Op onze onvolprezen site “Extern nieuws” lees ik een bericht dat jongeren jonge schrijvers beter kennen dan “de Grote Drie”. Reve, Mulisch en Hermans spreken niet meer zo aan, Vuijsje en Giphart des te meer; lange rijen voor een handtekening van Kluun. Is dit nu zo bijzonder? Neen, want smaak heeft tijd nodig om zich te ontwikkelen. En je hebt goede leraren Nederlands nodig als betrouwbare gidsen in het oerwoud van de literatuur. En dan nog houdt de jeugd nu eenmaal zijn eigen smaak en heeft zij de van alle tijden behoefde zich af te zetten tegen vorige generaties. In mijn tijd werden moderne schrijvers als Hermans, Mulisch en Anna Blaman door de katholieke school waarop ik zat zo veel mogelijk van de literatuurlijsten geweerd, daarin aangezet door de RK censuurinstantie IDIL. Ik hoor onze leraar Nederlands (conservatief als de hel maar bekwaam) nog het verdict over Hermans uitspreken: “een rot ei blijft een rot ei, ook al zit er nog zo een mooie schaal omheen”. Duidelijke taal die mijn nieuwsgierigheid naar de boeken van Hermans natuurlijk juist aanwakkerde als ik me weer eens door een warm aanbevolen pil van Antoon Coolen of Herman de Man verplicht heenworstelde.
Dat een groot deel van de scholieren liever gemakkelijke lectuur als het blad Cosmopolitan leest dan “moeilijke”literatuur is ook van alle tijden. Zorgelijk wordt het alleen als dit als reden wordt aangegrepen om het literatuuronderwijs dan maar zo goed als af te schaffen..
De Grote Drie hebben hun tijd als Grote Drie gehad. Reve en Hermans waren zich er overigens van bewust waren dat hun roem niet voor eeuwig zou duren. Van Mulisch ben ik eerlijk gezegd niet zo zeker.
Reacties zijn gesloten.
literatuur: de smaak van de tiener?
Wat wil je met literatuuronderwijs: de leerling verplicht kennis laten maken met algemeen aanvaarde hoogtepunten in de literatuur, of wil je proberen de leerlingen interesse voor het lezen van literatuur bij te brengen?
In het eerste geval kan de schoolse aanpak nodig zijn: verplicht boeken lezen.
In het tweede geval zou je de literaire standaard los moeten kunnen laten, en tevreden kunnen zijn met het feit dat de leerlingen Kluun lezen, of populaire maar bekwame thrillerschrijvers en science-fictionschrijvers.
Het is dus maar net wat het onderwijs wil.
Zelf las ik alleen boeken die me interesseerden. Op jonge leeftijd zat ik een hele dag aan Pinkeltje; later verslond ik de boeken van K. Norel en nog weer later de avonturen van Biggles en de boeken van een schrijver wiens naam ik vergeten ben, maar die avonturen als die van James Bond beschreef.
Hermans en Reve las ik later ook graag, vooral omdat zij vol ironie tekeer konden gaan tegen de overwegend progressieve moraal van die tijd.
Maar literatuurlijsten op de HBS hebben mij nooit geboeid en ik deed het vooral met uittreksels.
Uiteindelijk werd ik wel een veel-lezer, maar dan vooral van boeken over politiek, geschiedenis e.d.
Het onderwijs moet zich dus duidelijk vragen stellen: wat precies beogen wij met het literatuuronderwijs.
Hermans en Reve las ik ondanks de school. Wolkers en Mulisch boeien mij tot de dag van vandaag niet, ook ondanks de school.
Betekent literatuuronderwijs dat de leerling verplicht kennis opdoet van de grote monumenten?
Of moeten leerlingen vooral lezen omwille van het lezen?
Of moeten leerlingen een literaire ‘smaak’ ontwikkelen? Waarbij het steeds de vraag blijft welke ‘smaak’ (Mulisch liever niet) ontwikkeld zou moeten worden.
Citaat van een Groot Literator:
Mullis is vullis.
Literatuuronderwijs
Tsja, de HBS. Daar werd erg veel aan literatuur gedaan. Ik herinner mij de onderdelen “woordkunst”, klassikaal lezen en literatuurgeschiedenis. En dan nog die ellenlange boekenlijsten met poëzie en proza uit alle perioden. Dat gaf natuurlijk aanleiding aan het uitwisselen van uittreksels en die dan maar leren. Literatuur in het kader van de moderne talen was gewoon een heel serieus onderdeel. Onze leraren hielden ons voor dat we als HBS-Aers van de literair/economische richting waren. Zeg maar zakenleven en Bildung. Maar de HBS bestaat niet meer en komt ook niet meer terug.
Als je de literatuur als onderdeel van het curriculum HAVO/VWO en waarom ook niet het VMBO overeind wilt houden kan dat natuurlijk niet op het volstrekt vrijblijvende niveau van wat de leerlingen leuk vinden. Dus ze zullen ook wat mee moeten krijgen van de traditie en de monumenten. Het leesplezier kun je er niet inrammen maar je hoeft het ook niet per se tegen te werken. Dus geef ze ook de ruimte voor hun eigen voorkeuren.