Er zijn in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk 2 destabilibserende grroepen. Eén van die groepen is het proletariaat dat meent geen baat te hebben gehad bij de internationale economische expansie en de middengroepen die vrezen dat door slecht en duur onderwijs hun kinderen niet hogerop komen en het daardoor ook niet beter zullen krijgen. Daarom May in het VK, Ernie Sanders en Trump in de VS. Sanders is uitgerangeert en met Trump als president proberen ebben de laagopgeleiden en arm geblevenen hun proteststem te laten horen. Het is daarom betreurenswaardig dat beter onderwijs, in de vorm waarin BON dat ziet, in geen enkel politiek programma terug te vinden is. In Nederland wordt de kwaliteit van het onderwijs uitgehold door wereldvreemde theorieën, afkeer van intellectuelen, onbetaalbare overhead en grote aantallen EU-studenten die (denk aan het collegegeld) grotendeels op kosten van de Nederlandse gemeenschap studeren. Hoe kan het dat geen enkele politieke partij dat onaanvaardbaar vindt? Weet iemand raad?
Laat een reactie achter
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.
Bij de “vijf gedeeltde
Weer vier jaar wachten?
Weer vier jaar wachten?
De linksee coalitie heeftwaarshijnlijk niets in pectore voor intelligente leergierige leerlingen. Desgevraagd zullen de samenstellende partijen zeggen dat zulke leerlingen in een inhomogene klas waarin veel zelfstandig of in groepjes gewerkt wordt middels verrijkingsstof wel aan hun trekken zullen komen.
BON is er zich bewust van dat die verrijking voor de betere leerlingen in grote inhomocene klassen onmogelijk en in in kleine homogene klassen niet optimaal is. Wat ze waarschijnlijk niet zullen bestrijden is dat op de momerenten dat er in zo'n klas toch frontaal les gegeven wordt de zwakkere leerlingen van de sterkeren leren en dat dat vanwege het lage tempo ten koste van die sterkere gaat.
Het voordeel dat er bij uniforme brugklassen twijfelgevallen zonder omweg bij een hoger schooltype kunnen instappen weegt m.i. ook niet op tegen de vertraging voor die scholieren waarvan al eerder duidelijk was dat ze op een vwo thuishoorden oplopen. Daar komt nog bij dat het toevoegen van oorspronkelijke twijfelgevallen aan het vwo-contingent de druk om het vwo te verlagen opvoert. Een "te moeilijk vwo" levert immer te weinig geslaagden.
Er zit waarschijnlijk in de inborst van de partijleden niet iets goeds verborgen voor de leerlingen die op hun twaalfde al duidelijk vwo-potentie hebben en dat na de verkiezingen ex corpere zou kunnen gaan.
Als niemand op dit moment enige politieke partij kan overtuigen dat er meer voor de topo-scholiren moet worden gedaan moeten we waarschijnlijk weer vier jaar wachten voordat dat inzicht weer een rol kan spelen bij de verkiezingen.
De reddingsactie voor de
[Reactie op het artikel