief debat? Op twee manieren. De progressieven schrokken van hun vele mislukkingen omdat zij werkelijkheid en wensdenken niet met elkaar konden verzoenen. En de retrograders die soms niet in de verwezenlijking van de denkbeelden van de progressieven geloofden of ze afkeurden en die zagen wat er allemaal kapot gemaakt werd.
Maar Rob & Luc plakken twee dingen aan elkaar. Dat je op je eigen houtje of op school je moet voorbereiden op het latere gebruik van elektronische hulpmiddelenen en dat je daarnaast veel dingen moet leren die helemaal los staan van van de IC-wereld en waarvoor je misschien wel maar waarschijnlijk niet het beste e-hulpmiddelen kunt gebruiken. Ik zie dat als een opzettelijke denkfout, doorzichtig lobbyen.