Les Grandes Écoles zijn historisch bepaalde instituties

Het stelsel van universitair onderwijs in Frankrijk, met zijn niche van elitescholen, is historisch gegroeid, niet het product van een meesterlijk ontwerp. Een literatuurlijstje voor wie er eens in wil duiken. De meeste titels zijn niet makkelijk te bemachtigen (of te lezen: vooral de Franse titels); ziedaar één van de mechanismen waardoor mythen over eliteonderwijs in stand kunnen bijven.

Terry Shinn (1980). L’École Polytechnique 1794-1914. Paris: Presses de la Fondation Nationale des Sciences Politiques.

Pierre Bourdieu (1989). La noblesse d’État. Grandes Écoles et esprit de corps. Paris: Les Éditions de Minuit.

Pierre Bourdieu et Jean-Claude Passeron (1970). La reproduction. Éléments pour une théorie du système d’enseignement. Paris: Les Éditions de Minuit.

Pierre Bourdieu (1984). Homo academicus. Paris: Les Éditions de Minuit.
Pierre Bourdieu (1984/1988). Homo academicus. Cambridge: Polity Press. (translated by Peter Collier)

E. N. Suleiman (1978). Elites in French society. The politics of survival. Princeton: Princeton University Press. (… the great importance of the grandes écoles in training and promoting the elites …)

Sarah Blom (1995). Intellectuele vorming in Nederland en Frankrijk. Een vergelijkend onderzoek naar deelname aan intellectuele vorming in het Franse en het Nederlandse voortgezet onderwijs. Groningen: Wolters-Noordhoff.

Michel Beavais, Remy Filliozat, Didier Lecerf, & André Garci (1965). France. In Access to higher education. Volume II National studies (pp. 89-169). UNESCO. (The International Study of University Admissions). [In dit hoofdstuk over Frankrijk, slechts een enkele bladzijde uitleg over de Grandes Écoles, want zij zijn verdraaid lastig te beschrijven, vallen vaak onder andere departementen dan dat van onderwijs, en trekken relatief heel weinig studenten.]

Bruno Belhoste (2002). Anatomie d’un concours. L’organisation de l’examen d’admission à l’école polytechnique de la Révolution à nos jours. Histoire de l’Éducation, no 94, 141-175.

Claude Askolovitch & Sylvain Attal (1992). La France du piston. Paris: Robert Laffont.

W. Conze und J. Kocka (Hrsg.) (1985). Bildungsbürgertum im 19. Jahrhundert. Teil I. Bildungssystem und Professionalisierung in internationalen Vergleichen. Stuttgart: Klett-Cotta.

Anderson, R. D. (1975). Education in France, 1848-1870. [niet in mijn bezit]

George Weisz (1983). The emergence of modern universities in France, 1863-1914. Princeton, New Jersey: Princeton University Press.

Garnier, M. A., Hage, J., & Fuller, B. (1989). The strong state, social class, and controlled school expansion in France, 1881-1975. American Journal of Sociology, 95, 279-306. www.jstor.org/pss/2780901

Burton R. Clark (Ed.) (1985). The school and the university. An international perspective. London: University of California Press.

Burton R. Clark (Editor, 1987). The academic profession. National, disciplinary, & institutional settings. London: University of California Press.

8 Reacties

  1. Grandes Ecoles
    Frankrijk heeft een dubbel universitair systeem dat elkaar deels overlapt, enerzijds de ‘Grandes Ecoles’ voor de technische richting (Ecole Polytechnique), de economische richting (HEC) en een intellectuele/litteraire/filosofische richting (Ecole Normale Supérieure) anderzijds de universitaire filières (medicijnen, rechten, economie). En dan is er de ‘Sciences Po’ (l’Institut d’études politiques de Paris) die een tussenpositie inneemt en ook nog de ENA (Ecole nationale d’Administration) voor de hoogste Staatsdienst. Nu U het toch over Bourdieu heeft, kijkt U dan naar: ‘Les Héritiers. Les étudiants et la culture’, waar hij de elitaire reproductie van Frankrijk aan de kaak stelt via de beste staatsscholen (MO) en de ‘grandes écoles’. Daar is nog al wat op af te dingen. De ‘grandes écoles’ recruteren via de ‘classes préparatoires’, een vooropleiding die 2 jaar duurt, noemt U het maar een zware selectie voor de poort, want om in een goede ‘classe préparatoire’ te komen moet men het eindexamen minstens met 7s en 8en afgesloten hebben (mentions ‘bien’ en ‘très bien’). De universiteiten hebben geen filter, maar daar gaat de slachting onder de eerste jaars tot 70% (rechten) of 90% (medicijnen). De pijlers waarop de ‘grandes écoles’ zijn gefundeerd zijn: taalbeheersing (kritisch leren lezen, goed samenvatten, schriftelijke expressie, verplichte litteratuur+filosofie), wiskunde (voor het abstracte denken) en algemene kennis. Het laatste is een obstakel voor de toestroom van intelligente kansarmen..2. wordt vervolgd

  2. Grandes Ecoles vervolg
    Gelukkig zijn ze hier nog niet zo ver dat men ter wille van een sociale selectie de besten te kort doet. Er is hier nog een links-rechts consensus die de ‘mérite républicain’ overeind houdt. De verkeerde analyse en de verkeerde keuzen die in Nederland werden gemaakt sinds de Mammoetwet, hebben er toe geleid dat het onderwijssysteem steeds meer qua kwaliteit inboet. Het lijkt me dat vele studies intellectueel inhoudsloos zijn geworden De maatschappij lijdt daar onder. Iedereen kan op het Internet verifiëren dat het niveau van het openbare debat in Frankrijk beduidend hoger ligt dan in Nederland…. Het is zeer de vraag of de verlaging van het niveau bijgedragen heeft tot de zo vurig gewenste sociale vermenging bij de bezetting van de hogere functies in de samenleving.

    Zie ok mijn blog beteronderwijsnederland.net/blog/1803

    • re Wilmont
      In ieder geval heeft de verlaging van het niveau er toe geleid dat er nu docenten zijn die nijdig worden als ze een boekenlijstje zien. Ze willen samenvattingen want dikke boeken daar hep je in de praktijk niks aan.
      De leraar in dienst van deze tijd.

      Willem Smit

    • Sociale selectie?
      Beste Wilmont,

      Gelukkig zijn ze hier nog niet zo ver dat men ter wille van een sociale selectie de besten te kort doet.

      Ik begrijp dit niet. Wat bedoel je hiermee? Wat is ‘sociale selectie’? Doen we in Nederland ‘de besten’ tekort? En hoe doen we dat dan, en wie zijn ‘de besten’?

      Ik kom zelden in Frankrijk, wel eens in de ENS van Lyon geweest, mooie ambiance. Laat ik een Nederlandse anecdote geven. Ik doe het maar even zonder de precieze details weer op te zoeken.

      Een bijzondere keuze die begin tachtiger jaren in Nederland is gemaakt: het universitaire onderwijs in twee fasen. Dat was na een oploop van topambtenaren in Parijs (resultaat: Nota Beiaard, meen ik), en voordat intellectueel Nederland het in de gaten had, was het universitair onderwijs een kopje kleiner gemaakt. Want die tweede fase is er nooit gekomen.
      Tegelijkertijd was er een deal gesloten met de werkgevers (was dat niet bij gelegenheid van het accoord van Wassenaar?), die wilden graag korter universitair onderwijs, want de echte kneepjes van het vak zouden de jongelui beter binnen het bedrijf kunnen leren. Afijn, sinds die tijd kent Nederland, vergeleken met Frankrijk en Duitsland, verdraaid korte studieduren.
      Gevolg: klaagzangen van de functionarissen die jonge academici in dienst nemen. Laat ik nu in 1990 betrokken zijn geweest bij een adviestraject waarin bij grote bedrijven aan de top werd gevraagd wat ze dachten van de capaciteiten van die jonge doctorandussen: prima, precies de bedoeling, gaat goed zo.

      Hoe waardeer je zoiets dan, een kwarteeuw later? En in vergelijking tot de problemen in Frankrijk?

      Willem Smit, klopt dit ongeveer?

      • Willem, het was mij als
        Willem, het was mij als student al snel opgevallen dat in Vlaanderen vrijwel alle studies 5 jaar duren, met uitzondering van enkele studies die 4 jaar duren (een lightvariant van een andere economische studie is de enige uitzondering die ik ken) en geneeskunde wat officiëel 7 jaar duurt maar waarvan het 7de jaar in feite het eerste specialisatiejaar of het eerste jaar van de huisartsenopleiding. Daar staat tegenover dat die studie 5 theoretische jaren telt wat 1 meer is dan in Nederland.

        Ik heb het hier aleens eerder gevraagd maar ik kreeg toen geen antwoord, hopelijk deze keer meer geluk.
        Hoe was het vroeger in Nederland geregeld?
        Hoelang duurden de verschillende fasen van de verschillende studies en hoe heetten die fasen. Welke studies zijn wel en niet ingekort en met welke motieven (bezuiniging, misplaatst gelijkheidsideaal)?

        • studieduur vroeger
          Ik weet niet wat regel was, alleen hoe het in mijn situatie, wiskunde 1975-1982 was.
          Het programma was bedoeld om in 5 jaar te doorlopen: 2 jaar tot aan je kandidaatsexamen (naast hoofdvak was 1 bijvak verplicht), en 3 jaar voor doctoraal, waar het laatste jaar zelfstandig onderzoek werd gedaan (ook in de doctoraalfase was een bijvak verplicht). Dan was je drs en voor een enkeling was promotie tot dr. mogelijk, daar stond 4 jaar voor. Zelf heb ik dat niet gedaan.
          Omdat ik nakandidaatsbijvak pedagogiek en didactiek heb gedaan, kreeg ik mn eerstegraads onderwijsbevoegdheid voor wiskunde. Voor natuurkunde (mn voorkandidaatsbijvak) heb ik geen onderwijsbevoegdheid.

          Je ziet dus dat ik 7 jaar over een studie heb gedaan waar formeel 5 jaar voor stond. Dat was beslist niet ongebruikelijk. Bijna iedereen deed er langer over en 7 jaar was zo’n beetje gemiddeld. Er was geen maximum studieduur destijds.

        • re Ben; re Bart
          Ben, Het merendeel van je relaas kan ik beamen, niet bevestigen.
          Ik heb het zo druk met Van Ravens dat ik speurwerk naar je als altijd interessante lijnen niet kan aanvangen. Dit weekend hoop ik VR af te ronden, maar ja, net hoor ik dat mijn zoon en schoonzoon van plan zijn langs te komen. Beste jongens, van wie ik veel houd, maar die mij dagen achteruit kunnen werpen als ik niet scherp oplet.

          Bart! Bedoel je mij of Wilmont? Je vraag landt niet bij mij.
          Los daarvan hebben je vragen en bijdragen op mij een ontmoedigende uitwerking.
          Wat staat bv. daar nou?
          “dat in Vlaanderen vrijwel alle studies 5 jaar duren, met uitzondering van enkele studies die 4 jaar duren (een lightvariant van een andere economische studie is de enige uitzondering die ik ken) en geneeskunde wat officiëel 7 jaar duurt maar waarvan het 7de jaar in feite het eerste specialisatiejaar of het eerste jaar van de huisartsenopleiding”.
          Je hoeft dit niet uit te leggen. Maak voortaan om te beginnen vijf zinnen als je het over vijf zaken hebt. Je hebt genoeg te melden, dat is je fort, nu de vorm nog.

          Willem Smit

          • Ik haalde jullie per ongeluk
            Ik haalde jullie per ongeluk even door elkaar, ik bedoelde Ben.

            Het verbaast me dat u moeite heeft om het bovenstaande te lezen of te begrijpen, wanneer meer mensen dat vinden en zij kunnen uitleggen waarom dat is dan wil ik weleens kijken ofdat ik wat aan mijn stijl kan verbeteren.

Reacties zijn gesloten.