Aan alle kanten wordt gepraat over de hoeveelheid geld die wel of niet nodig is voor onderwijs.
Dat is geen probleem, je dient scherp te blijven op dit soort zaken.
Helaas is de normale gesprekstoon allang veranderd in gebekvecht over welles/nietes.
Dus laten we de kluwen vechtenden even los en doen een paar stapjes naar achteren. Wat gebeurt er nu eigenlijk? Waar kijven we over?
Ook in deze zaak is het drijfzand verradelijk. Teveel richten op iets wat niet de kern van het probleem is, maakt die kern onzichtbaar en vervolgens onbesproken.
Het kan zijn dat dit per ongeluk gebeurt, het gebeurt regelmatig met opzet. Erom heen kletsen kan eindeloos duren en niemand hoeft in de tussentijd de echte pijn aan te pakken.
Wat voor onderwijs wil je eigenlijk?
Waar moet een diploma VMBO, Havo, VWO, voor staan. Welke vaardigheden moet een leerling bezitten na het behalen van een dergelijk diploma.
Volgens mij staan die dingen allang op papier.
Volgende vraag: wat is ervoor nodig om dat mogelijk te maken.
Hier begint het gekijf al, dus houdt even je mond en denk na. Wat is er ECHT NODIG om dit mogelijk te maken:
Hoeveel uitlegtijd wens je aan stof te besteden
Hoeveel controletijd wil je op het huiswerk zetten
wie voert die controle uit
Verwacht je dat leerlingen op school een hoeveelheid tijd aan hun huiswerk gaan besteden? Zo ja, hoeveel en waar.
Verwacht je dat een leerling standaard een huiswerkbegeleider nodig heeft? Zo ja, particulier of collectief.
Pas als je eerlijk bent in wat je wilt, kun je een bijbehorende tijdsinspanning maken. Elke cursus time management begint met: een complete inventarisatie. Dingen weglaten maakt de hele inspanning waardeloos. Als er iemand is die dat expres doet, is diegene dus aansprakelijk voor alle weggegooide tijd en geld. Die rekening ga jij niet betalen, dat zal lekker worden.
De volgende stap, is een taakbelasting ontwikkelen, die past bij de realiteit.
Hier gaat het gierend mis. De ene kant bepaalt de norm, maar verstopt hem. De andere kant is het er niet mee eens maar komt niet met een tegenbewijs. Excuus voor de uitdrukking: we staan als docenten als een klein kind te springen naar een groter kind, dat treiterig iets achter de rug houdt.
In plaats van met dertig man de bullebak te dwingen de spullen af te geven, gaan we staan huilen. Resultaat: nul. Aan het eind van elk treffen loopt de grote weg, met zijn weggemoffelde papieren en de kleintjes gaan sloffend naar huis.
Dit kun je makkelijk jaar in jaar uit volhouden. Mij bekruipt dan wel het gevoel van een ezel en een steen.
Hoe loop je om die steen heen?
Als je die papieren echt niet te pakken krijgt en je ouders geloven je pas als ze de letters op papier zien, dan schrijf je het zelf. Laat die grote lummel zijn spullen maar houden. Schrijf het zelf op en geef het aan je ouders.
Misschien blijkt dan wel dat jouw papieren en die van de grote jongen helemaal niet op elkaar lijken. Dan is het verschil ZICHTBAAR. Zolang we dat niet aantonen, kunnen we op ons kop gaan staan, niemand luistert.
De laatste stap is de ouders informeren:
Zijn jullie het eens met de waarde van de diploma's
willen jullie erop inleveren, zodat het goedkoper wordt?
zo nee, dan kost dat geld. De besteding van dat geld mag strikt verantwoord worden, dat is helemaal niet eng.
Laten we wel zijn. De huidige trend om vrijwillige extra inspanning aan de docenten te vragen ( naast het niet al te geloofwaardige taakbeleid), past wel bij een derde wereldland dat zijn begroting over de balk smijt.
In dit land, waar we geld hebben om boekjes te laten drukken en landelijk uit te delen, waar we blijkbaar nog steeds geld zat hebben om door ons ongewenst werk uit te besteden en zelf betaald thuis te zitten, hebben we het er niet voor over om de kinderen op te leiden naar de behoefte van de economie.
Nog even en onze diploma's worden afgewaardeerd.
Wij mogen binnen de landsgrenzen wel doen alsof we ze waardevast vinden, net als de beoordeling van kredietwaardigheid zitten er in het buitenland mensen die niets met onze zelfbelazering te maken hebben.
aux armes, professeurs, aux
aux armes, professeurs, aux armes enseignants ! Marchons
Dat praten over wel of niet in het onderwijs bezuinigen is precies een voorbeeld van het zich niet richten op de kern van een probleem en een bewuste poging van belanghebbendenom het hoofdprobleem om de kern van het probleem onzichtbaar en vervolgens onbesproken te houden.
Dingen weglaten maakt de hele inspanning waardeloos. Als er iemand is die dat expres doet, is diegene dus aansprakelijk voor alle weggegooide tijd en geld. Die rekening ga jij niet betalen, dat zal lekker worden.Een discussie over het goed besteden van geld kun je dus voorkomen door te zeggen dat het onderwijs belangrijk is en er meer geldt naar toe moet. De schoolbesturen en de politici doen daar om de hen moverende redenen enthousiast aan mee.
Bij het taakurenbeleid gaat het gevecht niet over wel of niet meer taakuren voor de docent. In plaats van meer geld vragen bij de overheid om de docent verder te ontlasten laten de schoolbesturen de docenten zelf de rekening betalen en de docenten blijken daartoe nog bereid te zijn ook. Dat "weglaten van dingen" door schoolbesturen bij het bepalen van docententaken komt overeen met wat de parlementariërs in de Tweede Kamer doen als het over de begroting van "Onderwijs" gaat. Alleen gebeurt het daar op hoger hiërarchisch niveau.
Veel BONners zijn het er over eens dat dat het falen van de parlementariërs bij het onderwijs niet een kwestie is van gebrek aan inzicht en ook niet het ontbreken van competenties. BON heeft zoveel aan het licht gebracht dat het duidelijk onwil is om onderwijs te gebruiken waarvoor het gedacht is en tot zo'n 30 jaar geleden gebruikt werd. Ik zie voor BON geen andere weg meer naar beter onderwijs dan in de politiek te stappen.
Veel BONners zijn het er over eens dat dat het falen van de parlementariërs bij het onderwijs niet een kwestie is van gebrek aan inzicht en ook niet het ontbreken van competenties. BON heeft zoveel aan het licht gebracht dat het duidelijk van onwil is om onderwijs te gebruiken waarvoor het gedacht is en tot zo'n 30 jaar geleden gebruikt werd. Ik zie voor BON geen andere weg meer naar beter onderwijs dan in de politiek te stappen.
Laten de BON-leden die dat ook zo zien zich verenigen in een clubje BONradicalen waarvan de leden geregeld overleg met elkaar voeren. Wordt jij lid nummer 2?