De rechtszaak die ik vandaag, TIEN JUNI, aanspande tegen mijn ex-werkgever, m.b.t. een ontslagakte waarin “ongeschiktheid voor de functie als groepsleerkracht” is “aangehouden”. Ofwel, de uitspraak is uitgesteld. De prognose is september.
Om 9.45 moest ik verschijnen voor een forum van 4 rechters (“meervoudige kamer”), waarvan een het voortouw nam. Mijn beide getuigen moesten op de gang wachten. De ex-directeur was 10 minuten te laat op de zitting.
Aan de tafel van de tegenpartij iemand van personeelszaken en hun ingehuurde jurist. Al direct stelde de rechter de vraag of zij gemachtigd waren deze zaak te behandelen, hetgeen NIET het geval bleek………die machtiging moest dan nog afgegeven en opgestuurd worden naar de rechtbank.
De rechter wilde ingaan op het verslag,(een opsomming van alles wat ik in de loop der jaren verkeerd gedaan zou hebben) dat ik op DRIE juni toegestuurd kreeg(nota bene op een verkeerd huisnummer) van de ex-werkgever. Ik zei dat dit niet rechtsgeldig was, omdat immers tot TIEN dagen voor de zitting stukken aangeleverd konden worden. De rechter gaf me hierin gelijk, en het verslag werd verworpen.
Daarna zei de rechter dat alle beoordelingen vast stonden, omdat ik daartegen geen beroep had ingesteld. Maar wat bleek? ONDER beoordelingen MOET ALTIJD staan welke procedure de geadresseerde kan volgen, als hij het er niet mee eens is. Dat bleek op veel stukken NIET het geval. De tegenpartij stelde dat ik had kunnen weten dat ik in beroep kon gaan. De rechter zei:” NEE, u, als bestuurlijk orgaan, had moeten aangeven welke mogelijkheden er waren”. Ook wist de rechter de tegenpartij de uitspraak te ontlokken dat mijn schriftelijke protesten “aan het dossier gehecht werden”. De rechter verweet de tegenpartij dus dat men de zaken had moeten onderzoeken, maar er niet mee gedaan heeft. Wederom was de door de rechter uitgelokte uitspraak dat de tegenpartij dat TOEN niet wist, en NU wel……….
Voorts vroeg de rechter naar de “kadernotitie” ofwel het Integraal Personeels Beleid, ofwel het CAO basisonderwijs. De tegenpartij zei dat in mijn geval dit IPB gehanteerd was, maar de rechter zei dat dat niet had gemogen, omdat het nog een concept was………
Om 10.10 mocht ik mijn betoog houden. Alles stond netjes op 1 A-4tje. De hoofdmoot was dat slechts EEN persoon mij beoordeeld had, en daar totaal geen controle op was geweest.
Daarna was het de beurt aan de tegenpartij, geen onbekend verhaal voor mij.
Om 10.25 vroeg de rechter de tegenpartij uit te leggen hoe een beoordelingsgesprek in zijn werk ging. Dat is 1 keer per jaar, waarbij de schooldirecteur de “beoordelingsautoriteit” is. De rechter maakte direct de opmerking dat ik t/m 2003 GEEN beoordelingen had gehad, maar nadat ik een klacht ingediend had over de directeur er ineens zeer veel beoordelingen waren geweest. (dat had ik ook al in mijn betoog gezegd) De rechter was het duidelijk niet met deze procedures eens. Ook vroeg hij of er een bezwarencommissie was. NEE. Er moest een TWEEDE beoordelaar zijn, en dat was niet het geval geweest. De tegenpartij stelde dat er met mij niet te communiceren viel. De rechter zei daar op: “Er viel met ………wel te communiceren, want hij schreef toch protestbrieven?
Om 10.30 werd de zitting geschorst wegens gerechtelijk overleg, waarbij hij de rechter zei dat er ook overlegd zou worden of mijn beide getuigen zouden worden binnen geroepen.
Om 10.50 werd IEDEREEN binnen geroepen. De rechter stelde dat de formele kant veel vragen opwierp. Weer werd gesproken over de Kadernotitie. Waarop gebaseerd, wie heeft deze samengesteld? Ook de status van berichtgeving naar mij toe was dus niet duidelijk geweest. Een bestuursorgaan moet weten welke mogelijkheden een personeelslid heeft om in beroep te gaan.
De tegenpartij:”Er ligt een concept….” De rechter onderbrak direct met: “Nee, een besluit, DAT ligt vast. Hoor en wederhoor ligt vast. Een bezwaarschrift ligt vast”.
Het besluit van de rechter was dat hij de zaak verder zou onderzoeken, ik nog bericht zou krijgen hoe het verder zou gaan, of de getuigen nog een keer wilden komen, dit alles waarschijnlijk medio september. Einde 11.15
Goede moed
Beste Keesie,
Vanaf de buitenkant je verhaal volgend, kan ik niet veel meer zeggen dan “goede moed”!
Een ervaring wil ik je wel meegeven. Het valt me op dat de werkgever procedureel veel fouten heeft gemaakt. Dat vergroot je kansen om te winnen. Wat dit oplevert is waarschijnlijk geen “eerlijker”of “betere”werkgever. Wat hij ervan zal leren is om een volgende keer uitgekookter en doortrapter te werk te gaan en te zorgen dat alles formeel in orde lijkt. De enige les die – heel misschien – iemand binnen die school er verder van kan leren, is dat “de sop de kool niet waard is” misschien. Dit soort processen zijn lastig en duur (hoewel niemand er persoonlijk voor opdraait: schoolbudget!) en daarom kun je ze beter voorkomen.
Zelf heb ik op mijn school een centrale rol gespeeld in lange, ingewikkelde, emotionele beroepsprocedures die we als – juridische amateurs – uiteindelijk ook nog gewonnen hebben. Het gevolg was dat vervolgens de directie precies hetzelfde deed als waarvoor ze veroordeeld waren. Alleen zorgden ze nu dat het volledig volgens de procedures leek en alle kennis van bedrog wel goed werd afgedekt….hoewel we wonnen, verloren we zo uiteindelijk toch. Ons kostte het een aantal jaren van ons leven, de school heel veel geld en de toenmalige directie zelf helemaal niets. De bittere realiteit! Het hele systeem (juridisch, financieel) gaat nooit ten koste van de “smeerlappen”….hun enige risico is dat ze procedureel niet in orde zijn en daardoor persoonlijk “afgaan”…hoewel dat in managerskringen eerder van “spierballen” getuigt en als “krachtig”wordt gezien dan iets waardoor je echt “afgaat”.
een vorm van straf
Er zou een vorm van straf moeten zijn voor directieleden die dit soort geintjes met hun personeel uithalen.
Het geval van Keesie staat niet op zich. We kennen inmiddels heel veel voorbeelden. Echter niemand wil naar dit soort verhalen luisteren. Collega’s houden zich verre van de zogenaamde dissident en daardoor is het voor directieleden keer op keer het spel te spelen.
dank
Dank voor de eerste reacties Weknow en O Happy Day.
Inderdaad kreeg ook ik weinig steun van collega’s. Iedereen bang voor zijn baan. Intussen heb ik WEL het gevoel dat ik als eerste een weg aan het banen ben, waar misschien, hopelijk anderen straks van zullen profiteren. Ik had WEL de kracht om door te gaan, met dit resultaat. Het voelt dan wel als 1-0 voor mij, maar ik verkoop de huid van de beer niet voordat…….. het september is.
De andere kant van de medaille is, dat de ex-werkgever in de toekomst alerter zal zijn, en zich in voorkomende gevallen beter zal voorbereiden. Ik vermoed dat werknemers in soortgelijke situaties als ik dan minder kans van slagen zullen hebben.
Ik heb de stille hoop, de utopie, dat vanaf nu tot september, een legertje rechters aan het beraadslagen is om een eensluidend protocol samen te stellen, waar ieder bestuur zich aan te houden heeft.
Intussen vergat ik te vertellen dat na de rechtszaak van gisteren in mijn email een vijftal boodschappen zat van scholen die me vroegen om in te vallen. Ik vraag me af, als de rechter in september negatief beslist,……..dan zou ik ook moeten stoppen met invallen, toch?
De rechter beslist dus voor mij positief.
Keesie,
Ik krijg wel de
Keesie,
Ik krijg wel de indruk dat de rechter de zaak serieus oppakt . Daar heb ik nog wel enige verwachhting van itt jouw ex-werkgever. Maar die zal wel weer proberen te ontsnappen via “onverenigbaarheid van karakters” en de belasingbetaler gaat dat betalen. Ik gun jou een mooie vergoeding zodat je niet eens meer hoeft in te vallen…. Wel een verlies voor het P.O., natuurlijk
zak met geld….
Historica,
He he, ik wil niet een TE grote zak met geld, want ik wil uiteraard wel af en toe blijven invallen ……
De rechter zal al dan niet moeten beslissen tot onverenigbaarheid van karakters, maar de fouten zijn al in het verleden gemaakt, en dat valt niet meer terug te draaien.
Wél een zak met geld…
…eisen.
Er zitten veel sukkels in het onderwijs en vooral in de directie
Ik heb mijn zak met geld al gekregen, ik heb zelfs een klacht ingediend tegen mijn schooltje, de klacht is te lezen op Internet.
Voorzitter van de Klachten Commissie was oud Hoofd Officier van Justitie te Amsterdam mr. Vrakking.
Er volgde de volgende tweespraak:
Op een gegeven moment gaf mr. Vrakking tijdens de zitting aan:
“Wat doet de heer Joao nu eigenlijk verkeerd ? ”
Mijn manager antwoordde:
“Joao zegt tegen leerlingen 18 plus 12 en het moet zijn 18 erbij 12 !!”
mr. Vrakking:
“Dus de antwoorden waren goed en de leerlingen begrepen alles ?”
Manager:
“Ja ze begrepen alles”
mr. Vrakking:
“Waren de resultaten dan slecht ?”
Manager:
“Neen, die waren niet slecht”
mr. Vrakking:
“Wat is dan het probleem ?”
Manager:
“de heer Joao houdt zich niet aan de afspraak het is “erbij” en niet “plus”, “en daarom moet hij ontslagen worden !!!”
En zo geschiedde het in de Sovjet Unie der Nederlanden anno 2008, Joao werd ontslagen, lees verder via:
www.geschillencies-klachtencies.nl/?q=advies_van_14_november_2007_06_07_n_47
Maar kwam er dertig uit?
Hoe maak je van ’18 erbij 12′ een goede Nederlandse zin? 18 plus 12 is 30 klinkt goed. Maar wat moet je met 18 erbij 12?
18 , 12 erbij, uitkomst 30; dat zou kunnen. Zo ’n systeem lokt slechte formuleringen uit. Zo krijg je zinnen als ‘je doe 12 erbij 18 je doe optellen dus 29’. Dit proza zie ik geregeld langskomen in klas 2 t/m 6.
Maar ik denk niet dat Mr. Vrakking zulke overwegingen in zijn vonnis betrekt.
basisschool = school voor achterlijke kinderen?
Zijn lagereschoolkinderen tegenwoordig zwakzinnig? Als een onderwijzer een paar keer zegt “18 plus 12, dus we hebben 18 en we doen 12 erbij” dan weten de leerlingen toch dat de uitdrukkingen “18 plus 12” en “18 12 erbij” synonym zijn? Of sta ik zo ver van lagereschoolkinderen af? Als je de tweede formulering gebruikt zou je trouwens beter de notatie 18,12,+ kunnen gebruiken.
Seger Weehuizen
En toch is het echt waar
Het is in het realistisch rekenen een veel gebruikte didactiek: niet de vreselijk abstracte begrippen plus en min gebruiken, maar de veel betekenisvollere “erbij” en “eraf”. Dat laatste geeft namelijk actie aan en daarom betekenis. Dat het lijkt alsof kinderen een spraakgebrek overnemen van de juf is minder relevant natuurlijk, dat kinderen helaas ouders hebben die niet op de hoogte zijn van deze newspeech is ook niet belangrijk.
Iets vergelijkbaars is er met taal aan de hand. Er is geen letter “bee” meer, maar de letter “buh”. Nu is de achtergrond hiervan aanzienlijk complexer dan bij rekenen. Bij taal, leren lezen, gaat het om klank-teken koppeling. Tenminste, in de leesmethodes van de laatste 20 jaar ofzo. Ik ben geen specialist op dat gebied, dus ben voorzichtig met mijn oordeel hierover. Maar ook hier ontstaan er tegenbewegingen die deze manier van leren lezen weer willen verlaten voor het aap-noot-mies (methode veilig leren lezen van frater Caesarius Mommers). De reden: veel kinderen die aan het einde van groep 8 onvoldoende kunnen lezen en een hele berg aan dyslectici. Er lijkt voldoende aanleiding om ook de leesdidactiek eens grondig onder de loep te nemen.
Getuigenis van een slachtoffer
Het is lang geleden, maar dat a-buh-cuh herken ik van mijn eigen lagere schooltijd (1959-1965). De juffen, niet op hun achterhoofd gevallen, waren er kennelijk nog niet helemaal mee vertrouwd, want die zeiden op onbewaakte ogenblikken weer gewoon a-bee-cee. Op mij heeft het systeem geen vat gekregen; ik ben geen dyslecticus geworden. Als klein ventje vroeg ik me wel al af waarom ze eigenlijk zo moeilijk deden. Maar ik kan natuurlijk niet voor mijn klasgenoten spreken; wie weet wat het daar heeft aangericht.
goede ervaring met 1 op 1 rel. van klank en symbool
Ik heb zelf een mijner dochteren lezen geleerd vanuit het idee dat bij elke letter één klank hoort en omgekeerd. Dat ging prima maar ik omzeilde in het begin wel zo veel mogelijk de gevallen waarin dat niet opging. Eerst moest ze kunnen werken met een één op één relatie tussen klank en letter. Ik koos monosyllabe woorden zodat e è voorstelde en ee é (idem o en oo etc.). Bij “de” en “en” aan het einde van een woord voerde ik het begrip “stomme è” in. Dat liep allemaal op rolletjes.
Philip en Philippine
Stel dat uw dochter Philippine had geheten, dan had u bij het begin van het lezen (namelijk het lezen van haar eigen naam) meteen met de uitzonderingen moeten beginnen: de p, de h, de i en de e. Je kunt je dan afvragen wat je met die 1 op 1 koppeling opschiet. Ik vraag me ook af hoe kleine Welshmen, kleine Kroaten en kleine Chinezen leren lezen.
Nedelands is voldoende geschikt om analytisch te leren lezen
Ik weet niets van Keltische talen af. Engels is net als Chinees een lettergrepenschrift. In het Engels zijn die lettergrepen samengesteld uit letters van het Latijnse Alfabet. Maar ik heb mijn dochte leren lezen in de Nederlandse taal. In die taal kun je door zorgvuldige woordkeuze wel degelijk uitgaan van een verband tussen klank en letter. In sommige gevallen, zoals bij tweeklanken, komt een combinatie van meerdere letters overeen met een bepaalde klank. Ik heb het ook zo min mogelijk over haar 3-lettergrepige voornaam gehad waarin de i van is moest worden uitgesproken als de ie van Piet.
Maar misschien heeft mijn dochter een buitengewone aanleg voor analytisch denken. Misschien is analytisch leren lezen voor sommige kinderen wel geschikt en voor anderen niet. Laat iedereen leren lezen volgens een methode die het best bij hem past.
Seger Weehuizen
taal leren
Heel kleine kinderen beginnen taal te leren door klinkers na te doen ; dat weet iedereen die kinderen heeft (gehad).
Er zijn heel vroeg al (juist heel vroeg !) verbanden tussen klank leren en muziek, ze zijn er ook tussen klank en emotie (vooral v.a.v. de ouder), en tussen muziek (in zich zelf zingen, heel jong kind) en spelen, bijv. blokken bouwen (daarna rekenen, voorloper van wiskundig inzicht, later). Een klein kind kan urenlang in zichzelf zingen, met fantasie klanken nadoen, al die dingen.
Een tweede taal absorberen begint, als het vroeg gebeurt, net zo, door klank assimilatie, door nabootsen.
Is het kind eenmaal zes of acht jaar, is de eerste kans om dgl. zaken op die manier te assimileren voorbij. Nog later wordt het leren moeizaam, want abstract, cognitief, het gaat dan nog wel via de weg van nieuwsgierigheid, even later ook door durven en bluffen, uitproberen. In die fase krijgt leren een andere aard, doorzetten, moeilijk, overwinnen, afblazen, opgeven.
Het viel me op dat veel bijdragen op het forum spreken over leren door kinderen, ouder dan de heel jonge (1-2 jaar). Dan zijn er vanzelf andere observaties te maken, en daarmee andere conclusies te trekken.
maarten
Het is echt waar.
Veel kinderen in groep 8 kunnen niet voldoende (begrijpend) lezen.
Mensen die wel iets over dit gebeuren weten, geven aan, dat dit vooral te maken heeft met gedragsproblemen, taalachterstanden en rugzakjes. Mommers werkt(e) prima. Kinderen zijn veranderd.
’n Loep vergroot wel. Kijken moet je altijd toch wel zelf.
geld
Hals, namens jou zal ik dus zo veel mogelijk geld eisen. Wat de rest van de reacties betreft, ik begrijp het wel hoor. Jullie proberen me gewoon de uitspraak te ontlokken hoeveel geld ik eis…….18+12 is 30……
Wie kan nu eens vertellen hoeveel geld je nu daadwerkelijk kunt krijgen? Kantonrechterformules (keer twee) dat weet ik nu wel. Zijn er soortgelijke gevallen bekend waarbij het om grote bedragen gaat???????
Veel geld, ik zou het je
Veel geld, ik zou het je toewensen… Maar dat is on-Nederlands, amerikaanse toestanden.