In Trouw vandaag is Jan Jacob van Dijk weer bezig de problemen met de onderwijskwaliteit te relativeren. Hoe meet je dat? Ik kan het wel antwoorden: als 30% aan het einde van groep 8 nauwelijks kan lezen, schrijven en rekenen,m dan is er iets mis, ongeacht of de school kleine Einsteintjes binnenhaalt of kinderen uit achterstandsmilieus.
Ook vindt hij dat je niet te snel de stekker uit slechte scholen moet trekken en dat de inspectie het best goed doet. van Dijk doet niet anders dan het behartigen van de belangen van de schoolbesturen.
Reacties zijn gesloten.
Jan Jacob van Dijk
JJVD is lid van een bestuurderspartij: het CDA. Ik heb hem in de Kamer nog nooit horen opkomen voor leraren,leerlingen of studenten of horen pleiten voor het verhogen van de kwaliteit van het onderwijs. JJVD neemt het consequent op voor bestuurders. Niet voor niets is het CDA een van de weinige politieke partijen waarmee we maar geen fatsoenlijk contact kunnen krijgen.
Van Dijk doet iets anders
JJvD is een bestuurder. De bestuurder heeft te horen gekregen dat de aansturing vanuit Den- Haag zeer te wensen overliet, het veld stikte letterlijk in de circulaires. JJvD heeft daar adequaat op gereageerd door te delegeren. Het veld moet het dan maar zelf doen daar hebben ze zelf om gevraagd. Als echte bestuurder denk je dan in besturen en niet in belanghebbenden. JJvD heeft dus het ministerie heel veel laten delegeren aan de schoolbesturen. Deze schoolbesturen voelen dan de behoefte aan afstemming en vooral aan voorkoming van onderlinge concurrentie dus kwamen er raden zoals de VO-Raad. JJvD heeft dus gedaan wat het veld wilde. De leraar, leerling e.a. zijn echter niets opgeschoten met deze bestuurlijke ingreep want bureaucratie is ingeruild voor bestuurlijke willekeur.
JJvD heeft dus niets opgelost behalve dat hij zijn eigen straatje heeft schoongeveegd. Het valt mij nog mee dat hij niet zegt dat het zijn probleem niet meer is,”hiervoor moet je niet bij mij zijn”. JJvD is echter volledig vergeten dat hij eindverantwoordelijk blijft bij delegatie.
Ook VO-raad bagatelliseert slechte kwaliteit
Bron: www.vo-raad.nl/nieuws/zwakke-scholen-leveren-vaak-prestatie-van-formaat1 ,
We lezen:
“Zwakke scholen leveren vaak prestatie van formaat.”
“G4-wethouders doen in oproep complexe werkelijkheid scholen geweld aan.”
Deze Pavlovreactie bewijst dat de VO raad er buiten moet blijven
Hiermee geeft de VO raag precies aan waarom ik in de eerdere draad over de brief van de wethouders het betrekken van die raad bij deze problemen hét voorbeeld vind van het ontlopen van de verantwoordelijkheid van de overheid.
Die wethouders hadden het probleem bij de zwakke scholen via de inspectie moeten oplossen. Nu is SS wakker geworden en heeft hij zijn praatjes al klaar. De scholen doen het geweldig, maar de mensen deugen niet. En opnieuw scoort onze Sjoerd.
Diskwalificeren
Niemand kan Sjoerd beter diskwalificeren dan Sjoerd zelf.
Jan Jacob etcetera
Ik ben het met JJvD eens dat we voor de inspectie van scholen de inspectie hebben. Ik ben het dus met Asscher oneens dat de gemeenten extra bevoegdheden moeten hebben.
Maar dat JJvD niet wil zien dat de inspectie haar voornaamste taak niet uitvoert is verdacht. Hoezo ‘de inspectie doet juist heel veel’? WAT dan? Zwervers van straat halen? Tweedehands kleding ophalen? Koffiedrinken met eenzame mensen?
Zó dom, doof of blind kan JJvD toch niet zijn? Ik denk dat er sprake is van ‘andere’ belangen. Kom op, broeder van Dijk, ziet naar den Here en erken dat de inspectie zo degelijk is als een torenflat in een moeras. Doe zoals die andere van Dijk; doe je naam eer aan, steek je vinger in de dijk en red Holland.
Hoewel beter onderwijs ook
Hoewel beter onderwijs ook voor mij een groot goed is, begin ik me op dit forum af en toe iets ongemakkelijk te voelen. De kop van deze draad ‘Jan Jacob van Dijk (CDA) bagatelliseert slechte kwaliteit scholen grote steden’ doet voor mij iets heel anders vermoeden dan wat JJvD in het aangehaalde artikel stelt: ‘Van Dijk mist in de discussie over zwakke scholen een belangrijke vraag. „Hoe meet je de kwaliteit van een school?…”‘. Om verandering te realiseren is het soms nodig om de revolutie te prediken, is dat de bedoeling van deze bijdragen? Want wat er gesteld wordt is gewoon niet waar: JJvD bagatelliseert in het aangehaalde artikel niets. En met wat hij wel stelt ben ik het roerend eens.
toch wel
De vraag naar een definitie (liefst inclusief meetmethode) voor kwaliteit wordt te vaak opgeroepen als aan alle kanten blijkt dat kinderen niks meer leren. Het Freudenthal Instituut heeft daar ook een handje van. De didactiek is bedacht om kinderen beter te leren rekenen, maar toen bleek dat optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen, aantoon baar achteruit waren gegaan, werden de doelen veranderd naar inzicht (in plaats van kunnen) en naar vage begrippen als gecijferdheid. Dat rekenen bleek plots niet belangrijk, daar waren machientjes voor. En de toetsen werden zo geconstrueerd dat de NL kinderen opnieuw hoog scoorden.
Als een groot deel van de kinderen niet meer leert lezen, dan is de kwaliteit van de school te laag. Om dat te constateren is geen complex meetapparaat nodig. Je mag simpelweg verwachten dat alle kinderen aan het einde van de basisschool kunnen lezen en schrijven. (Evidente uitzonderingen daargelaten).
Ik denk dat geen van de belangrijke dingen in het leven werkelijk gemeten kan worden: kun je meten hoe gelukkig Nederlanders zijn? Ik geloof er niks van. Toch lijkt het me raadzaam om als de sodemieter actie te ondernemen als blijkt dat het aantal suicidegevallen sterk stijgt.
Dat geldt ook hier: als blijkt dat veel kinderen als analfabeet het onderwijs verlaten, dat is het wegkijkgedrag als je gaat opmerken dat we de kwaliteit van een school niet kunnen meten, dan is het wegkijkgedrag als er over toegevoegde waarde bij einsteintjes gesproken wordt. Ook lijkt het me in het geheel niet duidelijk dat de inspectie het zo goed zou doen. In een ander artikel las ik dat bijna elke zeer zwakke school wel in een jaar of twee tot zwak is te brengen. En daarmee wat uit het zicht van de inspectie verdwijnt: een andere school is dan weer zweer zwak en die wordt ondersteund.
Zo doet het me denken aan die Amerikaan die 10 creditkaarten had. Ze stonden allemaal rood, maar als één maatschappij nu werkelijk eiste dat hij wat ging aflossen, dan deed hij dat door het bedrag van andere kaarten op te nemen. Hij zorgde er voor dat er bij alle maatschappijen af en toe wat werd afgelost. Die waren dan weer tevreden. Zijn financiële situatie was rampzalig, maar elk van de creditkaart maatschappijen meende dat het acceptabel was.
Wat ik maar wil zeggen: van Dijk bagatelliseert wel degelijk, en helaas is dat te verklaren: hij heeft daar belangen bij.
Nee hierover worden we het
Nee hierover worden we het niet eens 25, ik lees het niet in dit artikel in Trouw. Bovendien ben ik wel een groot voorstander vaan een meetapparaat. Dat hoef inderdaad niet complex te zijn. Je schrijft “Als een groot deel van de kinderen niet meer leert lezen, dan is de kwaliteit van de school te laag”. Hier ga ik in mee maar een logische vraag is dan wel: hoe weet je dat. Met andere woorden hoe meet je dat? Zelfs als middels een toets wordt aangetoond dat deze kinderen onvoldoende *kunnen* lezen, is er nog niets gezegd over wat ze hebben *geleerd*. Ik ben het absoluut met Van Dijk eens dat een kwaliteitstoets ontbreekt, en dat deze zou moeten gaan over het *leren*. Dus een nulmeting en een eindmeting en beoordelen wat de toename in kennis is.
Daarnaast ben ik het met Van Dijk eens dat den inspectie verantwoordelijk is voor het toetsen van de kwaliteit en niet de gemeente, wat de vier wethouders in hun brandbrief voorstaan.
Meten is weten
Beste Bondscoach,
Jij gaat ervan uit dat Van Dijk de prestaties van scholen wil meten. Dat wil hij volgend mij helemaal niet. Dat perkt namelijk de autonomie van besturen in. Ging het gezegde niet: ‘hou jij ze dom, dan hou ik ze arm’. Van Dijk is van het ‘dom’.
Mark, Voorlopig ga ik
Mark, Voorlopig ga ik helemaal nergens van uit behalve wat ik lees in het artikel uit Trouw. Daarin heeft Van Dijk volgens mij twee valide punten: 1. Hoe meet je de kwaliteit van scholen en 2. De inspectie gaat over de kwaliteit niet de wethouders. Om op basis van het stukje uit Trouw te Zeggen dat hij de problemen op zwakke scholen bagatelliseerd is wat mij betreft stemmingmakerij. Wat de man verder wil, kan ik niet uit dit summiere stukje tekst uit Trouw opmaken. Waar het mij om gaat is dat ik vind dat als op deze manier de tekst uit zijn verband wordt getrokken je de kans loopt dat er al snel wordt geroepen: daar heb je die klagende meute van BON weer. Ze huilen al voordat ze geslagen worden.
Bondscoach
Deze Van Dijk heeft al eerder dingen over onderwijs gezegd (hij is tenslotte onderwijswoordvoerder). Zijn enige gedachte lijkt te zijn: ‘maximale autonomie voor schoolbesturen’.
Jaarlijks toetsen van prestaties van leerlingen tast de autonomie van schoolbesturen aan, dat zal Van Dijk dus niet willen. Niet jaarlijks toetsen van prestaties van leerlingen zorgt ervoor dat je de kwaliteit van een school niet kunt meten. En dus gaat Van Dijk gewoon door met blaten over kwaliteit die niet te meten is terwijl hij veranderingen die nodig zijn om die kwaliteit wel te meten tegen zal houden. En zo kunnen de schoolbesturen blijven doen wat ze willen (en dat is precies wat Van Dijk wil: autonomie boven alles).
Ken de beperkingen van het meten coach
Zelfs zo iets eenvoudigs als de lengte en gewicht metingen van mijn baby’s bleek telkens op het consultatiebureau voor verrassingen te zorgen. Hoe lang mijn jongens waren was meer afhankelijk van hoe ver de verpleegster mijn de beentjes wist uit te trekken dan van hoe veel het kind gegroeid was. Evenzeer voor het gewicht: denk maar niet dat de mijne stil bleven liggen op die weegschaal. Het kwam zelfs voor de de jongens gekrompen bleken te zijn. Als ik niet wat tegenwicht had geboden dan gingen we elke keer met nieuwe voedingsadviezen naar huis.
Ik denk dat het meten van kennistoename helemaal een brug te ver is. Anders was dat a lang en breed een geaccepteerde meting. Maar dat is het niet. Dan kun je twee dingen doen: of je doet niets omdat je zogenaamd niets over de kwaliteit kunt zeggen, of je gebruikt het boerenverstand en doet iets.
van Dijk heeft gelijk dat dat aan de inspectie is. Alleen heeft dat kennelijk nog zeer onvoldoende resultaat gehad. Anders was het niet zo ver gekomen.
Dit gaat meer om de
Dit gaat meer om de beperkingen van het consultatiebureau. Toen de verpleegster mij ging vertellen wat mijn zoontje mocht eten, pakte ze een knutselkaart waarop allerlei plaatjes van producten waren geplakt en wees een pak melk aan terwijl ze duidelijk gearticuleerd het woord “melk” uitsprak. En zo ging dat nog even door. Ik was te verbijsterd om haar eens flink de mantel uit te vegen 🙂
Natuurlijk ken ik de beperkingen van meten, maar ook de merites. Ik kan net zo makkelijk een aantal voorbeelden bedenken waar meten van gewicht en lengte wel uitstekend werken. Dat argument is een drogreden.
Hoewel het voorbeeld van gewicht en lengte geen hout snijdt heb je natuurlijk wel gelijk waar het gaat om meten van kennisniveau en kennistoename. Dat is bepaald geen sinecure. Maar daarom niet minder een uitdaging. Bij lezen gebeurt het toch impliciet al met de AVI niveaus? Ik weet daar te weinig vanaf maar van leerlingen wordt gezegd op welk AVI niveau ze lezen, dus kun je ook de toename meten. Het is dan volgens mij nog steeds niet mogelijk om de toename toe te schrijven aan onderwijs. Daarnaast is het boerenverstand wat jij ook al aangaf een goede leidraad om simpele toetsjes te bedenken die de toename meten. Bij rekenen kun je eenvoudig testen hoeveel +,-,/,* sommen leerlingen kunnen maken binnen 5 minuten. Doe dat op twee tijdstippen (begin en einde schooljaar) en je komt volgens mij al een heel eind.
En 25, inderdaad niets doen is geen optie. Als je wel iets doet dan wil je wel weten of het resultaat heeft gehad. En dan moet je toch weer toesten!
JJvD en meten
Beste bondscoach,
Jij hebt gelijk, niet meten is niet weten en daarom moet een ieder zijn toon matigen. Meten hoeft echter niet altijd middels rapporten en wetenschappelijk en kan ook middels waarnemingen van grote groepen waarnemers die allemaal hetzelfde zien. Dit betekent nog niet dat er zo feiten vastliggen maar een onderzoek is op zijn plaats. Nu is het echter zo dat de vernieuwers alsmaar niet willen meten en zodoende dus het argument kunnen blijven hanteren dat het niveau onbekend is en er dus niet gesteld kan worden dat het achteruit gaat. Hier op BON zien wij dat echter als een struisvogeltactiek. Wij willen centrale examens en dat is meten. Wij willen geen compenserende eigen dingetjes van scholen.
JJvD heeft nu een politiek van delegatie gevoerd en wil de zorg voor onderwijs niet terug, ook Plasterk niet overigens. JJvD en het CDA zijn ervan overtuigd dat we dan weer omkomen in de circulaires er impliciet bij zeggend dat ook een ministerie van onderwijs niet te beheersen is door de politiek. Misschien is dat ook wel zo maar het grote verschil is dat de politiek “gestraft” kan worden door de kiezers en wij, waaronder de wethouders, hebben helemaal niets in de hand tegen niet functionerende schoolbesturen, zelfs geen goede metingen.
Van het nut van centrale
Van het nut van centrale examens ben ik ook overtuigd, bij voorkeur extern beoordeeld. Ik ben voorstander van het centraal examineren van minimaal ingangsniveau als eindniveau zodat ook de toename kan worden bepaald. Op dit moment zijn er volgens mij maar twee min of meer centrale examen momenten: de CITO toets voor PO en het CSE voor VO, met al hun beperkingen. Dat is volgens mij te weinig om de kwaliteit van een school te meten.
CITO is geen centraal eindexamen
De CITO toets aan het einde van de basisschool is geen centraal examen. Niet alle scholen doen mee, maar ook op scholen die wel meedoen, doen niet alle kinderen mee. Verder kun je als kind niet zakken en komt er over alle vakken één gemiddeld resultaat uit.
Concreet: aan het einde van de basisschool kun je er niet van uitgaan dat kinderen welk minimum niveau in welk vak dan ook zouden hebben bereikt. Zo kunnen leerlingen op het MBO terechtkomen terwijl ze op het gebied van rekenen niet verder zijn gekomen dan de lesstof van groep 4.
Ik zou het Cito dus geen examen willen noemen. Overigens, dat doet het Cito zelf ook niet: daar is het niet voor bedoeld.
en niet kunnen lezen
en zo kunnen er leerlingen (mét VMBO diploma!!!!!) op het MBO komen die feitelijk niet kunnen lezen. Het ergste is nog dat het ze wel geleerd had kunnen worden, als er meer instructie was geweest (zie onderzoeken Thoni Houtveen)
De beperkingen van met name
De beperkingen van met name de CITO toets zijn mij bekend. Hoewel je er niet van kan uitgaan dat het een minimum niveau aangeeft, zal de score op de CITO toets wel een (zeer) goede schatter zijn van de capaciteiten van de kinderen. Ook het feit dat vele VO scholen de score als toelatingseis gebruiken geeft dit aan. Dat de score niet kan worden gebruikt om de kwaliteit van scholen te meten heeft in ieder geval drie belangrijke oorzaken:
1. Omdat de CITO toets niet verplicht is voor alle leerlingen.
2. Omdat de toets niet ontwikkeld is om de exacte leerdoelen te toetsen.
3. Omdat er geen nulmeting is gedaan.
Daarom ben ik ook voorstander van het verplicht meten van begin en eindniveau van concreet vastgestelde leerdoelen. Volgens mij kun je dan een behoorlijk objectief beeld van de kwaliteit van een basisschool vaststellen. Overigens begint het dan nog een stap eerder bij het vaststellen van concrete leerdoelen, veel concreter dan de kerndoelen PO die nu zijn vastgesteld (die ik persoonlijk werkelijk tenenkrommend vind).
Inderdaad
Tenenkrommend is een understatement voor de kerndoelen. Ik vraag me altijd af hoe dergelijke onzin tot stand komt. Het zal toch niet aan et eind van een vrijdagmiddag bij de borrel op de kamer van Maria geweest zijn. Ik zie het zo voor me: tientallen vergadertijgers hebben daar in allerlei gremia met flapovers en gele plakbriefjes over vergaderd. Tonnen euro’s alleen al besteed aan de manuren die dat heeft gekost. En uiteindelijk komen er dan “kerndoelen” uit. Zou voor die term kerndoelen een communicatie adviesbureau in de armen zijn genomen?
Cito geeft inderdaad een indicatie, maar levert wel elk jaar ongeveer dezelfde verdeling op, terwijl de reden van het bestaan van BON is dat het onderwijs al jaren achteruit kachelt. Dat betekent dus die toets eerder verhullend heeft gewerkt dan dat daaruit de werkelijkheid duidelijk werd.
Dat is ook de essentie van mijn bezwaar tegen de opmerkingen van van Dijk. Op dit moment zijn er simpelweg geen goede toetsen en is er geen definitie van kwaliteit. Niet in een operationele fase althans. Van Dijk grijptt dat aan als argumetn om te beweren dat het zo’n vaart niet loopt en dat er veel wel goed gaat. Dat vind ik laakbaar.
Ik ben het met u eens dat het goed zou zijn die toetsen te ontwikkelen, al verwacht ik dat het lastiger is dan je denkt en dat daarmee de kans op niet valide en marchandeerbare toetsen groter wordt.