In de serie over de eindtermen las ik vandaag de Mathematics Framework for California Public Schools, Kindergarten Through Grade Twelve (2005), oftewel de eindtermen van de staat Californië voor het vak wiskunde. Ze leren daar een flink aantal dingen die in Nederland ‘niet meer kunnen’ volgens de didactici, zoals
1.0 Students demonstrate knowledge of both the formal definition and the graphical interpretation of limit of values of functions. This knowledge includes one-sided limits, infinite limits, and limits at infinity. Students know the definition of convergence and divergence of a function as the domain variable approaches either a number or infinity:
1.1 Students prove and use theorems evaluating the limits of sums, products, quotients, and composition of functions.
1.2 Students use graphical calculators to verify and estimate limits.
1.3 Students prove and use special limits, such as the limits of (sin(x))/x and (1-cos(x))/x as x tends to 0.
‘Students prove and use theorems’? Hoe lang geleden is het dat we dat in Nederland hebben gezien?
Maar het wordt nog beter:
2.0 Students demonstrate knowledge of both the formal definition and the graphical interpretation of continuity of a function.
Dit kan ik mijn eerstejaars studenten werktuigbouwkunde niet vragen. Of deze:
8.0 Students know and can apply Rolle’s theorem, the mean value theorem, and L’Hôpital’s rule.
En denk niet dat de toepassingen dan buiten schot blijven:
11.0 Students use differentiation to solve optimization (maximum-minimum problems) in a variety of pure and applied contexts.
12.0 Students use differentiation to solve related rate problems in a variety of pure and applied contexts.
Ik wilde hier ter vergelijking de Nederlandse eindtermen VWO B12 op het gebied van limieten en continuiteit in de context van functies neerzetten. Maar dat blijkt de lege verzameling te zijn.
Wat doen wij fout?