De vervuiling door de pedagogische centra gaat ongehinderd door. Ik de wiskunde E-brief lezen we:
Dit was geen rekentoets! (reactie)
Ik ben het oneens met de kritiek op de rekentoets van Karin den Heijer in wiskundE-brief 629. Ook mijn collega’s en ik vonden het spannend hoe de toets er uiteindelijk uit zou zien en wat onze leerlingen ervan zouden maken. Maar veel van de beschreven problemen zijn met een degelijke voorbereiding te voorkomen.
Dat tachtig procent van de toets met een rekenmachine mag worden gemaakt, is al lange tijd bekend. Met de invoering van de rekentoets wordt ook niet beoogd om alleen kale rekenvaardigheden te toetsen. Er wordt vooral ook beoogd om de Nederlandse burger op rekengebied weer wat weerbaarder te maken in praktijksituaties.
Over afronding is ook al het nodige gezegd in de stukken van het Cito en bijvoorbeeld op cursussen van het APS. Hetzelfde geldt voor het uiterlijk van de digitale rekenmachine en het feit dat er niet teruggebladerd kan worden.
Ondubbelzinnig en goed niveau
Het is ook niet zo dat je als docent voor de beoordeling van de toets afhankelijk bent van de verslagen van leerlingen. Het is namelijk goed mogelijk om als docent ook een (proef)toets te maken. De 3F-toets was naar mijn idee van een behoorlijk niveau. De vragen waren veelal ondubbelzinnig geformuleerd en de informatie was wel degelijk compleet. Het plaatje van de kerkklok betrof bijvoorbeeld duidelijk een spiegeling in het wateroppervlak.
Richard van Eeden, docent wiskunde, Gymnasium Camphusianum, Gorinchem.
Een oude blog dit, waarin ik schreef over Moderne Wiskunde:
Het helpdeskboek bij Editie 9, deel 3, pagina 74, opgave 2b. Een zogenaamde 0 gedeeld door 0 limiet. De uitleg impliceert dat 0 gedeeld door 0 limieten als uitkomst altijd 1 hebben. Sterker nog, er staat in feite uitgelegd, zie de bijlage, dat …………… ongeveer 0 gedeeld door ongeveer 0 is gelijk aan 1. Nou, dat is nog eens wat anders dan die 2/3=0,66 in de kennisbasis voor de PABO. beteronderwijsnederland.net/node/7677
x / ( e^x – 1 )
Als ik de bijlage goed begrijp, is de bewering
x / ( ex – 1 ) = 1
????
Dus ook als, bijvoorbeeld, x = 2,
waaruit volgt e2 = 1
ergo e = 1.
Heel bijzonder.
De correcte limiet, voor x naar 0 , kun je die ook nog even geven?
[titels accepteren geen HTML, HTML ‘sup’ werkt daar niet]
of e=-1,
de correcte limiet is 1.
Om te huilen dit, maar niet fouter dan wat bij wet tot norm verheven is:
www.beteronderwijsnederland.nl/node/7883
Ik krijg toegestuurd:
Ben,
Zie bijvoorbeeld Basisboek Wiskunde, p. 161. De correcte limiet is
lim(x–>0) (ex – 1) / x = 1.
Dit kun je zien als een van de mogelijke definities van het getal e = 2,71828…
In Moderne Wiskunde gaat het om de omgekeerde limiet, die dus ook 1 is. Maar in die tekst staat zoveel onzin bij elkaar, dat er niet aan te beginnen valt om er serieus tegenin te gaan. De “redenering” kun je met evenveel recht (????) voor elk grondtal a >0 toepassen, dus
lim(x–>0) x / (ax – 1) = 1 voor alle a > 0.
Leuke opgave: leid hieruit af dat alle getallen aan elkaar gelijk zijn.
Enfin, antwoordenboekjes staan vaak vol fouten. Laten we het daar maar op houden. Maar welke verdorven geest die blijkbaar niets van wiskunde weet, heeft zoiets bedacht?
Maandag bij de tussendoelenmeeting
is er vast wel iemand die weet wie.
We vragen het
Jenneke.