Middel tegen bezuinigingen

Middel tegen bezuinigingen

In het laatste nummer van Amphora, het blad van de Vrienden van het Gymnasium, schrijft J.Erdtsieck over de ‘privatisering’ van het onderwijs. De laatste alinea luidt: ‘Haal de salariëring volledig uit de lumpsum. Laat voor iedereen – dus ook de directieleden –één landelijke cao gelden. Leg daarin vast dat slechts drie elementen het salaris bepalen, te weten bevoegdheidsgraad, diensttijd en betrekkingsomvang. Leidinggevenden, zoals rectoren, directeuren, conrectoren en adjunct-directeuren komen in aparte schalen. Ook moet gestreefd worden naar het ontbinden in zelfstandige factoren van te grote conglomeraties van scholen. Kleinschaligheid verbetert de sociaal-pedagogische sfeer. Zo verdwijnen afgunst, intriges en vleierij uit de school en kan het misschien weer leuk worden in de lessen en in de pauzes.’

Waarom zijn dit juist nu belangrijke aanbevelingen? Omdat de bezuinigingen eraan komen. De regeringsplannen voor de komende jaren gaan niet aan het onderwijs voorbij en zijn daar , althans op het eerste gezicht, maar op één manier te realiseren : door de leraarstaak te verzwaren. In de jaren tachtig van de vorige eeuw werden door Deetman verschillende bezuinigingsmaatregelen getroffen: snijden in de lessentabel, groepsgrootte verhogen en verlaging van de salarissen, gewoon dingen doen die de kwaliteit van het onderwijs aantasten. De overheid zal de bezuinigingen ditmaal via de lumpsum globaal willen opleggen aan de scholen, wat betekent dat de schoolbesturen, zeg maar de ‘managers’ gaan bepalen hoe er bezuinigd gaat worden. Ongetwijfeld op de salarissen want dat levert direct het meest op. En het beleid om bij voorkeur mensen aan te stellen die weinig kosten, als daar zijn onbevoegden, zij-instromers en stagiaires, zal enthousiast worden voortgezet. Gelet op de gang van zaken sinds de invoering van het lumpsum systeem zal niet of nauwelijks geraakt worden aan de ‘overhead’ kosten van de grote schoolbesturen. Dat zou immers snijden in eigen vlees zijn want, let wel, de managers zijn geen collega’s van de leraren.

Het lijkt mij niet onmogelijk, zelfs waarschijnlijk, dat de bezuinigingen grotendeels opgevangen kunnen worden door wèl in de bureaucratie te snijden. Er is immers in de laatste tien jaar behoorlijk wat extra geld naar het onderwijs gegaan maar daarvan is veel blijven hangen aan de strijkstok van de managers. Door het daar weg te halen, en dat kan als de aanbevelingen van Erdtsieck worden opgevolgd, kunnen de salarissen van de onderwijsgevenden op peil blijven terwijl de sfeer er beter op wordt. Een win-win situatie dus. Daar is wel voor nodig dat alle mensen van goede wil gaan samenwerken, ook met de AOB dus, die haar leden een groot plezier zou doen door ook op deze lijn te gaan zitten. De AOB heeft op dit punt nog wat goed te maken.

Cornelis Verhage

5 Reacties

  1. Efficiency korting
    Juist vanwege de aankomende bezuinigingen zal de overheid de salarissen niet naar zichzelf toehalen (helaas). Nu kan de overheid gewoon een ‘efficiencykorting’ opleggen aan de scholen. Scholen zullen dan keuzes moeten maken. Verschillende scholen zullen verschillende keuzen maken. Als er geklaagd wordt over bijvoorbeeld smerige WCs op een bepaalde school (want: schoonmakers ontslagen..) dan wijst de overheid simpelweg naar een school waar de WCs wel schoon zijn en zegt ‘zie, het kan wel’ (natuurlijk zonder erbij te vermelden dat op de school met de schone WCs de klassen inmiddels 40 leerlingen hebben want leraren ontslagen…).

  2. Bürokraten Raus!
    Natuurlijk is het mogelijk om te bezuinigen zonder de kwaliteit van het onderwijs te ondermijnen; natuurlijk moeten de bureaucraten eruit. Maar daar begint het probleem. Ten eerste: wie gaat het snijmes hanteren? Degene die die macht heeft is meestal juist zelf uit die bureaucratie afkomstig. Hij moet dus in zijn ‘moederschoot’ en, als het even tegenzit, in zijn vriendjes snijden. Daar komt bij, dat elke bureaucraat hardnekkig zal ontkennen dat hij er een is: toevallig is nu juist zijn werk onmisbaar voor het onderwijsproces. Het in de Amphora voorgestelde plan lijkt mij zeker levensvatbaar en effectief. Maar welke onderwijsminister wil dat in werking zetten?
    Dat de Sovjet-Unie is ingestort is voor een belangrijk deel de verdienste van Gorbatsjov. Gorby was een van die zeldzame mensen die bereid was om te snijden in datgene waaruit hijzelf afkomstig was. Waarom? Geen idee. Misschien was hij wel gewoon een fatsoenlijk mens.

    • Weg van halfweg
      Er zijn, mijns inziens, slechts 2 niet-doodlopende wegen om het onderwijs te saneren. Eén is de terugweg naar de 50-er jaren. Dat is geen goedkope weg want er zijn nu veel niet-lesgevende hoogverdienende mensen in het onderwijs werkzaam die schadeloos gesteld zullen moeten worden. B.v. les gaan geven met behoud van salaris of vervroegd pensioen. De andere weg gaat min of meer in de tot nog toe ingeslagen richting, de verzelfstandiging van de scholen. De nieuwe richting moet leiden tot het gemakkelijk stichten van kleine, gespecialiseerde zelfstandige scholen. Hen moet geen zware bureaukratische last opgelegd worden maar een meerbare resultaatverplichting. Geen missionarissen die hun geloof in een of ander onderwijskundig concept omslachtig moeten verwoorden. Als zo’n kleine school maar weinig medewerkers hoeft aan te stellen die niet op de werkvloer bezig zijn kan aan de leraren in de klas een fatsoenlijk salaris uitbetaald worden. Alle scholen, groot of klein, moeten dan wel per leerling hetzelfde bedrag krijgen. Het gesubsidieerde onderwijs vindt dan op een markt plaats. Ik denk dat de kleine no nonsense scholen de grote scholengemeenschappen met een missie uit de markt zullen drukken. Laatstgenoemden zullen failliet gaan, de managers hebben dan geen recht op een uitkering (tenzij ze natuurlijk al een bonus versierd hebben) en goede en zelfs matige leraren kunnen bij de nieuwkomers aan het werk gaan. De gemeentes hebben pech want die moeten de grote schoolgebouwen van de missionarissen tot appartementen ombouwen maar dat is eigen schuld dikke bult. De bovengeschetste transformatie van onderwijsland zou in slechts weinige jaren zijn beslag krijgen.
      Seger Weehuizen

  3. Effect van bezuinigingen is toch onzichtbaar – dus waarom niet?
    Als majeur probleem bij deze Nederlandse gang van zaken beschouw ik het feit dat het effect van de bezuinigingen op ‘de onderwijskwaliteit’ dan wel ‘de output’ volstrekt niet is waar te nemen.

    Omdat onderwijzers en leraren altijd en overal hun eigen leerlingen beoordelen, en daarmee de kwaliteit van hun eigen onderwijs, en aangezien leraren nu eenmaal altijd dezelfde abstracte norm hanteren (gemiddeld scoort >95% van alle klassen tussen de zes en de zeven), ongeacht de feitelijke onderwijskwaliteit en ongeacht het feitelijke leerresultaat, is er van veranderingen ten goede of ten kwade nooit iets merkbaar.

    Hooguit komen sommige docenten na twintig jaar in alle eerlijkheid tot de vaststelling dat ze vroeger moeilijker proefwerken gaven of zwaardere examens afnamen dan tegenwoordig. Maar die informatie blijft hangen bij de borreltafel.

    OCW moet grondwettelijk toezien op ‘de kwaliteit van het onderwijs’ maar als je zou vragen om een eerlijke kwantitatieve vergelijking tussen nu en twintig of veertig jaar geleden, staat men met de mond vol tanden. OCW en veel scholen c.q. leraren hebben een gedeeld belang: verdoezelen van dubieuze onderwijskwaliteit en afnemende resultaten.

    ‘De managers’ beseffen dat als geen ander en weten dat ze ongestraft al die goedkope beunhazen en on(der)gekwalificeerden kunnen inzetten. Immers, juist die zullen hun leerlingen niet snel massaal onvoldoendes geven, omdat ze vrezen dan zelf voor schut te staan. Men hoeft dus niet te vrezen voor tegenvallende cijfers. Belangrijker is dat ouders niet gaan klagen en dat er in het examenjaar voldoende coulance wordt betracht om tegenvallende CE-cijfers op te vangen. Vandaar dat scholen hechten aan optimistische adviseren, en eigen SE’s, met eigen inhouden en normen.

  4. Wat te denken van
    Geldverslindende overkoepelende organen zoals PO-raad, VO-raad, MBO- raad, HBO- raad en aanhang. Eén klein kamertje voor de voorzitter en zijn secretaresse lijkt mij genoeg om het aanspreekpunt van de minister te zijn.

Reacties zijn gesloten.