verplichten of opeisen

Aan de strijd om het onderwijs van de toekomst in Nederland doen 2 partijen mee. De strijders van de ene partij bestaan hoofdzakelijk uit mensen die uit de rijksbegroting voor onderwijs betaald worden maar zelf geen les geven. De andere bestaat hoofdzakelijk uit leraren voor de klas aangevuld met een minderheid van verontruste ouders. De eerstgenoemde partij heeft geen structuur en geen bestuur maar wel een netwerk. De leden van die partij bestaan uit managers, begeleiders, directie, schoolbesturen en onderwijskundigen. Zij is ook opgedeeld in raden voor de verschillende onderwijstypen en onderwijs-onderzoek- en –begeleidingsinstituten. De tweede partij is verenigd in BON. De onderwijsvakbonden houden zich buiten de strijdvraag welk soort onderwijs het beste is en verder lijken ze als onderdeel van het establishment partij 1 te steunen. Partij 1 wil ten behoeve van haar eigen leden de rol van de leraren in de klassen marginaliseren door hen minder verantwoordelijkheid en zeggenschap te geven en de eisen voor hun leervakvakkennis te verlagen. Veel leden van partij 1 proberen door hechte banden met de politiek, regelgeving en uniformering en het overbelasten van de leraren op de werkvloer hun macht te versterken. De meeste leden van partij 1 proberen hun bestaan en vaak hoge salariëring te rechtvaardigen door nieuwe vormen van onderwijs te introduceren die tot betere resultaten zouden moeten leiden. Daarbij hebben ze voor doelstellingen en onderwijsvormen gekozen waarvan het resultaat en het belang van het resultaat moeilijk te evalueren zijn. In elk geval zijn het doelstellingen die het belang van de vakkennis van de leraar reduceren. De politici steunen in het algemeen groep 1 en gebruiken daarbij als positief geduide begrippen “besturen op afstand” en “vrijheid van onderwijs”. De leden van groep 2 zien de schoolbesturen als monopolisten beschermd door hun politieke vrienden die alle concurrentie in het onderwijs tegenhouden. Voor bepaalde politieke partijen is net als voor de leden van partij 1 het dwepen met en uitvoeren van onderwijsvernieuwingen een manier om macht en invloed te ver krijgen. Daartoe moet natuurlijk wel het geloof er in gehamerd worden dat vernieuwingen ook verbeteringen zijn. Goed-opgeleide leraren uit groep 2 hebben belang bij terugkeer naar vroeger en de meeste leerlingen hoogstwaarschijnlijk ook. De scholen brengen hen minder kennis en routine bij en dat wordt niet gecompenseerd door eventueel toegenomen sociale vaardigheden. Naar de oude normen is de kwaliteit van het onderwijs over de gehele linie achteruit gehold.
Als je het uitgebreide wensenlijstje van BON doorleest merk je dat volgens BON goed onderwijs voor een groot deel terugkeer vereist naar de oude toestand. Partij 1 wil over de gehele lijn verder gaan op de ingeslagen weg van onderwijsvernieuwing. Beide zetten dus in op alles of niets. De vraag komt dan op of BON naar algehele restauratie moet streven of beter voor alle kinderen het recht kan opeisen om op zijn BON’s onderwezen te worden. Als BON overtuigd is van zijn gelijk mag zij ook verwachten dat het verlenen van dat recht vanzelf tot een algehele restauratie zal leiden. Het recht op BON-onderwijs kan moreel opgeëist worden door te wijzen op de vrijheid van onderwijs volgens de grondwet. Juridische opeising kan jammer genoeg niet want toetsing aan de grondwet is in Nederland niet mogelijk.
Strategie zou een onderwerp van de komende algemene ledenvergadering kunnen worden. Binnen dat thema zou besproken moeten worden of BON verplicht BON-onderwijs voor allen moet eisen of het recht van eenieder om BON-onderwijs te volgen.

38 Reacties

  1. piranjas en Lamantijnen
    Bovenstaand heb ik het strijdperk in Onderwijsland niet beschreven als een strijd om het doorzetten van bepaalde ideeën over onderwijs maar als een strijd om persoonlijke belangen in ruimere zin.
    De belangen van de informele partij 1, laten wij haar die der de piranjas noemen omdat voor haar adepten de gewenste organisatie piramidevormig is met onderaan de lesgevende leraren die zich aangevreten voelen, pleit voor een onderwijsinhoud, een lesmethode en een beoordelingssysteem waarvan die eigen adepten het meest profiteren. Haar ideeën over onderwijs worden door mij en veel BONners gezien als ondergeschikt aan en passend bij het streven naar macht en inkomen.
    Van de idealen van partij 2, gedeeltelijk georganiseerd onder BON, kan men zeggen dat verwezenlijking daarvan gunstig is voor de arbeidsvreugde en het salaris van de goed opgeleide leraar. Laten we haar adherenten lamantijnen noemen. Zij hebben immers een dikke huid gekregen.
    Als je een ouder bent en als oorzaak van de onrust in onderwijsland belangentegenstellingen ziet hecht je weinig waarde aan discussies en over en onderzoeken naar de beste onderwijsvorm. Vanuit BON gezien bieden ze de piranja’s tijdswinst voor het binnenhalen van faits accomplis. Omdat het om belangen gaat en niet om de waarheid, laat staan om het belang van de leerlingen, heeft het weinig zin om te proberen de piranjas ervan te overtuigen dat ze ongelijk hebben. Men moet, al dan niet via de kiezers, de politici overreden om naar lange termijn belangen van henzelf en de staat te kijken.
    Een verassende ontwikkeling heeft bij het CDA plaats gevonden. Er blijken daar politici te zijn die principes laten prevaleren boven het partijbelang. De partij blijkt geen monoliet te zijn en we kunnen hopen dat daar ook verzet zal ontstaan tegen het fabeltje dat de huidige onderwijsstructuur goed is en getuigt van de vrijheid van onderwijs waarvoor haar voorgangers vroeger zo hard hebben gestreden.
    Seger Weehuizen

  2. Durfkapitaal I
    De tijd is voor BON nog nooit zo gunstig geweest om zich in te zetten voor een parallel onderwijssysteem. Het CDA kan afwijkende meningen binnen haar gelederen die berusten op een principiële stellingname niet altijd geruisloos onderdrukken. Dat biedt de hoop dat er ook CDA-ers zullen zijn die zich op een relevant moment verzetten tegen de aperte leugen dat het huidige onderwijssysteem een implementatie van de door de grondwet gegarandeerde vrijheid van onderwijs is en dus goed is. Geen van beiden is waar. De VVD is historisch een partij die de burgers binnen verstandige spelregels vrije hand en handel wil geven. De PVV heeft geen banden met de onderwijsestablishment. Waarom zou BON geen gebruik van de politieke situatie maken door het parlement te vragen om een onderwijswetgeving die het haar mogelijk maakt om een parallel onderwijssysteem op te bouwen van scholen die de beginselen van BON in acht nemen? We hebben een tijd gehad dat je zowel met een HBS- als een Gymnasium-diploma op universiteiten toegelaten werd en dat heeft geen problemen opgeleverd.
    Seger Weehuizen

    • Twijfel
      Toch ben ik benieuwd Seger, of we het echt eens zouden zijn over BON-beginselen. Ik merk bijvoorbeeld dat jij als gelovig BON-ner je vooral inzet voor de meerbegaafden, terwijl ik -eveneens overtuigd BON-ster- beter onderwijs vooral zie als zegening voor de emancipatie van kinderen uit benadeelde milieus (hetgeen overigens helemaal NIETS met begaafdheid te maken heeft).

      Enkele vragen waarover we het niet eens zouden zijn als we een BON-school mochten oprichten:
      – zijn er voor het beroepsonderwijs, ook op de lagere niveaus, algemene vakken nodig?
      – in hoeverre moet doorstroming naar hogere niveaus op een goede manier gefaciliteerd worden?
      – heeft een school verantwoordelijkheid voor intensieve leerlingbegeleiding/ doorverwijzing naar hulpverlening?
      – in welke gevallen moet je leerlingen van school kunnen verwijderen en wat is dan het alternatief?

      • Wat is emancipatie?
        Dat ik mij vooral voor het VWO inzet is gemakkelijk te verklaren uit de manier waarop ik ertoe kwam mij met het onderwijs bezig te houden. Ik vond dat mijn kinderen op het vernieuwde VWO en in een brede scholengemeenschap geen goed onderwijs kregen volgens de normen die golden in de tijd dat ik op het gymnasium zat. Ik sta achter die normen en ik sta ook achter de 10 punten van BON.
        Omdat geen van mijn kinderen HAVO of VMBO heeft gedaan is het moeilijk om voor mijzelf een goede voorstelling van het VMBO en de typische VMBO-leerling te maken.
        Het is jammer dat je er van uit gaat dat het woord “emancipatie” voor ons beiden hetzelfde betekent. Het woord is nog ongrijpbaarder dan het woord “gelijkwaardigheid” (zie onder). De emancipatie van slaven, vrouwen en joden is me wel duidelijk omdat het daarbij vooral om gelijke rechten gaat. Maar nu is toch iedereen in Nederland gelijkberechtigd?
        En nu de vragen:
        1) ja, algemene vakken zijn wenselijk maar daar waar het niet lukt om die door hun strot te persen kun je er beter vanaf zien.
        2) De MANIER WAAROP leerlingen naar een hoger niveau stromen mag er niet toe leiden dat het programma van het hogere niveau tot het instroompunt daarop zodanig aangepast wordt dat de leerlingen daar een minder bij hen passend programma of lesmethode krijgen.
        3) Intensieve begeleiding van leerwillige leerlingen is OK. Niet-leerwillige leerlingen die het leren van wel-leerwillige leerlinge belemmeren moeten van de leerwillige leerlingen gescheiden worden. De belangen van leerwillige leerlingen gaan altijd voor. Doorverwijzing naar hulpverlening is prima maar de leraar of de school mag niet verantwoordelijk gesteld worden als dat niet gebeurt.
        4) Onverbeterlijke leerlingen die het leren van leerwillige leerlingen blijven verhinderen moeten naar een opvoedingsgesticht.
        Seger Weehuizen

        • Dan komt het wel goed!
          Nou Seger, dan worden wij het vast wel eens als we samen die school gaan opzetten.
          Maar: Juist het bepalen van die leerwilligheid is vreselijk ingewikkeld. Soms kun je jongeren verleiden om leerwillig te worden, of drempels weghalen waardoor de leerwilligheid toeneemt. Je snapt het al: daar ligt een probleem.
          Voorbeeldje: We hadden veel last vorig jaar van een erg drukke leerling, die plotseling ook heel driftig kon uitvallen. Door regelmatig met hem te praten, de ouders erbij te betrekken en een (5 min.) time-out regeling te bedenken gaat het nu supergoed met hem. Of dat ligt aan de aandacht, of aan de regeling zelf weet ik niet. Het werkt wel en hij is bezig een zeer goed vakman te worden!

          Om maar meteen even een reactie te geven op de opmerking over emancipatie: Voor mij is emancipatie het vermogen om het leven zo goed mogelijk in eigen hand te kunnen nemen.

      • Definities van “emancipatie”
        Het woord “emancipatie” kan in veel betekenissen worden gebruikt. bij voorbeeld:
        Xstreven naar gelijke rechten en zelfstandigheid
        XXhet proces van de geleidelijke verheffing van of bevrijding in dienst aan de ziel. Materieel bezien betekent het een gelijke te worden overeenkomstig een zekere standaard van beschaving. Spiritueel heeft het betrekking op het proces van geleidelijke bevrijding beginnend met luisteren, praten en herinneren eindigend in vriendschap en ten slotte over ‘
        XXXbevrijding van wettelijke, sociale, politieke, morele of intellectuele beperkingen; toekenning van gelijke rechten en gelijkstelling voor de wet
        XXXXHet zelfbewuster worden en opeisen van gelijke of gelijkwaardige rechten door voorheen achtergestelde groepen in de bevolking. ‘
        XXXXXde vrijmaking uit slavernij of lijfeigenschap, of uit de vaderlijke macht; bevrijding van voogdijschap enz. Emanciperen, vrijmaken, vrijlaten ‘
        XXXXXXDe manier waarop een persoon of groep mensen zich ontwikkelt tot zij niet meer van anderen afhankelijk is of zijn. ‘
        XXXXXXXstreven naar gelijkgerechtigdheid, zelfstandigheid, eerlijker maatschappelijke verhoudingen ‘
        XXXXXXXXHet proces om te komen tot de ideale situatie waarbij het individu in staat is zelfstandig oordelen te vellen over de zin en zin te geven aan zijn eigen bestaan. Dit proces betreft het individu, zijn omgeving en de samenleving. Dit houdt verder in: de bevrijding van wettelijke, sociale, politieke, morele of intellectuele beperkingen, de toekenning ‘
        XXXXXXXXXtoekenning van gelijke rechten, gelijkstelling voor de wet; ontheffing van vroeger bestaande beperkende bepalingen.
        XXXXXXXXXXXerwerven van gelijke behandeling door een groep mensen
        Emancipatie` is het streven naar gelijkgerechtigdheid, zelfstandigheid, eerlijkere maatschappelijke verhoudingen. Ook wordt wel bedoeld de formele toekenning van gelijke rechten, gelijkstelling voor de wet.
        Het is daarom wenselijk om vóór het gebruik het woord zelf te definiëren.

        • Definities, worden we daar wijzer van?
          Seger,

          Het lijkt mij dat de karakterisering van ‘emancipatie’ zoals Hinke Douma die geeft alles afdekt in jouw lijst. ‘Autonomie’ is een verwante term, maar die blijkt op dit forum wegwerpreacties uit te lokken.

          Ik volg je betoog over Verplichten of Opeisen niet. Als je bedoelt dat onderwijs niet ten prooi moet vallen aan lieden en partijen die beschikbare middelen oneigenlijk gebruiken, dan ga ik mee. Voor dat laatste hebben we, als ik me niet vergis, een wettelijke regeling voor deugdelijkheidseisen, maar die schijnt nogal minimaal te zijn ingevuld (onder liberale druk, destijds).

          D. Mentink (2008) Tien jaar later. Over pluriformiteit en identiteit, over grondwetgever en wetgever. Afscheidsrede. [vrijheid van onderwijs] pdf

          • Weten wat en strategie
            De eerste definitie van emancipatie spreekt over een proces “het streven naar gelijke rechten en zelfstandigheid” en de definitie van Hinke beperkt zich tot het gewenste resultaat ervan “het vermogen om het leven zo goed mogelijk in eigen hand te kunnen nemen”. De definitie van Hinke kan dubbel geduid worden, vooral door de toevoeging “zo goed mogelijk”. Als je het zo duidt dat je onder alle omstandigheden het beste van kan maken dan laat je ten onrechte weg dat je bij emancipatie de omstandigheden probeert te verbeteren.
            Ik vind dat je goed moet weten waarover je praat en daarom zijn definities voor mij belangrijk.
            In de natuur heb je 2 tegenovergestelde verdedigingsmiddelen, n.l. flight of fight. Zo ook voor de verdediging van BON-onderwijs: Versla je tegenstander en neem de macht over of streef naar coëxistentie. Het gaat hier om twee strategieën. Ik denk dat de tweede het snelst tot resultaten voert.
            Seger Weehuizen

  3. Durfkapitaal II
    De overheid zou nieuwe schooltypen kunnen toestaan waarop leerlingen worden opgeleid voor een door de staat of gemeenschap gewenst diploma Zo lang alles strafrechtelijk OK is bemoeid de staat zich niet met zo’n school. De leerlingen sluiten (een gedeelte van) de opleiding af met een staatsdiploma verworven op staatsexamen. (geen slager die zijn eigen vlees keurt!). Als de (eind)examenresultaten van een bepaalde school aan bepaalde minimumeisen voldoen krijgt de school een subsidie die voldoende is om gratis onderwijs te verstrekken. Bij de evaluatie van de eindexamenresultaten van een school moet ook rekening gehouden worden met de samenstelling van haar instroom zodat scholen niet in verleiding komen om alleen maar de meestbelovende leerlingen toe te laten.
    De voorwaarden voor het oprichten van zo’n school moeten minimaal zijn en daarom kan een school van het nieuwe type niet rekenen op subsidie vóór zij goede resultaten kan laten zien. De ouders der leerlingenen/of het bedrijfsleven zullen dus voor een startkapitaal moeten zorgen. Dat zal er dan weer voor zorgen dat leerlingen er op kunnen vertrouwen dat de nieuwe libertas-scholen van goede kwaliteit zullen zijn.
    Seger Weehuizen

  4. Als dat zou kunnen…
    Hier is al vaker gesproken over BON-scholen maar er is nog weinig actie ondernomen om ze daadwerkelijk op te richten.

    Volgens de resultatenrekening van Beter Onderwijs Nederland kreeg BON in 2009 €65 255 aan contributies waarbij moet worden opgemerkt dat €6000 aan contributie niet werd geïnd.
    Aangezien BON een minimumcontributie van €15 vraagt maar er ook een hogere contributie gegeven mag worden kan hieruit niet het exacte aantal leden worden berekend maar het is duidelijk dat BON enkele duizenden leden heeft.
    Van deze duizenden leden, waarvan het grootste deel leraar is, moeten er toch meer dan voldoende in de buurt van een stad in de Randstad wonen om daadwerkelijk een BON-school op te richten.
    Zorg voor voldoende media-aandacht eens die school is opgericht en de politici en ambtenaren zullen de school een eerlijke kans moeten geven. Indien deze school goed zou draaien dan zouden er vanzelf meer scholen op een soortgelijke manier gaan functioneren.

    www.google.nl/url?sa=t&source=web&cd=1&ved=0CBYQFjAA&url=http%3A%2F%2Fbeteronderwijsnederland.net%2Ffiles%2FResultatenrekening%25202009%2520BON.pdf&rct=j&q=beteronderwijsnederland%20aantal%20leden&ei=euSMTLaGNorvOe2HwaIL&usg=AFQjCNF4PdEEKQsfgB7JISSRfYGqzbDOUw&cad=rja

    • Bart, Minke,
      Dat er

      Bart, Minke,
      Dat er nauwelijks nog scholen opgericht worden komt omdat de politici dat zo moeilijk hebben gemaakt. We moeten geen energie steken in het oprichten van BON-scholen zolang dat nieuwkomers zo moeilijk wordt gemaakt als nu het geval is. Eerst moet BON de nieuwe regering overreden het oprichten van scholen een stuk gemakkelijker te maken. Maar dat is nog niet voldoende om echte BON-scholen te kunnen oprichten. BON wil immers een heel andere opzet! De BON-scholen hebben leraren met grote verantwoordelijkheden en ze hebben weinig overhead. Dat kan alleen als de BON-scholen van veel voorschriften die nu voor alle scholen gelden worden vrijgesteld en niet onder het juk van de schooltype-raden gebracht worden. We komen er niet met versoepeling van de stichtingseisen waaronder de opheffing van het concurrentieverbod. Ook moet het mogelijk worden om voor een bepaald diploma afwijkende examina af te nemen. Men leze de kritiek op de huidige examenopgaven. Als het CDA zijn principe van vrijheid van onderwijs volledig gestand zou willen doen zou het BON de gevraagde ruimte moeten geven.
      Seger Weehuizen

      • BON scholen
        De overheid hoeft wel alleen maar het oprichten van nieuwe scholen daadwerkelijk mogelijk te maken. Er zijn wel veel voorschriften vanuit de overheid, maar die kun je naast je neerleggen (dat doen en deden de meeste scholen: circulaires meteen het rond archief in). De ‘raden’ hebben geen formele macht, scholen hoeven zich daar niet verplicht bij aan te sluiten.

        BON-scholen zouden het International Baccalaureate aan kunnen bieden in plaats van de huidige eindexamens. Er zijn al een aantal scholen in Nederland die dit aanbieden (vooral internationale scholen) en universiteiten accepteren dit als toegang (zie voor beide hier).

        • Rades wil is wet
          De schooltype-raden mogen dan geen formele macht hebben, hun informele macht was zo groot dat bij voorbeeld de regering overeenkomstig hun advies op het punt stond om van competentiegericht leren op het MBO de verplichte onderwijsvorm te maken.
          Seger Weehuizen

        • Gesubsidieerd IB is niet voor iedereen toegankelijk
          Als ik mij niet vergis mag je in Nederland alleen maar gesubsidieerd onderwijs voor het Internationale Bacchalaureat volgen als er bijzondere omstandigheden zijn (B.v. het verblijf van de ouders in Nederland is maar tijdelijk).
          Seger Weehuizen

          • Spijtig
            Ik heb van meerdere studenten van zo’n internationale school begrepen dat het niveau zeker niet onderdoet voor het VWO-niveau en het ASO-niveau.
            Deze studenten behaalden het I.B. omdat hun vader voor het werk naar het buitenland moest.

        • Een uitgeklede school
          BON zou m.i. het idee van vrije BON-scholen onder de publieke aandacht kunnen brengen door een kostenplaatje te maken voor een “uitgeklede” VWO-school. Bij zo’n school worden acceptabele resultaten bij een minimum aan kosten bereikt. Op zijn minst kan BON daarmee beïnvloeden op welke wijze in het onderwijs bezuinigd gaat worden.
          Dat ik juist een beeld schets van een uitgeklede VWO-school komt o.a doordat ik mijn herinnering aan de VWO-school waarop ik lang geleden zelf les heb gehad er bij betrek.
          De grote kostenpost van een BON-VWO-school vormen de salariskosten van de leraar voor de klas. Van zijn kwaliteiten hangt in de eerste plaats het succes van de school bij het eindexamen af. Daarna komt de huisvesting. Die kan desnoods in een onverhuurbaar kantoorpand plaats vinden. Praktika? Die kun je vervangen door demonstraties. En demonstraties kun je virtueel uitvoeren op grote flatscreens. Een amenuensis en een praktikumlokaal met inrichting zijn dus niet nodig. Gymnastiek? De meeste leerlingen beoefenen buiten schooltijd sport dus de school hoeft zich niet met gymnastiek bezig te houden. Geen kosten voor een gym-lokaal dus en ook niet voor leraren lichamelijke opvoeding. Expressievakken? Ook daarvoor geldt dat men die buiten de school kan beoefenen.
          De school moet natuurlijk wel een rector en een conrector hebben met een eigen kamer en een lerarenkamer.
          Doordat zo’n school alleen maar gewone klaslokalen gebruikt kan zij snel opgestart worden en verhuizen. Zij is daarmee ook flexibel wat betreft de leerlingenaantallen en zij kan klein beginnen.
          Een uitgeklede VWO-school ontbeert veel maar het biedt ruim baan voor het ideaal van BON van de autonome leraar.
          Mogelijk zijn er mensen bij BON die de exploitatie-kosten van zo’n school kunnen en willen doorrekenen. Met het presenteren aan de kamer van de resultaten zou de strijd om het verkrijgen van BON-rechten kunnen worden ingezet.

          • Karikatuur
            Seger,

            Met je plannen om het praktikum bij vakken als natuurkunde en scheikunde af te schaffen maak je een karikatuur van wat een BON-school zou moeten worden.
            Praktikum is een essentieel onderdeel van het onderwijs in deze vakken, met name in de onderbouw, waar overigens bij natuurkunde met betrekkelijk eenvoudige middelen door de leerlingen proeven gedaan kunnen worden.
            In de de bovenbouw is de apparatuur wat duurder, maar die hoeft dan ook niet in veelvoud aangeschaft te worden. Proeven kunnen bij toerbeurt worden gedaan. Het praktikum is ook een verplicht onderdeel van het schoolexamen, en niet ten onrechte.
            Met een BON-school zonder praktikum zou ik niets te maken willen hebben. Vroeger waren sommige dingen beter, maar we hoeven niet terug naar de middeleeuwen.

            Tjeerd Siblesz
            docent wis- en natuurkunde

          • weg van politieke gladjanussen
            Tjeerd
            Als mijn herinnering mij niet bedriegt hadden wij op het Gymnasium (vóór de Mammouthwet) zelden praktikum en weinig demonstraties. Daarom geloof ik niet zo erg in de NOODZAAK van praktikum en demonstraties. Wel in de WENSELIJKHEID. Op dit moment moet je, om een school te beginnen, een daarvoor geschikte huisvesting vinden en daarvoor ben je meestal afhankelijk van de gemeente, dus van plaatselijke politieke machtsspelletjes. Als je de leerlingen in plaats van de expressievakken en gymnastiek vouchers voor resp. een vrije akademie en een sportvereniging kunt geven en alle demonstraties en eventueel praktika virtueel uitvoert is elke kantoorruimte tevens een geschikte schoolruimte. En het stikt op dit moment van onverhuurbare kantoorruimten.
            Seger Weehuizen

        • “alleen maar”
          “De overheid hoeft wel alleen maar het oprichten van nieuwe scholen daadwerkelijk mogelijk te maken” lees ik bij Mark79. Deze zin suggereert dat het hier gaat om zoiets als het herschrijven van een ongelukkig geformuleerd paragraafje terwijl het in werkelijkheid hier gaat om zo iets ingrijpends als het ontnemen van een feitelijk monopolie dat de leden van de machtige pressuregroep der piranjas een aangenaam leven waarborgt.
          Ik denk dat de piranjas liever zien dat de lamanten proberen hen een aantal concessies af te dwingen dan dat laatstgenoemden de kans krijgen om door het stichten van eigen scholen hun gelijk te bewijzen.
          Als BON dat laatste toch wil moet zij een strategische keuze maken, of beter gezegd een nieuwe strategie omarmen. Haar pogingen om aan te tonen dat de BONse opvattingen over beter onderwijs correct zijn moeten naar de achtergrond geschoven worden en op de voorgrond komt dan het bij het parlement eisen dat op basis van het grondwettelijk vastgelegde recht op vrijheid van onderwijs het oprichten van BON-scholen praktisch mogelijk wordt gemaakt. Als extra wil BON daarbij dat naast bestaande diploma’s met een bepaalde civiel effect nieuwe diploma’s mogelijk worden, behorend bij een afwijkend programma, maar wel met hetzelfde civiele effect.
          Ik ben natuurlijk blij met het enthousiasme waarmee sommige lezers van mijn BLOG willen werken aan het stichten van BON-scholen maar ik heb blijkbaar te vergeefs gehoopt dat een aantal lezers van dit BLOG samen met mij het bestuur van BON zouden willen vragen om naar de boven beschreven strategie over te gaan.
          Seger Weehuizen

          • Voorstander, Seger
            Ik ben alvast een voorstander zoals ik hierboven aangaf. BON heeft het politieke momentum mee nu de lage kwaliteit van het PABO is blootgelegd, het realistisch rekenen niet meer de enige optie is, het CGO-onderwijs hevig is bekritiseerd en is aangetoond dat het niet bepaald goed gaat met de HBO’s.
            Hoeveel meer wind in de rug kan BON krijgen?
            Maak er gebruik van. BON heeft al op een flink aantal punten gelijk gekregen, BON heeft lijntjes met de media (Buitenhof, Eenvandaag) en BON heeft steeds meer vertrouwen van en bekendheid bij het grote publiek (of toch in ieder geval het geluid van BON). Er is in de media duidelijk sprake van voortschrijdend inzicht.
            Als BON actie zou ondernemen en een BON-school zou oprichten, en BON heeft voldoende leden binnen een korte afstand om dat te kunnen verwezenlijken (zeker als deze leden ook nog eens collega’s benaderen), dan zie ik politici en ambtenaren geen strobreed in de weg leggen uit angst voor slechte PR.
            We kunnen natuurlijk ook lekker blijven klagen en lijdzaam toe blijven zien hoe slechts uiterst langzaam het onderwijs weer de juiste richting uitgaat. Het eerste lijkt mij produktiever?

          • Eerst de grondwet laten respecteren
            De makke van het oprichten van scholen is dat de overheid ook nog kijkt of het soort onderwijs waarvoor je een school wil oprichten niet al bestaat. Daarom mag je bij voorbeeld geen zelfstandig gymnasium oprichten als er zich in de buurt een scholengemeenschap bevindt waar je een gymnasiumdiploma kunt halen. Het enige soort onderwijs waaraan de overheid zijn vingers niet wil branden is confessioneel onderwijs. Als je Islamitisch onderwijs wilt geven en er is nog geen Islamitische school in de stad kun je je gang gaan. Daarom heb ik al eens een oproep gedaan om samen met mij een godsdienst te stichten. Dat zou op zijn minst een opzienbarende stunt van BON zijn. Maar de BONners zijn blijkbaar te principieel of te weinig avontuurlijk. Het lijkt me juist heel leuk om een godsdienst in elkaar te zetten. Voordat BON begint met de tour de force om eigen scholen op te richten kan zij beter proberen om iedereen ervan te doordringen dat de PvdA en het CDA de grondwet negeren en het CDA het ook nog presteert om de grondwet te gelijker tijd te belijden. De PvdA wil het onderwijs gebruiken voor het doorvoeren van maatschappelijke veranderingen en heeft dus helemaal geen boodschap aan grondwetartikelen over onderwijsvrijheid.Op dit moment zoek ik bondgenoten die met mij het bestuur van BON er toe willen te brengen om er bij de regering op aan te dringen zich aan de geest van de grondwet te houden. De grondwet werd al geschonden toen de basisvorming werd ingevoerd.
            Daarna wil ik me graag inzetten voor het oprichten van BON-scholen.
            Seger Weehuizen

          • Oei,
            Seger, ik ben het geheel met je eens dat het BON-bestuur naar de overheid zou moeten gaan om te vragen het stichten van BON-scholen mogelijk te maken.

          • triumhomines
            Hinke, laten jij, Bart en ik dan vormen het triumviraat, pardon triumhominatus, ad tribunos persuadendos, waarbij de tribuni de bestuursleden van BON zijn die immers verschillend tribussen vertegenwoordigen.
            Seger Weehuizen

          • belet aanvragen?
            Ja maar vind jij dat jij, Bart en ik belet bij het bestuur moeten aanvragen om onze zienswijze te kunnen uitdragen?
            Seger Weehuizen

          • Bestuur
            Eigenlijk weten we natuurlijk niet zoveel over de activiteiten van het bestuur. Ik begreep altijd dat er veel achter gesloten deuren wordt gepraat. Misschien doen ze al wel wat we willen.

            Daarnaast weet ik zeker dat ook het bestuur dit forum volgt (of in ieder geval diverse bestuursleden). De wens is vast en zeker al gezien.

            Naar mijn gevoel brengt ‘belet vragen’ de zaak niet veel verder, maar je weet nooit.

          • naar de Olympos?
            Ja misschien…..
            Het bestuur is God niet en het forum is geen gebedshuis. Wij willen dat onze beden niet alleen gehoord maar ook verhoord worden of dat wij horen dat we in onze discussie te licht te zijn bevonden. Omdat het bestuur feilbaar is willen we weten of het bestuur overeenkomstig onze strategie handelt of wil gaan handelen. Daarvoor hoeven we inderdaad geen belet te vragen en steenen tafelen in ontvangst te nemen. Wij kunnen hen dat schriftelijk vragen, al dan niet in de vorm van een voorstel. Daarop kan door het bestuur eventueel een belet verleend worden. Als het antwoord van het bestuur ons niet bevredigt kunnen wij in het uiterste geval een motie indienen op de algemene ledenvergadering. Maar ik denk dat het zo ver niet hoeft te komen. Daarvoor is mijn vertrouwen in het bestuur te groot.
            Seger Weehuizen

          • Mooi plan
            Mooi plan. Je zou een brief aan het bestuur kunnen schrijven met de vraag/het verzoek om bij de overheid te bepleiten om de mogelijkheid te openen om BON-scholen te initiëren.

            Hoe dit verzoek ingericht en aangekleed moet worden kun je denk ik met een gerust hart aan het bestuur overlaten.

            Zelf zie ik twee prioriteiten:
            – MBO, nu ook zonder CGO
            – Een VMBO-TL met goede docenten, zeer veel structuur en duidelijke gedragsregels. Deze kan later uitgebreid worden met lagere niveaus.

          • Meer prioriteiten
            – Enkel eerstegraadsleraren voor havo en VWO
            – Weer normale wiskunde (geen moderne wiskunde/realistische wiskunde)
            – Vertalen in twee richtingen voor drie vreemde talen
            – Goed grammaticaonderwijs voor het Nederlands en de vreemde talen
            – Goed topografische kennis toetsen met aardrijkskunde (daar hoeft geen onderwijstijd aan besteed te worden buiten de toets zelf, leerlingen kunnen dat zelfstandig leren)
            – Financiering niet laten afhangen van het percentage geslaagden of het aantal ingeschreven leerlingen
            – Weer terug normaal natuurkundeonderwijs geven: weg met dat wiskundeloze aftreksel!

            Over het geschiedenisonderwijs doe ik geen uitspraak, ik weet niet in welke mate dat al dan niet de laatste jaren is verbeterd.

            De centrale vraag voor zo’n BON-school moet denk ik zijn hoe zij het voor elkaar krijgt om voor de havo en het VWO enkel eerstegraadsleraren aan te stellen en hoe zij goed kan onderwijzen met de soms nogal gebrekkige Nederlandse methodes. Er zou overwogen kunnen worden om een Vlaamse methode te gebruiken en zelf goede readers samen te stellen zolang de uitgevers geen goede methodes aanbieden.

          • Beren op de weg
            Een van de grootste beren op de weg zal zijn de toelating van leerlingen en de mogelijkheid om leerlingen te verwijderen. Daar zouden dan eigenlijk ook ruimere mogelijkheden voor moeten komen.

            We willen immers dat leerlingen die het leren van anderen in de weg zitten niet blijven.

            Misschien toch iets aangeven van het ‘eigene’ van BON-scholen?

  5. BON overbodig…
    BON wordt waarschijnlijk overbodig met dit nieuwe kabinet.
    Na meer dan een halve eeuw worden we eindelijk verlost van wat het NRC/Handelsblad de partij van op macht georiënteerde betweters noemt.

    • CDA?

      Na meer dan een halve eeuw worden we eindelijk verlost van de partij van op macht georiënteerde betweters.

      En ik dacht dat het CDA wel plaats zou nemen in het kabinet?

      • Tij om uit te varen
        Ik merk dat sommige mensen denken dat ik mij op dit moment wil inzetten voor het stichten van BON-scholen. Dat is een vergissing. Op dit moment zet ik mij in voor veranderingen in onderwijsland die van zulke inspanningen geen verloren tijd zouden maken. Het politieke tij lijkt mij daarvoor op dit moment gunstig:
        De PVV draagt geen onderwijslast van het verleden. Dat maakt het voor haar gemakkelijker om op onderwijsgebied een radicaal nieuwe koers in te slaan.
        De VVD is in principe voor een vrije markt. Op grond darvan zou zij het ontstaan van concurrerende BON-scholen moeten steunen.
        In het CDA blijken nog een paar principiële politici te bewegen. De kabinetsformatie is daarop bijna mislukt. De machtsgeile politici in die partij hebben zich belachelijk gemaakt en daardoor kwetsbaar opgesteld door te beweren dat de scholen op afstand zols die nu bestaan en functioneren iets te maken had met vrijheid van onderwijs. BON moet zo nodig in de publieke opinie haar ponjaard op hun nu onbeschermde weke delen richten.
        Ten slotte komen juist op dit moment onderzoeksresultaten binnen die bevestigen dat goed opgeleide leraren de belangrijkste vector voor goed onderwijs zijn.

        Seger Weehuizen

  6. puntsgewijs
    DOELSTELLINGEN:
    1) Het moet eenvoudiger worden om een school te stichten
    2) Het moet mogelijk zijn om nieuw te stichten BON-scholen een echt BON-karakter te geven
    MUTATIS MUTANDIS
    1) Toestemming voor het stichten van een school mag niet meer afhankelijk zijn van de nabijheid van scholen die voor hetzelfde civiele effect opleiden
    2) Het minimum aantal leerlingen om te mogen starten moet veel lager worden.
    3) weinig overhead en weinig overheidsbemoeienis
    4) subsidie op grond van extern gemeten resultaten in combinatie met het toelatingsbeleid.
    5) geen (voorschriften voor) taken die extern niet-kwantificeerbare resultaten opleveren (b.v. burgerschapskunde, leren samenwerken, (bij algemeen vormende scholen) praktikum)
    6) Voor de expressievakken en gymnastiek slechts summiere voorschriften. Zij kunnen ook uitgeburgerd worden naar vrije academies of sportscholen
    7) de rijkssubsidie mag uitgesteld worden tot het moment dat de leerlingen bij externe prestaties hebben laten zien dat de school haar doelstellingen haalt
    8) De rijkssubsidie moet voldoende hoog zijn om hoog gequalificeerde leraren een goed salaris te bieden
    9) De school is bestemd voor in- of extrinsiek gemotiveerde leerlingen die geacht worden zich overeenkomstig te gedragen. Leerlingen die dat niet doen mogen van school gestuurd worden
    10) leraren doen hun best om de leerlingen ook intrinsiek te motiveren
    11) Andere vakinhouden moeten mogelijk zijn (b.v. vreemde-taal-onderwijs in het VWO weer gericht op cultuur en vertalen op het eindexamen; een echt wiskundprogramma vanaf de eerste klas)
    Seger Weehuizen

    • aanvulling mutatis mutandis-punten
      6-aanvulling). Daardoor kan ook afstandsonderwijs voor volledige overheidssubsidie in aanmerking komen
      12) Het is wenselijk dat ook in het VMBO en het MBO alle leerlingen les in algemene vakken krijgen. Maar bij die leerlingen daarvan een te grote afkeer hebben moet men daarvan afzien.
      12) Intensieve begeleiding van leerwillige leerlingen is OK. Niet-leerwillige leerlingen die het leren van wel-leerwillige leerlinge belemmeren moeten van de leerwillige leerlingen gescheiden worden. De belangen van leerwillige leerlingen gaan altijd voor. Doorverwijzing naar hulpverlening is prima maar de leraar of de school mag niet verantwoordelijk gesteld worden als dat niet gebeurt.
      13)Opstroming moet gefaciliteerd worden maar de MANIER WAAROP leerlingen naar een hoger niveau stromen mag er niet toe leiden dat het programma van het hogere niveau tot het instroompunt daarop zodanig aangepast wordt dat de leerlingen daar een minder bij hen passend programma of lesmethode krijgen.
      14 Onverbeterlijke leerlingen die het leren van leerwillige leerlingen blijven verhinderen en op geen enkele school worden aangenomen moeten naar een opvoedingsgesticht.

      Seger Weehuizen

  7. parallelen-1
    In de NRC- Handelsblad, 13 januari 2007 stond een artikel genaamd “De markt jaagt de bureaucratie aan” geschreven door Door: Prof.dr. Alfred Kleinknecht, dr. C.W.M. Naastepad en dr. Servaas Storm. Er staan passages in die duidelijk maken dat de veranderingen in het onderwijs niet op zichzelf staan maar grote overeenkomst vertonen met de veranderingen in de wereld van de economische bedrijvigheid. Toename van het aantal managers en meer bureaukratisering gaan samen met korte-termijn-denken, wantrouwen, minder arbeidsvoldoening en beroepstrots, verdwijnen van ontslagbescherming, toegenomen controle op ijver en loyaliteit van de werknemers en toenemende salarisverschillen. Ik heb de meest aansprekende passages overgenomen.
    Seger Weehuizen

  8. parallelen-2
    A) “In Amerika kan iemand zo ontslag krijgen. Dat heeft consequenties voor de betrokkenheid bij en de loyaliteit aan het bedrijf. Het is ook aannemelijk dat de grote inkomensverschillen tussen de top en de werkvloer de motivatie op de werkvloer negatief beïnvloeden. Gevolg: mensen tonen minder loyaal gedrag en doen minder hun best. Dat moet dan weer worden tegengegaan met meer managers die systematisch observeren, controleren en bedrijfsprocessen zodanig herinrichten dat mensen beter in het gareel kunnen worden gehouden.
    Een probleem is bovendien: als er meer managers zijn, dan krijgen mensen op de werkvloer ook meer voorgeschreven hoe ze hun werk precies moeten doen. Gevolg: minder eigen verantwoordelijkheid. Dit maakt het werk minder leuk en uitdagend. En dan zijn vervolgens weer managers nodig die erover waken dat men desondanks goed bij de les blijft.”
    B)” Op veel plekken in Europa hebben mensen geen job, maar een beroep – en daar zit iets van roeping in en een intrinsieke motivatie. Mensen met een echt beroep presteren niet omdat ze eurotekens in de ogen hebben, maar omdat ze het fijn vinden om als vakmens te laten zien wat ze kunnen.
    Met de flexibilisering van de arbeidsmarkt lopen we gevaar om dit sociale kapitaal te verprutsen. Naarmate dit gebeurt, moet worden geïnvesteerd in toezicht en controle en liefst ook nog in het controleren van de controleurs. Contracten moeten dan juridisch goed worden dichtgespijkerd. Gering vertrouwen schept hoge transactiekosten.
    De consequenties zijn meer regels, meer juridische dienstverlening en meer management; maar ook minder professionele autonomie en daardoor minder arbeidsvreugde en minder productiviteit van medewerkers. In Nederland zijn we in deze richting al een stuk gevorderd.”
    Seger Weehuizen

Reacties zijn gesloten.