Decentralisatie van Onderwijsbudgetten

Rinnooy Kan komt met het voorstel om de financiering van het onderwijs te delegeren naar gemeente en provincie. Het wordt interessant om de reacties van de voorstanders van dit plan te volgen.
Een nieuwe laag keileem erbij, met de bijbehorende overleg- en controle- en management- structuren; en de oude structuren zullen uiteraard blijven bestaan. Nieuwe voedertroggen …

[ Additie MAP: zie reactie vandaag in de VK ]

47 Reacties

  1. Rinnooy Kan
    Ik vrees exact hetzelfde als wat jij beschrijft. Ik kan me zelfs eigenlijk geen ander scenario voorstellen.
    Wat ik me wel afvraag is hoe RK daarover denkt. Het leek me zo’n verstandige man. Wat begrijp ik niet en hij wel?

    • Wat mij er wel in aanspreekt
      Wat mij er wel in aanspreekt is het feit dat hij de bekostiging dichter bij de afnemer (ouders/leerlingen) wil brengen. Dit zou kunnen leiden tot meer ’tucht van de markt’, directere inspraak van ouders. Helaas is de onderwijsmarkt denk ik niet zo georganiseerd. Een stap verder waar ouders een budget krijgen van de overheid waarvoor onderwijs kan worden ingekocht spreekt mij dan nog meer aan. De aanpassingen die dit in het onderwijssysteem zouden vegren zijn te groot om serieus te worden onderzocht denk ik.

      Overigens waarom zou dit een extra laag moeten betekenen? Het is toch al zo dat de gemeentelijke politiek heel veel zeggenschap heeft over het onderwijs. Als je dan de verdeling van de geleden weghaalt bij de nationale overheid en bij de gemeentelijke overheid belegt dan verdwijnt er toch een laag?

      • @ coach
        Waarschijnlijk heeft RK dit plannetje geventileerd voor de kredietcrisis. Ik moet er niet aan denken dat ook nog provincies en gemeenten het onderwijsgeld mogen beheren. In ijsland daarentegen zullen ze daar heel blij mee zijn. Lees eens het boek ‘sinistra’ van peter Siebelt en huiver. Daarin is haarscherp beschreven hoe de provincie omgaat met gemeenschapsgeld om ” politiek te kunnen bedrijven”

    • Strafladder
      Het stuk van Rinnooy Kan en O. Fresco is een algemeen verhaal dat we al zo vaak gehoord hebben en dat niets meer bijdraagt aan onze kennis van (laat staan oplossing) de echte problematiek in het onderwijs De nieuwe schoolstrijd als je het zo wilt noemen gaat heus niet om de vraag of het onderwijs nu wordt gefinancierd door het rijk of door lagere overheden. Dat zijn oplossingen van mensen die een tik van de bestuurlijke mallemolen hebben gehad. Een tipje van de sluier over de werkelijke shit in het onderwijs wordt op diezelfde pagina van De Volkskrant opgelicht door Rob Kuppens, inmiddels oud-student van een eerste-graads-lerarenopleiding in Nijmegen. “Zo krijg je academici nooit voor de klas”staat erboven en inderdaad, het is onderhand een cliché maar…. lees en huiver.Één citaatje:”Iedereen begreep dat een lastige leerling een strenge blik toewerpen een andere “ingreep” is dan de leerling de klas uitsturen. Maar met dat inzicht mochten wij ons als aanstaande docenten niet tevreden stellen We moesten mogelijke strafvormen van “laag” naar hoog categoriseren met behulp van een zogenaamde strafladder”. Welke randdebiel verzint zo iets. Voor nog meer voorbeelden, lees het gehele stuk.

      • “zo krijg je academici nooit voor de klas”
        Ik heb me rotgelachen bij dat stuk. Het was een groot feest van herkenning. Eigenlijk natuurlijk dieptriest, maar ook een genot dat iemand mijn leed zo treffend verwoord heeft.

      • Gedwongen winkelnering
        Het onderwijs verandert voortdurend; maar de infantiliteit van lerarenopleidingen lijkt

      • De beide artikelen heb ik
        De beide artikelen heb ik gelezen. Om eerste even op Rinnoy Kan terug te komen. Het tweede punt wat hij aansnijdt over de 2e schoolstrijd is inderdaad belangwekkender dan het eerste over de financiering. Met name omdat hij hierin toch impliciet HNL promoot (geen kennis maar vaardigheden). Ik begrijp werkelijk niet dat een weldenkend mens, waar ik Rinnooy Kan toch zeker onder schaar, daar serieus voorstander van is.

        Over het stuk van Kuppens verbaas ik mij helaas al bijna niet meer. Ook Ferry Haan heeft in zijn wekelijkse blog ‘De zij-instromer’ al eens gemeld dat op de lerarenopleiding elkaars ‘loopje’ werd beoordeeld. De vraag die hier natuurlijk wel direct uit voortkomt is dat we aan de andere kant wel graag willen dat eerstegraders beter worden beloond. De opleiding biedt blijkbaar geen basis voor deze wens.

        • Opleiding eerstegraders
          De echte opleiding hebben eerstegraders tijdens hun vakinhoudelijke studie gehad. Daar hoor je ze voor te belonen. Die postdoctorale lerarenopleiding, dat is werkverschaffing voor onderwijskundigen.

          • Dat vind ik toch te
            Dat vind ik toch te makkelijk. Lesgeven is toch meer dan alleen de inhoud beheersen. Didactiek heb je tijdens je vakinhoudelijke studie niet onderwezen gekregen, net zo min als het houden van orde. Waarom zouden docenten die dat goed beheersen niet extra beloond mogen worden (dus met minder maar wel voldoende vakinhoud).

          • Didactiek en het houden van orde
            Didactiek en het houden van orde, daar heb je gedurende je hele tijd als leerling/student les in gehad. Tenminste, de oplettende leerling/student.

          • Sic!
            Je hebt goede en bekwame leermeesters en collegae die als voorbeeld dienen en waaraan je je kunt spiegelen. Evenzo heb je voorbeelden die laten zien hoe het niet moet. Ongelukkigerwijze kom je die vaak als lerarenopleider tegen.
            De reddingsboeien van iedere docent zijn een grote vakbekwaamheid, humor en zelfrelativering. Dat leer je niet op een lerarenopleiding; ook niet na jaren onderwijskunde en pedagogiek.

          • Didactiek beheersen
            Er zijn verschillende problemen mbt leren orde houden en didactiek leren.

            Op de eerste plaats lijkt er voor veel vakken geen werkelijke didactiekkennis te bestaan. Laten we rekenen als voorbeeld nemen. Dat is in Nederland eigenlijk lange tijd zonder problemen gegaan: op lagere scholen leerden de meesters, de juffen, de fraters en de nonnen de kinderen rekenen.
            Vanaf het moment dat er zeer uitgebreid over rekendidactiek werd nagedacht is het met de rekenlessen in rap tempo bergafwaarts gegaan. Ik denk werkelijk dat als er geen rekendidactici waren geweest, dat we kinderen veel beter konden leren rekenen dan nu het geval blijkt.
            Iets dergelijks geldt voor taal, vreemde talen, natuurkunde en bv aardrijkskunde en geschiedenis. Didactici hebben al die vakken versuikerd, voorzien van kilo’s context en ontdaan van veel van de kenmerkende eigenschappen van dat vak. Je kunt je dus werkelijk afvragen of didactiek het leren waard is. Zonder didactiek ben je beter af.

            Natuurlijk is het goed om te leren hoe je met een klas omgaat, hoe je met kinderen omgaat, iets te weten van pubers etc. Het lijkt me zinvol daarvoor theorie te krijgen en ook de gelegenheid tot begeleid oefenen. De vraag is wel wat de beste plaats is om dat te leren. Misschien is de dominante positie van de lerarenopleidingen hierin wel onterecht. Misschien kun je dat voor een deel in ieder geval beter leren op een school waar je werkt. Toch heeft ook die keuze grote nadelen. Scholen kunnen de studenten niet goed begeleiden en het is ook belangrijk dat de docenten in spé op meer dan één school kijken voordat ze als docent aan het werk gaan. Iedere keuze die je maakt, de opleiding of de school, kent grote bezwaren. Ik heb hier geen pasklaar antwoord op.

            Kortom: zijn nogal wat haken en ogen aan de stelling dat mensen die zijn onderwezen in de leer van de didactiek betere docenten zouden zijn. Voor een deel komt dat door de kwaliteit avn lerarenopleidingen, voor een deel door de kwaliteit van het vak “didactiek”.

          • Inzake leraren’opleiding’
            Zeven jaar geleden heb ik mijn eerstegraads-opleiding gedaan. Ik kan u verzekeren dat er geen enkele aandacht werd besteed aan het houden van orde. Over didactiek werd wél van alles verteld. Jammer alleen dat ik daar weinig tot niets aan heb gehad. Ik herinner mij nog het onderwerp ‘studiehuisdidactiek’ waarvan de docent absoluut niet kon vertellen wat dat was. De reden was eenvoudig: er bestaat gewoon niet zoiets als studiehuisdidactiek. Dat heeft die opleiding echter nooit weerhouden het als ‘vak’ op te voeren.
            Beste coach, leraar word je (nadat voldoende vakkennis is aangebracht) vooral in de praktijk. Een paar nuttige wenken voorafgaand aan je vuurdoop kan geen kwaad, maar dat hoeft niet meer dan een maand te duren. Het meeste leer je van goede collega’s en door je neus te stoten.

          • Dus jullie geven allemaal
            Dus jullie geven allemaal aan dat er geen enkele reden is om eerstegraders beter te belonen dan tweedegraders of onbevoegden, zolang ze over dezelfde academische opleiding beschikken, immers in de leraraenopleiding wordt niets (of weinig) geleerd waar je een beter docent van wordt, sterker ik lees hierboven zelfs geluiden dat je er zelfs slechter van zou worden. Zeer zorgelijk.

          • Zorgelijk is
            dat de bekwaamheid in een vak (wiskunde, geschiedenis, frans, …) in de lerarenopleiding is vervangen door allerlei onderwijskundige prietpraat.
            De verschillen in vakinhoudelijke kennis rechtvaardigen het beloningsverschil, niet de pedagogisch-didaktische rimram.
            Wat ik me moet voorstellen bij een tweedegrader of onbevoegde ‘met een academische opleiding’ is me overigens niet duidelijk. Gaat dat over universitaire vakopleidingen?

          • graag bezwaar helderder formuleren
            Ik begrijp je conclusie niet. Eerste- en tweede-graders beschikken niet of horen niet te beschikken over dezelfde opleiding wat betreft het leervak dat zij onderwijzen. Ik denk dat voor bovenbouw VWO ook bovendien (zo überhaupt nodig) een andere paedagogisch-didaktische opleiding wenselijk is als voor VMBO-P.
            Seger Weehuizen

          • Wat ik probeer te betogen is
            Wat ik probeer te betogen is het volgende, en gaat op voor academisch geschoolden die in het onderwijs willen werken:

            1. Er wordt gesteld dat eerstegraads docenten beter moeten worden beloond dan tweedegraads of onbevoegden (ook door BON).
            2. Een eerstegraads bevoegdheid verkrijg je op een lerarenopleiding
            3. Hierboven wordt gesteld dat de lerarenopleiding niet veel voorstelt, of zelfs een slechter docent van je maakt. Alleen praktijkervaring wordt als nuttig bestempeld.

            Dan concludeer ik dus dat er geen reden is om eerstgraads docenten beter te belonen dan onbevoegden, mits zij dezelfde (academische) opleiding hebben gevolgd.

            Wat ik zorg wekkend vind is met name punt 3 hierboven.

          • Een eerstegraagdbevoegdheid verkrijg je …
            Hier zit de vergissing.
            Aan een eerstegraadsbevoegdheid gaat (tenminste ging) een academische vakopleiding vooraf. Daaraan gaat (tenminste ging) een VWO opleiding vooraf en daaraan gaat (tenminste ging) een basisschool opleiding vooraf waarbij het kind bij de beste 15% of zo behoorde.

            Een 2egraadsopleiding doe je op een HBO. Vaak een HBO opleiding die relatief eenvoudig is. Daaraan vooraf gaat en HAVO opleiding (met vaak een makkelijk profiel) of een MBO opleiding.
            De leerlingen die daar terecht komen zijn hooguit de gemiddelde leerlingen van de basisschool.
            Er is een enorm verschil in kennis tussen academische 1egraders en HBO 2e graders. Dat verschil is zowel in studieduur, als studiediepgang opgebouwd over de eerste 18-20 onderwijsjaren.

            Dit duidelijke onderscheid wordt ook verrommeld omdat HBO’s nu ook 1e graders mogen opleiden en er dan van vakinhoud nauwelijks meer sprake kan zijn.

          • Hier maak je nogal wat
            Hier maak je nogal wat aannames 1989 🙂
            ‘hooguit de emiddelde leerlingen van de basisschool’
            ‘(met een vaak makkelijk profiel)’

            Maar uiteindelijk komen we bij hetzelfde uit: In de huidige situatie zegt een eerstegraads bevoegdheid weinig over de kwaliteit van de docent of de opleiding die is gevolgd. Het kan een HBO-er zijn, een academicus die zijn bevoegdheid heeft gehaald.

            En het blijft volgens mij een feit dat je de eerstgraadsbevoegdheid alleen via een lerarenopleiding kunt behalen. HBO of postdoctoraal.

          • Aannames
            Inderdaad: ik generaliseer fiks, maar dat is ook de enige manier om hier over te spreken. Het gaat mij niet om individuele leraren, daarover zeg ik helemaal niets. Wat dat aangaat hoeft geen enkele docent zich aangesproken te voelen.

            Maar dat de lerarenopleiding (2e graad) gemiddeld niet de beste havisten trekt is, vrees ik, wel degelijk waar. Dat geldt ook en in versterkte mate voor de pabo.

            En ondanks de verwatering van de eerstegraads bevoegdheid, blijft een eerstegrader relatief beter dan de 2egrader, want ook daar is dezelfde verwatering al jaren en jaren aan de gang, daar ios de verwatering sterker.

            Wat we willen is meer academici voor de klas. En een algemene verhoging van het onderwijspeil, van basisonderwijs tot universiteit, de lat kan en moet overal hoger.

          • Seger,
            VMBO-P bestaat niet.

            Seger,
            VMBO-P bestaat niet. Vmbo kent een B, K, G en T stroom (G is bijna nergens ingevoerd). PRO valt niet onder het VMBO, het leidt ook niet op voor een diploma.

          • VMBO-P ←→ VMBO-T
            Met VMBO-P wilde ik alles onder (mag je dat woord wel gebruiken?) VMBO-T onder één naam brengen. De oudere intelligente leerlingen (bovenbouw VWO) tegenover de jongere minst intelligente leerlingen van het secundair onderwijs. Bij de leraren voor de eerstgenoemden staat goede kennis van hun leervak op de voorgrond. Althans dat zou moeten. Bij de laatstgenoemden gaat het vooral om paedagogisch inzicht en een andere didaktiek.
            Seger Weehuizen

          • Ook hier verschil ik van
            Ook hier verschil ik van mening. VMBO-docenten kunnen niet volstaan met leuk pedagogelen. Ook zij moeten beschikken over gedegen vakkennis. VMBOers leren al minder/korter daar moeten niet ook nog een sfouten in zitten. In mijn tijd in het VMBO heb ik helaas te veel onzin van goedbedoelende docenten gehoord.

          • altijd VOLDOENDE leervakkennis nodig
            Het lijkt me dat je toch wel kunt stellen dat voor een bepaald leervak een docent bovenbouw meer en diepergaande leervakkennis moet hebben dan een docent “VMBO-P”. Ook denk ik dat je “VMBO-P”leerlingen de leerstof anders moet aanbieden dan aan de leerlingen van het VWO.
            Seger Weehuizen

          • Dat vereist dus ook een hoog
            Dat vereist dus ook een hoog kennis niveau bij de VMBO-docent. Weten wat echt belangrijk is en het op meerdere manieren kunnen uitleggen vraagt een niet te onderschatten creatieve intelligentie. Meer dan de huidige tweedegraders meebrengen.

          • Sleutel voor een leeg vertrek?
            Een sleutelvraag wordt nu: Zijn er voldoende mensen met creatieve intelligentie om aan de vraag bij het bedrijfsleven, de kunst én de scholen te voldoen? Zo niet dan zal dat de wijze waarop in het VMBO docenten en leerlingen aan elkaar gekoppeld worden moeten beïnvloeden.
            Seger Weehuizen

          • Seger,
            Daar heb je een punt.

            Seger,
            Daar heb je een punt. Maar de besten moeten naar het onderwijs, de bron van onze (toekomstige) welvaart. Vandaar dat onze concurenten (andere Europese landen) wel kiezen voor academische opleidingen voor het onderwijs.

          • Een arme 80%.
            Als maar 20 % van de bevolking geschikt is voor een universitaire opleiding en het land heeft 30 % academici nodig om aan de behoefte van bedrijfsleven, bestuur, kunst en onderwijs (100 % van de leraren academicus!) te voldoen dan zal op korte termijn de economie schade lijden en de welvaart voor niet-akademici sterk afnemen. Immers buiten het onderwijs ontstaat een tekort aan academici (waardoor de economie schade lijdt) en academici gaan wegens de concurrentie tussen de genoemde maatschappelijke sectoren er flink in inkomen op voorui (in het onderwijs 100 % academici). Je krijgt dan in de sub-akademische beroepen beter opgeleide mensen maar het probleem van het tekort aan akademici hef je er niet mee op.
            Ik heb overigens eerder aangedragen waar de oplossing van dit soort problemen gezocht moet worden. Alle hoogopgeleide vrouwen moeten 3 kinderen baren want gemiddeld presteren kinderen van hoogopgeleide ouders (het is aangetoond voor hoogopgeleide moeders) op school veel beter dan andere kinderen.
            Seger Weehuizen

          • Seger
            Ik heb al aan je

            Seger
            Ik heb al aan je verzoek voldaan en ondanks de consequenties voor carriere, als hoger opgeleide vrouw, maar liefst 3 kinderen op de wereld gezet.
            Laten die nou alle drie op een verschillend niveau in het VO terecht zijn gekomen.
            Ik zal wel de uitzondering zijn die de regel bevestigd:-)

          • Vater werden ist nicht schwer
            Moedig van je.
            Een vrouw heeft ooit tegen me gezegd:
            “Als de mannen kinderen zouden moeten baren zou er maar één kind per gezin zijn; als het om de beurt zou zijn slechts 2”.
            Statistisch gezien heeft het VO-niveau van je kinderen natuurlijk geen consequenties.
            Je schuilnaam blijkt in elk geval je geslacht vrij te geven.
            vale
            Seger Weehuizen

  2. Gedewegcentraliseerd
    Ik krijg bij Rinnooy-Kan’s voorstel meteen het beeld van de muziekscholen in Nederland voor ogen.
    Die worden sinds zo’n vijftien/twintig jaar door de gemeenten betaald. Het gevolg is dat veel scholen verdwenen zijn (andere prioriteiten) en de andere afgeknepen. De salarissen van muziekleraren zijn dan ook geen vetpot. Als de samenstelling van de gemeenteraad of de “kleur” van de wethouder ongunstig was, kreeg de klassieke opleiding steeds minder steun. Immers, er waren toch immers ook andere jeugdculturen die belangrijk waren, en de muziekschool dat was toch iets voor kinderen van elitaire ouders en die konden dat toch zelf wel betalen.
    De oplossing voor degelijk muziekonderwijs is daarom: centraliseren en muziekleraren een salaris geven naar hun opleidingsniveau.
    Je kunt het reguliere onderwijs niet vergelijken met het muziekonderwijs nu. Maar het zou goed zijn als Rinnooy-Kan het lot van de muziekscholen in het vizier zou houden.

    • muziek en scholen
      ref : Philippens

      Dat beeld van wegzetten heb ik ook. Komt nog bij : de overdreven aandacht voor het pop-slagwerk-pseudo populaire genre. Onder het NL muziek-onderwijs zit geen stevig fundament, de LOL wordt bediend ; ad libitum, tot de kraaien van het dak vallen.

      “Het gaat immers goed met de muziek-beoefening in ons land ; er is belangstelling voor muziek als nooit te voren” ; popperdepop, plop boems, en hilversum 1 en 4. Probeer es BBC 3, als voorbeeld (maar dat “zal niet bij ons passen”, mag men vrezen).

      Weer de vraag : wat weten wethouders, of de burgemeester (of ook maar raadsleden) van pedagogie ? Niks, dus. Hebben ze enig benul van de verbanden tussen muziek, klank, taal en rekenen leren ? Verbanden met vreemde talen leren dan, of met wiskunde ? Nee, dus. Kunnen ze rekenen ? Ja, dat wel. Gemiste kansen (ik kan óók rekenen).

      Wordt HOOG tijd dat het hele primaire (beginners-) onderricht in muziek weer de zaak van scholen wordt. Dat gaat geld kosten, Sharon : niet geinteresseerd, want begrijpt de verbanden met leren niet – wat doet ze daar eigenlijk, Ronald ?.
      Wordt dus nooit wat ; zoals het muziek-onderricht in NL eigenlijk altijd een marginale business is geweest. Daar helpt geen lieve concertgebouworkest-verkiezing aan.

      maarten

      • Lage budgetten
        Het zullen lage budgetten worden, gok ik zo:

        “DEN HAAG – De kosten van de gezondheidszorg zijn niet meer te betalen. Als er niets wordt gedaan aan de stijgende zorguitgaven, is er geen geld meer voor onderwijs, het integratiebeleid of het oplossen van de files.”

        (nu.nl)

      • Maarten ik weet niet
        Maarten ik weet niet helemaal meer waar je heen wilt, maar het argument dat regionale bestuurders volgens jou onvoldoende kennis hebben van onderwijs, wil nog niet zeggen dat dat op nationaal niveau beter zou zijn.

        Volgens mij is het wel degelijk zo dat lokaal bestuur veel dichter bij de bevolking staat en dat daarmee de ouders directer invloed kunnen krijgen op onderwijs. In Amsterdam met de stadsdelen heb ik die indruk in ieder geval wel. Alleen daarom vind ik het idee van Rinnooy Kan (mbt onderwijsfinanciering) nog niet zo slecht.

        Daarnaast (maar off-topic) is de aandacht voor popmuziek natuurlijk goed, dit zijnde mijn grootste passie.

        • Het is mij als ouder niet
          Het is mij als ouder niet gelukt om in Venlo enig begrip te krijgen voor mijn bezwaren tegen de veranderingen die daar in het voortgezet onderwijs doorgevoerd werden. Politici zijn niet geïnteresseerd in de belangen van de mensen wier belangen zij geacht worden te vertegenwoordigen maar in grootse projecten wier glans naar zij hopen ook op hen zal afstralen.
          Verder staan HAVO- en VWO-onderwijs helemaal los van de locale omstandigheden.
          Seger Weehuizen

          • Maar als ouder ben je
            Maar als ouder ben je wellicht wel in staat geweest om met deze lokale politici te spreken over onderwijs. Dat lukt niet met Plasterk, Dijksma of Van Bijsterveldt. Of je de politici kunt beïnvloeden hangt van je lobby technieken en middelen af. Dit is op lokaal niveau aanzienlijk kansrijker dan op nationaal niveau.

        • Lokaal bestuur
          Locale politici trekken zich in het algemeen geen donder aan van de burgers. Ik durf te wedden dat 90% van de Nederlanders geen enkel raadslid van zijn gemeente kan noemen. Gemeentelijke verkiezingen zijn dan ook vooral gebaseerd op landelijke opinies en af en toe one issue dingen (wel/geen bredere weg door het dorp). Er is ook geen controlerende media, enkel het plaatselijke sufferdje. Locale politici hoeven zich voor hun herverkiezing dus ook niets van de burgers aan te trekken: die burgers weten helemaal niet wat die locale politici uitvreten dan wel goed doen.

          De meeste Nederlanders kunnen wel een paar kamerleden noemen en de landelijke media zijn best nog wel redelijk alert. De paradox is dat in de huidige tijd democratie op de grote schaal van Nederland beter werkt dan die op de kleine schaal van de gemeente.

          Zo ook: de belangen van het onderwijs zijn beter gewaarborgt bij de rijksoverheid dan bij locale schoolbesturen.

          • lokaal bestuur – turven
            Turven is een antieke bezigheid van vóór de computer : op de balken van een huis of kroeg een telling aanstrepen. Komt van turf, turven werden uit hoogveen gewonnen, turf stekers, van Gogh heeft ze geschilderd. In de oorlog ’40-’45 gingen er 160 turven in een gemiddelde kruiwagen, dierbaar spul in de hongerwinter, drie turven per keer dat het deurtje van de kachel open ging, het hielp, koken, warm was het niet.

            Mijn ervaringen met het oprichten van scholen zijn beperkt : vier pogingen om scholen op te richten. Dat ging steeds in samenspraak met lokale politici. Behalve deze vier, ben ik vertrouwd met diverse andere gedwarsboomde pogingen om scholen te stichten.

            In twee van drie gevallen (BO) was er aanvankelijke tegenwerking van de lokale politiek, uit aversie (vooral CDA en VVD), daarna oogluikende afwezigheid, achterklap.
            In één geval (kleuters) tegenwerpingen, obstakels zoals vestigings- en brand-eisen, leerlingen tellen, “geen lokalen”, geen medewerking (hoewel gemeenten daartoe verplicht waren) en zo meer ; tenslotte een ongeinteresseerde neutraliteit, “zal wel doodbloeden”.
            In het vierde geval (VO) een vehemente tegenwerking (geen onderdak, toezeggingen die uitbleven, eindeloos leerlingen tellen, traineren, steeds andere eisen, SE, veiligheid, brand, parkeren) van lokale bestuurders en politici (CDA, VVD, PvdA).
            Thans, in een vijfde geval (gymnasiaal VO), politieke afwezigheid, doolhof tussen gevestigde scholen (“geen plaats”), kaatseballen met lokale politici van confessionele en linkse signatuur.

            maarten

        • plaatselijk en bestuurlijk onbenul
          Probeer het eens bij Fred, de Dickerdap van Apeldoorn. Deze functionaris kan vast wel wat extra geld gebruiken. In ieder geval bedoelt hij het oprecht.

          Achtergrond : Achmea (“even Apeldoorn bellen”) vermeldde begin januari (2008) dat, oudejaarsavond 2007, veel meer scholen in brand waren geraakt dan in eerdere jaren
          >> preview.debeurs.nl/binnenland/158368/Meer-schoolbranden-met-oudjaar.html << Het zou vooral gekomen zijn door vuurwerk, zei Achmea ; zal best. Maar (bijvoorbeeld) in Amersfoort, Haarlem, Utrecht, Zoetermeer werd op of omstreeks oudejaar in en bij scholen brand g-e-s-t-i-c-h-t. Ongetwijfeld naar aanleiding van dat Apeldoornse bericht, gegenereerd door die nijvere Apeldoornse onderneming, opperde (een paar dagen geleden) de immer waakzame Fred, dat onderwijzers er goed aan zouden doen om hun school, vooral op oudejaarsdag/avond, in de gaten te houden ; bijvoorbeeld door er te gaan overnachten. Crematorium avant la lettre. Getuigenis van zorg, nietwaar ; voor zijn gemeente, haar inwoners, het openbaar belang, en spaarzaamheid. Daar kan toch niemand tegen zijn : de bewaking op anderen af te wentelen ; op 'onbevoegde' leraren. Dat die sufferds, meesters en juffen, niet eerder (bijvoorbeeld oudejaarsdag 2007) op dat idee gekomen waren ! Wat een sukkels, wat onvermogen ! Ik vroeg me al eerder (in een andere reactie op dit forum) af hoeveel on-benul deze multifunctionariz -of anderen, collega's- heeft van pedagogie, van onderwijs, over kinderen of scholen >>

          www.apeldoorn.nl/smartsite.dws?ch=&id=107605
          www.apeldoorn.nl/smartsite.dws?ch=&id=107606

          maarten

          • Dit is nu precies een
            Dit is nu precies een voorbeeld waar burgers (ouders) hun invloed zouden kunnen laten gelden. Waar zijn de pek en veren? Waarom kan deze burgemeester een dergelijk belachelijk plan ventileren zonder hierop genadeloos te worden afgeserveerd. Heeft deze burgemeester geen politieke tegenstanders. Waar blijft die motie van wantrouwen? Waar blijft de reactie van de schoolbesturen, schoolleiding, docenten en ouders?

          • het gaat niet om incidenten. het is structureel
            U denkt toch niet dat nu net toevallig deze meneer een verkeerd exemplaar is van de anders toch zo hoog ontwikkelde lokale bestuurders?

            Ik oet er werkelijk iet aan denken wat een deelraad als bijvoorbeeld die in Amsterdam er van terecht gaat brengen. Naast onbekwaam zijn ze daar ook nog eens wereldvreemd en doen aan clientalisme en andere vormen van corruptie. Mocht de rekenkamer daar bezwaar tegen maken, dan is er nog een burgervader die aan een andere rekenkamer de opdracht geeft dit vlekje even weg te werken.

            En ook daar is nog geen burgeropstand aan de orde, vrees ik. Dat gebeurt pas als men het clientalisme afzweert.

            Nee… laat de verantwoordelijkheid voor het onderwijs ajb bij de centrale overheid. Die worden, zoals Mark79 opmerkt, tenminste nog democratisch gecontroleerd.

          • structureel
            ref : 1989, hierboven << tenminste nog democratisch gecontroleerd >>

            – – – en, helaas, ook breedschalig falend – – –

            maarten

          • Apeldoorn
            ref : zonder land, hierboven

            Heb het in een onvermoede bui geprobeerd ; blijft steken in de modderbrei van lokale politiek ; ieder voor zich en niemand voor allen. Fred is een geacht bestuurder en politicus, Eerste Kamer en zo, VVD. Voor alle zekerheid : hij meent het oprecht, en die ventilatie over schoolbrand was natuurlijk een boertje, niettemin, een politieke canard, kleine fout, een verhullende fout.

            maarten

  3. Rinnooy Kan – aardig idee
    Aardig idee van de man. Zo maar wat vragen :

    Wat weten provinciale bestuurders van pedagogie ? Welke klungels worden burgemeester omdat ze experteur zijn in onderwijszaken ? ‘;+(( Ooit een ware pedagoog of echte docent gezien die uit beroepsmatige diffractie burgemeester werd ?

    Nog een goed idee : maak de Waterschappen deelgenoot in onderwijs-financiering. Kunnen we ternminste niet verzuipen.

    maarten

  4. Samen sta je sterker
    Rinnooy Kan is toegetreden tot de Maatschappelijke Raad die de VO-Raad eind vorig jaar heeft ingesteld.* En dat is te merken.
    Net als Sjoerd Slagter vindt nu ook Rinnooy Kan dat de vaardigheid om te leren belangrijker is dan de kennis zelf en het zou me niet verbazen als het idee om het onderwijsbudget naar provincies en gemeenten te decentraliseren ook uit de koker van Slagter komt. Wellicht dat een ander lid van die Maatschappelijke Raad (bijv.Agnes Jongerius) binnenkort voorstelt om de exameneisen af te stemmen op regionale en lokale omstandigheden.
    Slim toch van die VO-raad om zich op deze manier te voorzien van een ‘breed maatschappelijk draagvlak’. Zo vertegenwoordig je niet de werkgevers maar het algemeen belang.

    Gisteren op de radio een verhaal over het nieuwe EU-lid Roemenië. Een burgemeester in een klein gehucht heeft 25 koeien en ontvangt voor biologische bedrijfsvoering € 38.000 subsidie van de EU. Zijn dorpsgenoten beschikken over één koe en een paar kippen maar ontvangen géén subsidie. De slotconclusie is dat corruptie in Roemenië welig tiert en dat het land veel te vroeg heeft kunnen toetreden tot de EU.

    Ondertussen in het brandschone Nederland:
    Grootmeester Slagter geeft samen met Rinnooy Kan een workshop voor 50 collega’s over het rapport Leerkracht. Rinnooij Kan, opsteller van dat rapport, houdt het gezelschap voor dat ernst moet worden gemaakt met personeelsbeleid omdat investeren in mensen en investeren in jezelf dé succesfactor is voor resultaat, professionaliteit en plezier in het werk.
    Ter afsluiting van de workshop wordt een gezamenlijke oproep gedaan om als VO-sector fors te investeren in professionalisering van …..schoolleiders.
    (bron: weeklog Slagter nov.08)

    Dit zijn geen Roemeense toestanden maar de behartiging van het algemeen belang.

    * Zie post op dit BON forum van 15 februari 2008: radendemocratie á la Slagter

    • Een portret van Sjoerd?
      Het Rijksmuseum heeft een werk van Karel Appel gekocht.
      Het museum noemt De Vierkante Man uit 1951 een prachtige verbeelding van compacte energie en gecontroleerde emotie.

  5. Belachelijk plan
    We hadden afgesproken dat we landelijke examen-eisen willen en centrale arbeidsvoorwaarden voor alle leraren. De lokale klungels (geloof me, dat zijn er heel wat) zouden maar al te graag wat hobbiën met het onderwijs. “Kunt u geen stages in de peuterspeelzalen organiseren? Dat telt dan als taalonderwijs….” Helpen in de parkjes is bijna net zo goed als biologie en dat spaart weer een dure leraar uit, die we trouwens toch niet hebben. Ik moet er werkelijk niet aan denken.

Reacties zijn gesloten.