Yegor Gaider

Vorige maand overleed de Russische politicus en ex-minister van financieën van de Russische Federatie Yegor Gaider. Zijn verdienste is dat hij het kapitalistische systeem met zo’n dreun invoerde dat dat gelijk stond met het voltooien van de contrarevolutie tegen die van 1917 en dat hij Rusland definitief terugbracht naar het kapitalistische productiesysteem.
Nederlands Onderwijsland heeft dringend een Onderwijsgaider nodig om een einde te maken aan het volkomen verbureaukratiseerde en ineffectieve onderwijssysteem. Het onderwijssysteem zit in een moeras en elke halfhartige poging om het er uit te trekken werkt het dieper het moeras in. En vrijwel alle pogingen waren halfhartig, m.u.v. van de door BON bewerkte restauratie van het rekenonderwijs. Het Communisme en ons onderwijssysteem hebben met elkaar gemeen dat men niet werkende maatregelen bedenkt om iets dat niet goed werkt in werking te houden en daarmee doorgaat totdat alles volledig in het honderd gelopen is. Een drosteverpleegster of beter een zwart CERN-gaatje waar onze hele onderwijsbegroting in verdwijnt. Onze Gaider in spe, Pim Fortuyn, is door een gek vermoord. Hij overwoog het onderwijs terug te voeren naar de tijd dat de HBS en de MULO bestonden, de grote emancipatiemachines voor kinderen van laagopgeleide ouders en belangrijke bronnen voor de financiering van onze welvaartsroes. BON weet dat de structuur van het onderwijsbestel moet veranderen maar heeft onder de politici geen bondgenoten van het formaat van “Pim”. Vrijwel de enige politicus die zich volledig inzet voor goed onderwijs zonder de belangengroepen die zich in Onderwijsland genesteld hebben te willen ontzien is Jasper van Dijk van Socialistische Partij.
Om weer goed onderwijs te krijgen moeten er Black-Box-Scholen kunnen ontstaan en gedijeen. Het principe ervan is doodeenvoudig. Een Black-Box-School is een school waar leerlingen met een bepaalde hoeveelheid kennis en vaardigheden instromen en met een bepaalde hoeveelheid kennis en vaardigheden uitstromen. De overheid bemoeit zich absoluut niet met wat in de Black-Box-Scholen gebeurt. De gemiddelde toename van meetbare kennis en meetbare vaardigheden wordt door de overheid gemeten en, indien voldoende bevonden, in die mate beloond dat schoolgeld niet nodig is. Bij de beoordeling van de prestatie van de school wordt ook rekening gehouden met de capaciteiten van de leerlingen. Niet slechts omdat dat eerlijker is maar ook om te voorkomen dat een school alleen maar veelbelovende leerlingen aanneemt.
Elke black-box-school zou anders georganiseerd kunnen zijn maar mijn verwachting is dat de meeste scholen echte BON-scholen zullen worden. Ik hoop dat BON niet zal wachten tot er eindelijk een Gaider in Onderwijsland verschijnt maar zich zal gaan inzetten voor vrije toegang van black-box-scholen in de subsidieprovincie van Onderwijsland.

40 Reacties

  1. De plaatselijke SP in
    De plaatselijke SP in Tilburg is pro-HNL, gezien de steun die de SP uitspreekt aan De Nieuwste School (wordt met opheffen bedreigd). Wat vindt de landelijke SP (Jasper van Dijk) daarvan? Behalve dat het een persoonlijk drama is, als je school wordt opgeheven.

    • SP standpunten en BON standpunten kunnen verschillen
      Een paar dagen geleden had Een Vandaag een uitgebreide reportage waarin Jasper van Dijk een reformatorische MBO bezocht. Daar pleitte hij voor openstellen van die school voor niet reformatorische kinderen. Het was een integere reportage en Jasper had het duidelijk moeilijk. In een discussie met kinderen, leraren en ook mensen uit het bedrijfsloven zei iedereen: de kinderen zijn hier tevreden, de ouders zijn tevreden, de bedrijven zijn te vreden, de resultaten van deze school zijn goed (was gekozen tot het 1 na beste MBO van Nederland), en de SP wil zonodig dat er iets verandert. Jasper kon niet anders dan generiek aandacht vragen voor integratie, wat een taak van de school zou zijn.
      Dat werd bevestigd door de school, maar volgens hun betekende dat niet dat er dan ook perse niet reformatorische kinderen moesten worden aangenomen: door de uitstekende opleiding waren hun leerlingen maatschappelijk betrokken en daardoor deed men ook aan integratie.

      Ik kon niet anders dan de argumenten van de reformatorische school onderschrijven, hoezeer ik ook moeite heb met religieus onderwijs.

      Het gaat er bij scholen om of de leerlingen en ouders tevreden zijn en of de resultaten toetsbaar en goed zijn. Of een school HNL is of Reformatorisch mag wat mij betreft geen argument zijn, ook niet voor een BON standpunt overigens. Als de SP Tilburg meent dat de school goede resultaten heeft (lijkt me bijna onmogelijk, maar tocht), dan kan men pleiten voor behoud van de school omdat het voor veel kinderen anders problemen geeft

      • Reformatorische kinderen
        Ik denk dat reformatorische ouders i.h.a. veel traditioneler opvoeden dan seculiere ouders, en zeker als die seculieren ook nog in een willekeurige grote stad wonen. Het is onvermijdelijk dat zo’n school dan ook traditioneler is ingesteld dan een willekeurige andere. Traditioneel opgevoede kinderen in combinatie met traditioneel onderwijs: dat moet (in de huidige omstandigheden) haast wel leiden tot betere resultaten. Bij mij in de omgeving staat een school die als een van de beste HAVO’s in het land te boek staat. Traditioneel onderwijs in combinatie met kinderen die hoofdzakelijk ‘uit de polder’ afkomstig zijn.
        Met religie heeft het allemaal niet zo veel te maken, denk ik. Wel met de afwezigheid van die hijgerige vernieuwingsdrang die je aantreft bij mensen die het geloof in de oude God vervangen hebben door een geloof in kwakzalvers en computers.
        Dergelijke dingen zeggen eigenlijk alles over wat er werkt in het onderwijs en wat niet.

        • Inputsturing
          Er was en mogelijk is nog één nadeel aan het bestaan van confessionele scholen naast publieke scholen. Confessionele scholen konden met een beroep op hun confessionaliteit weigeren om potentieel lastige leerlingen aan te nemen en konden leerlingen die zich in hun ogen misdroegen van school aftrappen. Omdat publieke scholen geen leerlingen konden weigeren zadelde dat hen op met relatief veel probleemkinderen. De overheid heeft het van school sturen van leerlingen zeer moeilijk gemaakt maar confessionele scholen kunnen dat natuurlijk gedeeltelijk compenseren door het aantal leerlingen dat geweigerd wordt te vergroten.
          Seger Weehuizen

          • Re. publiek onderwijs
            En dat is precies het ideaal dat het publieke onderwijs zich heeft gesteld: een school te zijn voor iedereen.
            Maar mocht het genoemde werkelijk een probleem zijn, ligt een evt. oplossing niet in het opheffen van confessioneel onderwijs, maar in het oprichten van meer bijzondere scholen op algemene grondslag.

          • Of in het opheffen van…
            ..het openbaar onderwijs.

            Waar de overheid zich mee bemoeit, gaat alles fout.

          • En waar de overheid zich niet meer mee bemoeit..
            ..gaat het nog erger fout.

            Zie het openbaar vervoer, de gezondheidszorg, en toch ook het onderwijs, waar de overheid de zeggenschap heeft weggegeven aan de besturen.

      • SP een “vriend van BON”?
        De SP lijkt mij voor BON een ideale partner om mee van gedachten te wisselen over een verkiezingsparagraaf in het verkiezingsprogramma voor de komende verkiezingen van de Tweede Kamer der Staten Generaal. Het aantal ouders dat ontevreden is over het huidige onderwijs is veel groter dan uit hun actiebereidheid blijkt. Een partij die radicale hervormingen belooft is voor hen veel geloofwaardiger dan een partij die de structuur van het onderwijs intact wil laten. Het beloven van een door precisering geloofwaardig gemaakte radicale verandering zou voor veel ouders en ook andere kiezers een reden kunnen worden om i.p.v. op de PvdA op de SP te stemmen. Zelfs veel leraren hebben het met de PvdA wel gehad.
        Belangrijk voor BON bij een eventuele samenwerking met de SP is dat bij die partij het streven naar meer gelijkheid in het onderwijs niet, zoals wel bij de PvdA het geval is, tot uitdrukking komt in de wens om aan alle leerlingen t.m. 16 jaar hetzelfde onderwijsprogramma op te leggen. Wel zal de SP willen dat bij onderwijshervormingen de aanleg van leerlingen beter gemeten wordt zodat kinderen met laagopgeleide ouders in groep 8 minder vaak een te laag advies voor het niveau van de vervolgschool krijgen. Wat het kiezen tussen scholen van hetzelfde onderwijstype betreft moeten laagopgeleide ouders goede voor hen begrijpelijke informatie over die scholen krijgen zodat zij voor hun kinderen een goede keuze kunnen maken en het ontstaan van zwarte scholen wordt tegengegaan. Geen zaken waartegen BON bezwaren heeft, denk ik.
        Seger Weehuizen

        • Het ware gezicht van de SP…
          Een Vandaag met een uitgebreide reportage waarin Jasper van Dijk een reformatorische MBO bezocht, liet het ware gezicht van de SP zien.

          • Wat is dat dan?
            Ik heb de reportage niet gezien; zou je willen uitleggen wat dan het ware gezicht van de SP volgens jou is?

          • Inbreken bij……
            Als schijnheilige wereldverbeteraar inbreken bij mensen die het goed doen en hen de les te willen lezen, terwijl je zelf niets klaar speelt.

          • Leg eens uit?
            Sorry Hals, maar dit is nog steeds een vaag antwoord dat bol staat van de suggestieve woorden. Wat was er in dit programma “schijnheilig” aan Van Dijk? En wat speelt de SP zelf niet klaar?

          • Hij kan het beter zelf vertellen….
            …hij zit immers ook op dit forum.
            Hij stond met zijn mond vol tanden, wat hij probeerde op te vangen met wat schouderklopjes. Gênant.

          • Antwoord op de vraag
            Marten schreef:

            zou je willen uitleggen wat dan het ware gezicht van de SP volgens jou is?

            Daar kan Van Dijk natuurlijk geen antwoord op geven, dat zul je zelf moeten doen Hals. Of heb je jezelf in een hoek geschilderd?

          • Nou vooruit…
            Het gedachtegoed van Mao zou in de ‘Socialistiese Partij’ dan niet langer heilig zijn,
            die ideologische trekjes blijven steeds maar boven drijven, ook in de bovengenoemde uitzending.

          • En dat blijkt uit … ?
            Vaagheden alom. Waaruit blijkt in bovengenoemde uitzending dat ideologische trekjes bij de SP komen boven drijven?

          • Re: het ware gezicht
            Wat me stoort aan je opmerking Hals, is de terminologie: “het ware gezicht”. Alsof de SP een masker zou dragen en nu, in een moment van zwakte, haar ware gezicht zou laten zien.
            Ik vind dat een onterecht verwijt, zeker in relatie tot Jasper’s bezoek aan deze school. van Dijk pleit in alle openbaarheid voor het verplicht openstellen van bijzonder onderwijs voor anders gelovige leerlingen. Daar kun je het al dan niet mee eens zijn, maar het standpunt is zeer legitiem en wordt in alle openheid bepleit.
            Tegelijkertijd pleit de SP, mn Jasper van Dijk, ook voor BON-achtig onderwijs. In hoeverre beide doelen elkaar versterken of tegenwerken is niet duidelijk, je kunt daarover van mening verfschillen, maar zelfs als deze beide doelstellingen onderling op gespannen voet staan, dan nog is er geen enkele reden om niet beide doelen na te streven. Of beter: om te proberen een optimale mix te vinden. Doelstelling zitten elkaar namelijk zo goed als altijd in de weg.

            Kortom: ik vond de reportage niet alleen integer, mar Jaspers inbreng ook. Inderdaad: hij had het moeilijk, maar ging respectvol en open het gesprek in, ook was hij de eerste die toegaf dat de school zelf uitstekend functioneerde en dat leerlingen erg tevreden waren. Dus petje af voor Jasper, die probeert de worsteling van tegenstrijdige doelen tot een optimaal resultaat te laten leiden. In alle openheid en zonder politieke spelletjes.

            Je opmerking over “het ware gezicht” doet wat mij betreft geen recht aan de integriteit van Jasper van Dijk.

            Overigens: ik ben geen SP stemmer en denk zelf ook niet dat reformatorische scholen verplicht andere kinderen zouden moeten opnemen. Maar gelukkig mogen mensen van mening verschillen.

          • Mijn antwoord…beste 89….
            …staat boven je uitgebreide reactie.
            Ik heb overigens niets tegen de man in kwestie en waardeer de SP op een groot aantal gebieden (onderijs, gezondheidszorg en nog een paar), maar Jasper van Dijk moet niet op grond van ideologische gronden proberen in te breken op scholen die het bijzonder goed doen.
            Daarmee keert hij terug naar het ‘oude gezicht’ van de Socialistiese Partij en lijkt de ware aard van de partij weer boven te komen drijven.

  2. sp en integratie
    De SP wil duidelijk af van de vrijheid van onderwijs zoals die nu wettelijk is vastgelegd.
    ‘Integratie’ is daarbij het toverwoord; integratie zoals de SP dat ziet: we zijn allemaal 1 pot nat.
    Daarbij wordr gemakkelijk gegeneraliseerd, als zouden christelijke scholen ‘wit’ zijn, waardoor het openbaar onderwijs met het ‘zwarte’ probleem opgezadeld zou worden.
    Maar er bstaan ook christelijke Afrikanen, Aziaten, Arabieren, en als de ouders de gronsdslag van de school onderschrijven, integreren deze kinderen ook gewoon op de christelijke scholen.
    Die integratie wordt stelselmatig niet meegeteld.
    Als de SP scholen wil die hun agenda onderschrijven, is er misschien wel ruimte om ‘socialistische’ scholen te stichten.
    Maar dwing andere scholen niet jouw agenda uit te voeren.
    Verder is het me vaak opgevallen dat kinderen niet eens zo vanzelfsprekend met iedereen even prettig omgaan.
    Die gewenste politieke integratie lijkt me een soort droombeeld.

  3. Blij dat je Fortuijn aanhaalt….
    Blij dat je Fortuijn aanhaalt. Hij had een uitstekende onderwijsparagraaf en heeft er veel over geschreven.
    Bovendien was hij een origineel denker, met grote kennis van zake, niet alleen op onderwijsgebied.
    Maar ja, de homohaat zit diep geworteld en zijn succes was een gevaar voor de gevestigde orde.
    Die gek, die hem zou hebben neergehaald, daar zullen we het maar niet over hebben. Daar is nog wel andere informatie over voorhande.

  4. Gaidar en Fortuyn?
    Malmaison,

    1. Het beleid van Yegor Gaidar kwam neer op een neoliberale “shock doctrine” ten
    bate van de “vrije markt” met alle voorspelbare gevolgen van dien: Ontstaan van
    een dunne bovenlaag van superrijken, terwijl de rest van de bevolking
    overgeleverd werd aan barre armoede – tot en met een echte hongerwinter.

    Je vergelijking van het communisme met de situatie in het Nederlandse onderwijs
    vind ik nogal oppervlakkig. Ik weet niet waar je concreet aan denkt bij een
    “onderwijsgaider”, maar ik hoop dat ons ontwikkelingen zoals die ingezet door
    de echte Gaidar bespaard zullen blijven.

    2. Laten we niet vergeten: Het succes van Fortuyn berustte primair op het
    uitbuiten van ressentiments als vreemdelingenhaat en islamofobie, en niet op
    zijn ideeen op onderwijsgebied (of enig welk ander concreet politiek terrein).
    Wat die ideeen betreft kwam hij ook niet verder dan een beroep op
    onderbuikgevoelens: in dit geval de conservatief-nostalgische sentimenten die we
    helaas ook bij BON maar al te vaak tegen komen. Echter: Kreten als “Terug
    naar…” lossen niets op, we moeten immers de vragen van 2010 beantwoorden, niet die van 1960.

    3. Fantasieen over een “sterke leider” die radicale maatregelen neemt
    zijn psychologisch wel te begrijpen, maar mijlenver van onze realiteit, en dat
    is misschien maar goed ook. Wie echter, zoals jij, rechtvaardigheid en
    emancipatie als beginselen ziet voor onderwijsbeleid, die zou sowieso op zoek
    moeten gaan naar andere voorbeelden dan een neoliberaal als Gaidar of
    een populist als Fortuyn.

    • Hoezo?
      Van Dresden schrijft onder meer: 3. Fantasieen over een “sterke leider” die radicale maatregelen neemt zijn psychologisch wel te begrijpen, maar mijlenver van onze realiteit, en dat is misschien maar goed ook.

      Klinkt prachtig, maar wat betekent het nou precies? En waarom zijn deze zogenoemde ‘fantasieën’ wel ‘psychologisch wel te begrijpen’?

      • Fantasieen
        Ik denk het volgende: Wie probeert veranderingen door te voeren moet natuurlijk wel tegen het beharringsvermogen van bestaande structuren opboksen,
        en dan kan best frustrerend zijn. In zo een situatie zijn fantasieen over
        radicale maatregelen, genomen door een sterke leider, psychologisch vrij
        begrijpelijk. Maar: “Tussen droom en daad staan wetten in den weg en practische
        bezwaren…” Zie ook mijn antwoord op het commentaar van Seger Weehuizen.

    • onderbuik, conservatief-nostalgische sentimenten?
      Kennelijk bedoelt u dit negatief. Onderbuik is niet goed, conservatief ook niet en nostalgie of sentiment kan er ook al niet mee door.
      Ik heb daar op twee niveaus bezwaar tegen. Op de eerste plaats denk ik dat die labels niet zomaar op BON te plakken zijn. Op de tweede plaats denk ik dat die labels in het geheel niet negatief behoeven te zijn.
      Laat ik eens beginnen met onderbuik en sentiment. Dat suggereert dat de gewenste onderwijsveranderingen van BON vooral komen vanuit niet rationele overwegingen. U geeft nergens aan waar en waarom dat zo zou zijn en het is ook in het geheel niet zo. BON heeft de laatste vier jaar telkens beargumenteerd wat er mis is met het onderwijs. Het gaat dan om taal- en rekenen, de opleiding van de docenten, de inflatie van het hoger onderwijs, het ondoordacht ingevoerde CGO in het MBO, de schaalgrootte en daar bijbehorende ellende. Allemaal zaken die door BON en BONners beargumenteerd zijn aangekaart.
      Dat er behalve logische en aantoonbare argumenten ook gevoelsmatige argumenten zijn is op geen enkele manier een diskwalificatie van onze standpunten. Sterker nog: het geeft aan dat ratio en emotie in harmonie zijn. Ik heb de bronvermelding helaas niet paraat, maar een tijdje geleden is uitgebreid in het nieuws geweest dat mensen, bij het nemen van beslissingen, vaak beter op hun gevoel af kunnen gaan dan op ratio. Nu kun je bij dergelijke onderzoeken allerlei vragen hebben, maar ik denk dat iedereen die onderbuik en dat gevoel nodig heeft bij veel beslissingen die hij moet nemen. De wereld is simpelweg te complex om alles te beredeneren, intuïtie door ervaring kan absoluut noodzakelijk zijn om te overleven. Niks mis met mijn onderbuik, zou ik zeggen. Ik ben er trots op.

      Nostalgie is een hang naar het verleden. Ik denk dat geen zinnig mens meent dat de tijd terug gedraaid kan worden. Maar ik zou willen dat geen zinnig mens zou weigeren van het verleden te leren. Als het onderwijs de laatste 30 jaar in een constante vlucht naar voren is geplaatst, dan getuigt het van verstand en wijsheid om eens terug te kijken. Mens, ken je verleden en je weet de richting waar je naar toe aan het rennen bent. Ik heb in het verleden als MR voorzitter eens een directeur meegemaakt die een “strategisch” vijfjarenplan had geschreven. De plannen voor de toekomst werden ontvouwd. Opmerkelijk genoeg ontbrak hoofdstuk 1: een schets van de ervaringen van de afgelopen 5 jaar. Het ging niet om een kleine school en nu ik het opschrijf verbijstert het me nog steeds. Nog idioter was dat ik tijdens de MR vergadering hiervoor onvoldoende begrip kreeg. De sfeer was zo dat er nu eenmaal geen tijd is om te analyseren waar we vandaan komen en wat de problemen zijn, we willen verder en iedereen weet toch wel in welke richting. Echt: bewuste domheid en typerend voor het onderwijs, vrees ik. BON gaat hier gelukkig anders mee om.
      Ook conservatief is een opmerkelijk woord. Onderzoek allen en behoud het goede, lijkt me. Wees duurzaam, om het moderner te zeggen. Wat is er mis met het conserveren, het behouden, van belangrijke waarden, van belangrijke ideeën? Waarom is “nieuw” altijd beter? Ad Verbrugge heeft dat allen natuurlijk in een veel breder kader gezet dan het onderwijs alleen. Ik vind het best om dat conservatief te noemen, maar geen zinnige conservatief sluit zijn ogen voor ontwikkelingen, net als geen zinnige progressief zijn ogen voor het verleden zou behoren te sluiten.

      • Nostalgie & Onderbuik
        Ik wil helemaal niet suggereren dat het bij BON alleen om emoties en sentimenten zou gaan. De feiten die aantonen dat dit niet zo is geef je immers zelf.

        Wat ik bedoel is een neiging -juist in complexe, veranderende situaties!- het verleden te idealiseren en rationale argumenten door dit sentiment te vervangen. (Gelukkig speelt dit niet of nauwelijks voor officiele BON-standpunten zoals verwoordt door het bestuur.)

        “Trots op je eigen onderbuik” verwoordt het nogal goed, en ik vind dit inderdaad problematisch. Die onderbuik van je kan namelijk niet goed in discussie met de onderbuik van iemand anders die misschien wel tegengestelde dingen vindt.

        Verder heb ik volgens mij nergens gezegd dat “nieuw” altijd beter is,
        en dit is ook zeker niet mijn opvatting. Wat dat betreft ben ik het volstrekt
        eens met de laatste alinea van je tekst.

        • Re: Nostalgie en Onderbuik
          Ik kan alleen namens mijn eigen ratio en mijn eigen onderbuik spreken. Ik ben in het verleden vaak in veranderingssituaties geweest. Om welke reden dan ook werd een nieuwe lijn ingezet, de lessen, de opleiding moesten anders. De situatie was dan zo dat er een goeroe werd opgetrommeld die beweerde dat wetenschap/onderwijskundig inzicht had aangetoond dat bla bla bla.
          Als eenvoudige docent zit je dan met een probleem, want ik was destijds niet in staat om de onderwijskundige artikelen goed te beoordelen. Ook werd daar soms zelfs niet expliciet naar verwezen.

          Concreet komen mij twee situaties voor de geest. De eerste op de 2e graads lerarenopleiding waar ik werkte. De toenmalige directeur die een groot project me veel geld binnenbracht om te vernieuwen, schreef in het hogeschoolblad een artikel waarin hij beweerde dat de hedendaagse jeugd het beste leerde met de voeten op tafel, TMF op TV en een biertje in de hand. Ik had een goede relatie met de man en heb hem daar destijds op aangesproken. Zijn weerwoord: er waren onderzoeken die dat aantoonden. Welke, ja, dat wist hij ook niet.

          Enige jaren later opnieuw een goeroe tijdens opnieuw een vernieuwing, nu bij een Pabo opleiding. Onderzoek had aangetoond dat leerlingen beter leerden van andere leerlingen in groepjes dan van uitleg van de leraar. Opnieuw mijn vraag: welk onderzoek en hoe of wat. Opnieuw geen concrete verwijzingen.

          In beide gevallen kwam mijn onderbuik direct in opstand. Rationeel kon ik weinig, zeker de tweede keer, omdat ik geen onderwijskundige ben. Ik heb me in beide gevallen loyaal opgesteld en geprobeerd de vernieuwingen te laten slagen.

          Die bescheidenheid heb ik naderhand afgelegd. In beide situaties bleek ik achteraf gelijk te hebben. Zowel praktisch: de veranderingen bleken geen verbeteringen, als theoretisch: ik weet nu waar die mensen aan refereerden n dat blijkt neponderzoek te zijn. Ik had destijds beter naar mijn onderbuik moeten luisteren; ik was namelijk ervaren genoeg om gevoelsmatig te kunnen inschatten wat veranderingen zullen brengen. Daarmee idealiseer ik het verleden niet, maar waardeer ik wel de verworvenheden van wat ik als ervaren docent heb bereikt. Ik waardeer dat meer dan de zogenaamde onderzoeken en vindingen van onderwijskundigen. Dat laatste kan ik op wetenschappelijk niveau formeel niet waarmaken en zou dus strijdig met de ratio moeten zijn. Mijn soms conservatieve ervaring is waardevoller dan allerlei moderne inzichten. Ik beweer dat tegenwoordig zonder valse schaamte, het zijn voor mij ervaringsfeiten. Daar laat ik me alleen vanafbrengen als men ve3vernieuwingen voorstelt die ook werkelijk in mijn eigen ratio en voor mijn eigen onderbuik beter lijken. De bescheiden houding: “wie ben ik, wie weet heb ik het wel mis, laat ik de kundigen eens de kans geven”, die houding heb ik laten varen. Op de eerste plaats omdat ik anders niet kan werken en op de tweede plaats omdat ik werkelijk denk dat ik het bij het rechte eind heb.

    • De vragen van 1960
      U schrijft we moeten immers de vragen van 2010 beantwoorden, niet die van 1960. Wat zouden die vragen dan wel zijn?
      Enkele vragen van 1960: de wapenwedloop, de Koude Oorlog, de apartheid, de dekolonisatie van Afrika, de tekorten op de arbeidsmarkt. Het onderwijs van 1960 was niet bij machte een antwoord op deze vragen te geven. Wél kon het onderwijs van 1960 ons aardrijkskunde, geschiedenis, lezen, schrijven en rekenen bijbrengen; wél leerde ik op school drie vreemde talen en een zodanige portie algebra dat ik de rest van mijn leven nooit meer problemen met formules heb gehad. Wél konden de meeste academici na dat onderwijs een sollicitatiebrief schrijven.
      Enkele vragen van 2010: het terrorisme, de klimaatwisseling, de grootschalige immigratie, de AIDS, de epidemische dierziekten in de landbouw, de ontbossing. Ook nu heeft het onderwijs geen antwoord op deze vragen. Maar brengt het onderwijs ons dan tenminste die typische onderwijsdingen als lezen, schrijven en rekenen bij? Nee, dat ook niet meer. Wat dan wel? Goede vraag.
      Ik heb veeleer de indruk, na bestudering van oude examens, dat het onderwijs van 1960 wél de (onderwijs-) vragen van 1960 en 2010 kon beantwoorden, maar dat andersom het onderwijs van 2010 het antwoord niet weet; niet op de (onderwijs-)vragen van 2010 en niet op die van 1960.

      • nog eens: 1960 en nu
        Wat ik bedoelde met “vragen” is wat jij met “onderwijsvragen” aanduidt. En dan heb ik zo mijn twijfels of, zoals je beweert, het onderwijs van 1960 inderdaad het antwoord is op de onderwijsvragen van 2010, er is immers inmiddels het een en ander gebeurt.

        Wat (specialere en algemenere) voorbelden:

        – Anders dan 1960 heeft iedereen wel een zakrekenmachine. Indien een leraar vindt, dat je alsnog de vermenigvuldigingstafels, rekenen met breuken of staartdeling moet leren, wat voor argumenten geeft hij hiervoor? (Voordat je mij verkeerd begrijpt: Ik ben vierkant voor vermenigvuldigingstafels, het leren rekenen met breuken en staartdeling, maar dit is hier irrelevant.)

        – Anders dan 1960 is er via Internet een enorme informatiebron binnen (bijna) iedereens handbereik. Hoe leer je hierbij betrouwbare en relevante informatie onderscheiden van niet betrouwbare of irrelevante?

        – Anders dan 1960 is “gezag door positie”, zeker voor leraren, vaak minder vanzelfsprekend. Hoe creeer je dit gezag alsnog? (Let wel: een kreet als “Daar moeten we gewoon naar terug!” is geen oplossing.)

        – Anders dan 1960 is de socioculturele achtergrond van scholieren en studenten diverser. Wat zijn de implicaties?

        – Anders dan 1960 is er veel minder vraag naar laaggeschoold werk op de arbeidsmarkt. Wat betekent dat?

        “Bestudering van oude examens” alleen zal de antwoorden niet leveren. Toch zullen die gevonden moeten worden, allen al omwille van de “typische onderwijsdingen als lezen, schrijven en rekenen”.

        • Onderwijsvragen, 1
          In tegenstelling tot wat u beweert zijn dit juist GEEN onderwijsvragen maar algemene, maatschappelijke kwesties. De inhoud van het onderwijs wordt er, op één uitzondering na, niet door beïnvloed. Desondanks kan ik er toch wel op ingaan.
          De rekenmachine: het probleem is dat de kinderen ook MET rekenmachine helemaal niet kunnen rekenen. De reden is dat ze er geen flauw idee van hebben WAT die rekenmachine eigenlijk voor ze doet. Daarom zijn ze niet in staat om op de juiste knopjes te drukken. Het rekenonderwijs is nog net zo hard nodig als in 1960: zodat ze weten wat ze aan het doen zijn.
          Het probleem met internet en wikipedia is hetzelfde als vroeger met de encyclopedie en verschillende geschiedenisboeken. Hoe filter je relevante informatie uit niet-relevante informatie? Dat is dus hetzelfde als in 1960. Een belangrijk hulpmiddel bij deze kwestie is het begrijpend lezen. Dat is tegenwoordig niet direct beter dan in 1960. Het bedienen van Google is evenzeer / evenmin een taak voor het onderwijs als het raadplegen van de trefwoordenlijst achter in een handboek.
          Het gezagsprobleem is een zelfgecreëerd probleem dat ook weer kan worden opgelost wanneer scholen dat willen. Zeer veel ouders willen dat gezag graag hersteld zien (zie o.a. de Trouw). Het wachten is op de schooldirecties. Al doet u alsof dit nieuw is, in essentie is het geen ander probleem dan in 1960 (ik zat zelf in dat jaar op een zeer roerig lager schooltje; ik verzeker u dat het gezag van de juffen daar niet vanzelfsprekend was): de orde moet je willen organiseren en daartoe moet je je er dagelijks mee bezighouden. Gezag komt wanneer de schooldirectie dat belangrijk vindt.

        • Onderwijsvragen, 2
          Sociaal-culturele achtergrond: ik zie niet in waarom dat het onderwijs anders zou moeten maken. Ik geef natuurkunde op dezelfde manier aan allochtonen als aan autochtonen. Geen verschil met 1960 (toen hadden we overigens Indo’s en Molukkers). En wat de taalachterstanden betreft: waren die er in 1960 dan niet? Hadden we toen soms geen scholen voor zeer langzaam lerende kinderen of kinderen met achterstanden?

          De arbeidsmarkt: voor het basisonderwijs en het algemeen vormend voortgezet onderwijs maakt dat niets uit. Het zou verschil kunnen maken in het MBO en het VMBO. Maar arbeidsmarktverschuivingen zijn er altijd al geweest; ook in 1960 (ik denk dat de Lagere Mijnbouwschool of iets dergelijks toen ook met een teruglopend leerlingenaantal kampte).

          Uw laatste alinea is voor mij onbegrijpelijk. Wat bedoelt u met ‘…. zal de antwoorden niet leveren’? Welke antwoorden? IK bedoel dat voor mijn vak de examens tegenwoordig een stuk lichter zijn dan ze vroeger waren. Wat bedoelt U?

          Zelf weet ik nog wel een klein verschil met 1960. Ongevraagd tutoyeren was onder volwassenen die elkaar niet kenden onbeleefd. Tegenwoordig lijkt dat anders te zijn. Op school is dat echter nog hetzelfde als in 1960. Mijn leerlingen zeggen nog steeds ‘mijnheer’.

    • Re: van Dresden
      Gaider heeft door zijn shocktherapie bereikt dat terugkeer naar het Communistische systeem bijna onmogelijk werd. Dat snelle overgang heeft veel mensen rampspoed gebracht maar de offers bij het invoeren en is stand houden van het communistisch systeem zijn veel groter geweest. Eerst zijn miljoenen mensen omgekomen bij de collectivering van de landbouw, vervolgens bij de grote zuiveringen, toen bij de “Grote Vaderlandse oorlog”, waarop Rusland dankzij Stalin niet voorbereid was en daarna is nog door de Nazi’s op grote schaal genocide gepleegd op Russische bodem. De gruwelen van het Communisme indachtig kan ik Gaider niet anders duiden dan als een groot man. Bij een onderwijsGaider stel ik mij voor dat bijna alle schoolbestuurders en onderwijsmanagers hun baan verliezen en dat geld gebruikt gaat worden om goede leraren aan te stellen.
      Ik was onder de indruk van “Pim” door het waarheidsgehalte en de heldere directheid van zijn uitspraken. Bij dat eerste mag je vraagtekens zetten en dat laatste kun je natuurlijk ook zien als ophitsen.
      Wetend, dat ik het begrip mensenrechten wel erg oprek, stel ik dat in het Nederlandse onderwijs die rechten door de democratisch tot stand gekomen regering niet gerespecteerd werden. De basisvorming schreef tegen de bedoeling van de grondwet voor HOE leerlingen moesten leren en de basisvorming was een educatieve eenheidsworst die door iedereen gevreten moet worden. Onderwijs werd oneigenlijk in dienst gesteld van maatschappijhervorming en “gelijkwaardigheid” en werd zo veel mogelijk ontdaan van intellectuele kenmerken. We hebben een sterke persoonlijkheid nodig die niet voortkomt uit de “oude” politieke partijen.
      Seger Weehuizen

      • Seger,
        ik kan je redenering niet volgen dat de rampspoed van de shocktherapie door het doel geheiligd zou worden een onherroepelijk einde aan het communisme te maken, maar deze discussie dreigt een beetje “off topic” te worden. (Om dezelfde reden ga ik hier nu ook niet in op het waarheidsgehalte van “Pim”s uitspraken…)

        Laat ik het wat concreter over je denkbeelden aangaande het onderwijs hebben: Bijna alle schoolbestuurders en onderwijsmanagers verliezen hun baan? Zullen niet ook jouw “Black box”-scholen bestuurd en gemanaged moeten worden? Gaat het niet eerder om de taakverdeling tussen management, leraren, ministerie en politiek?

        Maar bovendien: Je “onderwijsGaider” of “sterke persoonlijkheid” schijnt vooral gekenmerkt te worden door het feit dat hij/zij zich van wetten, regels en zelfs de constitutie niets aantrekt en niets hoeft aan te trekken. Dat zou inderdaad een overeenkomst zijn met de echte Gaidar – en de profiteurs van diens beleid.

        Verder: Onderwijs heeft altijd consequenties voor de ontwikkeling van een maatschappij, dus is onderwijsbeleid altijd (bewust of onbewust, herkend of ontkend) onderdeel van politieke visies op de maatschappij en haar ontwikkeling. Er is dus niets “oneigenlijks” aan het gebruiken van onderwijs voor maatschappijhervorming, dit is schering en inslag sinds de kloosterscholen van de middeleeuwen. (Of het beleid dan de beoogde gevolgen heeft of juist andere is een andere vraag.)

        • flink schokken
          In de vijftiger jaren werd goed secundair onderwijs gegeven op betrekkelijk kleine scholen met een rector, één of twee conrectoren, een congierge en een amenuensis, iemand die zich met de financiën bezig hield en verder alleen maar leraren. Die leraren waren hoog opgeleid en ook voor de onderbouw VWO (HBS en Gymnasium) stelde men bij voorkeur eerstegraders aan die men betaalde volgens een schaal die niet onder de huidige LD-schaal lag. De kwaliteit van het onderwijs was hoog door de vakkennis van de leraren en de verantwoordelijkheid die hen was toegekend en die ze meestal in staat waren om te dragen. Nu zijn de leraren laag opgeleid, althans wat hun leervak betreft, moeten ze zich aan verstikkende regels houden en worden ze aangestuurd door managers die op hun beurt de onderwijswijsheid bij dure instituten vandaan halen. Les geven is laaggequalificeerde arbeid geworden en al die regeltjes, onderwijskundige theorieën en interventies door managers hebben niet kunnen voorkomen dat daardoor de kwaliteit van het onderwijs achteruitgehold is. Daarom wil ik dat in principe de oude toestand hersteld wordt. Zoals Moby al uiteengezet heeft in “1960 versus 2010” heeft de tijd nauwelijks invloed gehad op de basisleerstof. Een black box school kan er van binnen net uitzien als een school uit de vijftiger jaren maar ook zoals de nieuwste school. Een school moet voor een bepaald bedrag per leerling een eindprodukt opleveren dat aan bepaalde specificaties voldoet en hoe de school dat flikt is haar zaak. Gelijkwaardige docenten met een primus inter pares of pascha’s met voetvolk. In het eerste geval hoeft weinig gemanaged te worden.
          Verder moet het op afstand zetten van onderwijs ook daarom als een mislukking beschouwd worden omdat het nauwelijks geleid heeft tot afslanking van het ministerie van Onderwijs. Er zijn alleen maar een hele hoop subministeries bijgekomen, namelijk de besturen van grote schoolconglomeraten met hun staf.

        • Management als verschaffer van mogelijkheden
          Van Dresden schrijft: “Laat ik het wat concreter over je denkbeelden aangaande het onderwijs hebben: Bijna alle schoolbestuurders en onderwijsmanagers verliezen hun baan? Zullen niet ook jouw “Black box”-scholen bestuurd en gemanaged moeten worden? Gaat het niet eerder om de taakverdeling tussen management, leraren, ministerie en politiek?”

          Natuurlijk moet elke school geleid (“gemanaged”) worden. Malmaison doelt echter – durf ik te stellen – op de dikke kleilaag van managers die de docenten op dit moment vooral in de weg lopen en frustreren met bemoeizucht. Idealiter zorgt management in elke organisatie ervoor dat de uitvoerders de mogelijkheden en faciliteiten hebben om hun werk goed te doen. Management heeft dan een faciliterende rol. En daarvoor heb je veel minder mensen in managementachtige functies nodig dan er nu op veel scholen rondlopen.

  5. 1960 versus 2010
    – Nederlandse Taal: niet erg veel veranderd in die tijd.
    – Rekenen: de rekenregels en het getalsstelsel zijn niet wezenlijk veranderd.
    – Aardrijkskunde: kleine veranderingen in de topografie, maar de aardrijkskundige kennis van 1960 hoeft niet ingrijpend te worden veranderd.
    – Geschiedenis: verandert niet.
    – Biologie: de eigenschappen van flora/fauna/mens, zijn niet veranderd.
    – Lezen: de eisen aan leesbekwaamheden zijn niet bijzonder veranderd.
    – Schrijven: de vorm van de letters is niet veranderd.
    – Creativiteit: per definitie niet vast te leggen.
    De resterende vakken voor het basisonderwijs zijn marginaal, en niet van dusdanig wezenlijk belang dat het hele onderwijs daarvoor op de schop zou moeten. Die bezigheden kunnen gemakkelijk in het klassikaal onderwijs worden ingevoegd, als dat noodzakelijk zou zijn.

    Die veranderende tijden, dat is een drogredenering, zoals elders op dit forum is geconstateerd.

    • Moby,
      het is opmerkelijk en tekenend hoeveel misverstand een nogal vanzelfsprekende opmerking als “de vragen van 1960 zijn niet de vragen van 2010” op dit forum oproept. Wat ik ermee bedoel vindt je in mijn antwoord op Bernhard Wijntuin. De drogredenering waartegen BON zich terecht verzet is dat deze veranderingen die kern van kennis en vaardigheden die je opnoemt obsoleet of onbelangrijk zou maken. “De veranderende tijden” zijn geen drogredenering maar een gegeven van alle tijden.

      (Geschiedenis, of preciezer onze visie daarop, verandert trouwens wel. Ook bij meer geavanceerde leesvaardigheden twijfel ik, maar dit is iets voor experts.)

      • re. Van Dresden
        Ik denk dat ik wel heb begrepen wat je bedoelde. We horen dit soort verhalen immers zeer regelmatig. En altijd waren ze bedoeld om dwaze vernieuwingen in te voeren.
        Vandaar dat ik e.e.a. even nuchter op een rijtje zette.
        Ik vind de vragen die je oproept niet buitengewoon belangrijk.

  6. Fraaie discussie
    De gedachtenwisseling hierboven heb ik met aandacht gevolgd. Ik zie dat die spannend wordt na een opmerking van van Dresden over “conservatisme” van BON. Daar reageerden verschillende discussianten op, naar het lijkt met een zeker ingehouden woede. Die ergernis is terecht. Dat BON conservatief zou zijn ligt altijd in de mond bestorven van degenen die zich in hun macht (als manager of onderwijsvernieuwer) aangetast voelen.
    Maar zoals in het vervolg van deze discussie blijkt, neemt van Dresden die uitglijder met zoveel woorden terug. Ik hoop definitief, want onze stekels gaan dan terecht overeind staan.
    Maar dezelfde van Dresden heeft een interessante discussie op gang gebracht. Verschillende opmerkingen van hem snijden hout. Andere werden door zijn “opponenten” tot de juiste proporties teruggebracht.
    Mijn vraag is nu of van Dresden dat met mij eens is.

Reacties zijn gesloten.