De wereld verandert.

De wereld verandert.

Sinds de gewone man in de straat ook begint over de wereld die verandert en de onderwijsvernieuwers bijna pathetisch de politiek smeken om de onderwijsveranderingen te fiatteren omdat ‘de nieuwe wereld’ andere en betere werknemers verwacht, ben ik mij gaan verdiepen in de veranderende wereld.

Het is nu eenmaal zo dat je als jonge kerel door het leven loopt, reikhalzend uitkijkend naar wat komen gaat, verwachtingsvol huppelend over de levensweg zonder oog voor de omgeving. Alles wat op deze weg komt is nieuw, aantrekkelijk en uitdagend. Ineens komt het besef dat de weg die voor je ligt korter is dan de weg die gegaan is, het moment is daar dat je dan soms eens achterom kijkt en dan lijkt het beeld scherper, je ziet de omgeving beter, ook de kuilen en de rotsen die op de weg liggen. Allengs kijk je meer en meer om tot je bijna ruggelings voortloopt, de blik gericht op vroeger. Je ziet jezelf en hoe je verandert bent, anders gaan denken, anders gaan doen en wat de oorzaken van die veranderingen zijn. Het heden en verleden vervloeien in elkaar.

De fietsen in het straatbeeld zijn dezelfde fietsen van pakweg 40 jaar terug. Twee wielen, twee trappers en een stuur. Sommige fietsen dienen om in de bergen te fietsen, de mountainbikes, die fietsen zijn wat kleiner dan de opoe fietsen, zijn uitgebreider voorzien van versnellingen en hebben soms wielen met vier spaken, maar de bestuurder moet nog altijd trappen om vooruit te komen.

In de politiek zie ik nog altijd dezelfde partijen. De ene partij volgt nog altijd slaafs de beginselen uit de jaren zestig, de andere partij snoeft nog altijd de belangen te verdedigen van de bevolkingsgroep die in het begin van de vorige eeuw door de bazen werd vertrapt. Dan heb je de partij die zweert op een boek van 2000 jaar oud en een partij met een boek dat nog eerder is gedateerd want daarin is nog sprake van Adam en Eva. Drie partijen die de overblijfselen zijn van een ontplofte vrijheidspartij en alle drie hetzelfde prediken, vrijheid voor iedereen, dat willen ze al decennia lang. Niks verandert, alles nog heerlijk hetzelfde en vertrouwd in de politiek.

De TV dan, is daar wat veranderd? Ondanks alle voorspellingen van enkele jaren geleden over betaaltelevisie, internettelevisie, zelf programma’s maken en uitzenden is er weinig veranderd. Drie miljoen mensen keken afgelopen week naar bananasplit, een programma uit vorige eeuw. Het zal de hang naar gezelligheid wel wezen dat er voor zorgt dat programma’s zoals ‘wie ben ik’, ‘top of flop’, ‘in de hoofdrol’ terugkeren op de buis, en met succes.

De veranderde wereld zal wel wat te maken hebben met de IT sector alhoewel ik wel twijfel of de impact van deze technologie van dien aard is dat ons hele onderwijssysteem daarvoor op de schop moet. Mensen hebben de eigenaardige gewoonte om nieuwe zaken in het leven te incorporeren, gebruiksvriendelijk te maken naar eigen kunnen en vermogen en kunnen ze dat niet, dan gebruiken ze het niet, punt. De gewone man doet daar niet moeilijk over. Ik heb geen enkele scholing gehad in het gebruik van een DVD- of Cd-rom speler, ook niet van een platendraaier en toch is het mij gelukt om geluid uit de boxen te krijgen. Niemand heeft mij moeten omscholen in het gebruik van vaste naar mobiele telefoon en heb zelf geleerd hoe de faxfunctie (sms) van zo een mobieltje werkt. Er is zelfs niemand die mij gecoacht heeft in het gebruik van een computer terwijl dit stukje toch echt getikt wordt op een laptop. Een boek koop ik bij een internetwinkel zonder dat ik daarvoor een workshop heb gevolgd, wel zo gemakkelijk.

U begrijpt het al, ik geloof niet in de snel veranderende wereld en de ‘nieuwe wereld’ van de onderwijsbeunhazen. Gewoon omdat die nieuwe wereld er hetzelfde zal uitzien als deze wereld alleen met wat meer gebruiksgemak. Al die waarschuwingen van de zelfbenoemde Grieten Titulaars doen mij denken aan de wolfijzers, schietgeweren en bijtbeesten in de kelder van mijn ouderlijk huis en moesten er voor zorgen dat ik niet alleen in die kelder ging, een simpele manier, waarschijnlijk niet erg pedagogisch verantwoord maar het werkte wel, ik ging niet in die kelder.

Die hele veranderende wereld is alleen te zien in de glazen bol van de belanghebbende, dat is in dit geval de onderwijsvernieuwer, zoals mijn ouders er indertijd belang bij hadden mij ‘kelderbang’ te maken, dat scheelde in ‘toezicht houden’. Natuurlijk is het zo dat de onderwijsvernieuwer er alles zal aan doen om zijn nieuwe wereld aan ons op te dringen zoals bijvoorbeeld banken dat deden met het sluiten van het loket, het installeren van flappentaps en uiteindelijk ons over te halen tot internetsparen. Ooit van een cursus ‘flappen tappen’ of ‘ internet sparen’ gehoord? Laat ik de onderwijsvernielers gerust stellen. Alle kinderen kunnen de IT gebruiken zoals ze denken dat het past bij wat ze moeten kunnen en kennen op dat moment en dat reikt op dit ogenblik niet veel verder dan ‘gamen’. Ook al worden al de boeken in een grote database gepropt, om er kennis van te nemen, zal de mens de kunst van het lezen moeten beheersen. Ook al zijn er rekenmachines die de meest ingewikkelde berekening in een fractie van een seconde voor elkaar krijgt, dan nog zal het wezen dat mens heet enig benul moeten hebben van cijfertjes, meer, minder enzoverder.

Ik ben er gerust op, al eeuwen past de mens zich aan, aan zijn omgeving of past de omgeving aan, aan de mens en dat deed de mensheid dank zij gewoon onderwijs, een leermeester die zijn leerlingen de meest noodzakelijke dingen leerde om, ofwel zich aan te passen of aan te passen ( twee keer lezen), wie daaraan twijfelt en het eeuwenoude onderwijssysteem wil veranderen is naar alle waarschijnlijkheid onaangepast.

Sjeekspier

5 Reacties

  1. Yes, bedankt Jeronimoon
    Als verwende lezer had ik al een tijdje niets meer gekregen van mijn regelmatige lekkernijtje: een column van Jeronimoon. Daar is-tie dan weer: prettiger, nuchterder dan ooit en vooral: met een dikke vinger bovenop de waarheid!

  2. De mantra’s
    “We moeten de leerlingen voorbereiden op de toekomst”.

    “We weten niet hoe de toekomst eruit ziet”.

    • serieuze misvatting van CGO
      Zelfs al kunnen we de toekomst nauwkeurig voorspellen in de manier waarop beroepen zouden worden uitgeoefend en de werkgelegenheid binnen beroepen wordt verdeeld, dan nog kun je de toekomst voor een individueel kind niet voorspellen.
      Vandaar dat dat hete CGO ten diepste een falsificatie is. Je bereidt, zogenaamd met vuistdikke kwalificatiedossiers, de toekomstige beroepsbeoefenaar voor op een beroep dat hij wellicht helemaal niet kiest of waar hij maar kort in werkzaam is, of dat in een ander bedrijf op een wat andere manier wordt uitgeoefend. CGO gaat uit van een statisch wereldbeeld waarbij de toekomst voor ieder kind vastligt.

      De enige voorbereiding op een toekomst kan zijn dat kinderen een meer algemene opleiding krijgen. Een opleiding waarin precies die dingen worden gedaan die ze later niet gemakkelijk bij een bedrijf kunnen leren. Dus: fatsoenlijk taal en rekenen en alle andere theorie die nodig kan zijn. Fatsoenlijk ook de basisvaardigheden van een beroepsgebied (bij een beroepsopleiding tenminste). Voordeel van dergelijke opleidingen is ook dat die niet iedere week aangepast moeten worden aan de veranderende technische mogelijkheden (die overigens lang niet zo snel veranderen als onze goeroes beweren natuurlijk)

      Maar ik blijf verbijsterd over de veelheid van onduidelijke competenties die, geheel en al afgestemd op een specifiek beroep, in dikke dossiers worden beschreven, allemaal met het oog op de zich zo snel en dynamisch ontwikkelende maatschappij.
      Wie is er hier nu “modern”.

      • deconstructie
        Dat is een mooie deconstructie van het CGO-denken: je pakt de termen en de taal uit de oorspronkelijke betogen op en je zet ze in een ander betoog weer neer, zodat je met dezelfde argumentatie het omgekeerde betoogt. Knap gedaan.

  3. Nog een constante
    Waar we óók zeker van kunnen zijn is dit: over honderd jaar en nog veel later zullen er nog steeds miljoenen gebakken luchtverkopers op aarde rondlopen.
    Ook over honderd jaar zullen mensen, met een gezicht alsof ze het zojuist hebben uitgevonden, beweren dat de wereld steeds sneller verandert. Ze zullen zich afvragen of je de razensnelle ontwikkelingen in je vak nog wel kunt bijhouden, of de oplossingen van vroeger nog wel voldoen voor de dynamische wereld van vandaag‘. Ze zullen beweren dat de wereld nooit meer zal worden zoals hij was. Wij, noch onze achterkleinkinderen, zullen ooit verschoond blijven van hun slappe clichés en goedkope kermiswijsheden.
    Hoe ik dat zo zeker weet? Wel, omdat ik al vijftig jaar lang dergelijke kletskoek lees en hoor. En als je de geschiedenisboekjes er op na slaat, dan vind je nog veel oudere veranderingsprofeten. Al eeuwen lang draaien ze hetzelfde deuntje af: de wereld verandert en wij, ouwe lullen, kunnen dat niet bijhouden. Nou, dat deuntje kan ik makkelijk bijhouden en het komt me na die 50 jaar zo langzamerhand behoorlijk de neus uit.

Reacties zijn gesloten.