Een nieuwe gedachtekronkel in onderwijsland is het Persoonlijk Ontwikkeling Plan (POP). Het zoveelste gedrocht dat in het onderwijsveld wordt geworpen om docenten af te houden van waar ze goed in zijn: doceren.
Op 1 augustus 2006 treden de Wet op de beroepen in het onderwijs (Wet BIO) en het daarop berustende Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel in werking. Als gevolg hiervan gaan scholen voortaan een ‘bekwaamheidsdossier’ bijhouden van iedere leraar. Ter introductie heeft het Ministerie van OCW in 2000 het landelijke project Integraal Personeels Beleid (IPB) aangezwengeld. Dit project, uiteraard gebruik makend van ‘instrumenten’, ‘producten’, ‘conceptueel kader’, ‘integraal beleid’, ‘indicatoren’, ‘quickscan’, ‘pilot’ en ‘monitor’, introduceert onder andere het Persoonlijk Ontwikkeling Plan (POP) en de daarbij behorende gesprekscyclus.
Een POP bevordert de ‘persoonlijke groei’ van docenten in het primair en voortgezet onderwijs. Per ‘functie’ wordt een ‘profiel’ opgesteld middels een ‘set’ van ‘competenties’. Voorbeelden van competenties zijn: ‘multicultureel bewustzijn’, ‘onderwijskundig vernieuwend’, ‘klantgerichtheid’, ‘commitment’, ‘strategisch denkend’, ‘organisatiesensitiviteit’, ‘visie’ en ‘durf’. Gelukkig kunnen ook traditionele competenties als ‘uitdrukkingsvaardigheid’ en ‘motiveren’ hun plaats vinden in de set. Door een POP krijgen docenten meer ‘grip op hun carrière’.
In een gesprekscyclus beoordelen leidinggevende en docent of de docent persoonlijk gegroeid is. In de praktijk, zo leren gesprekken met docenten, wordt een POP niet alleen opgesteld door docent, leidinggevende en eventueel collega’s, maar mogen ook leerlingen hun opvattingen over het POP van de docent ventileren. VMBO-leerlingen bepalen in overleg met de docent wat de ‘leerdoelen’ van de docent zijn en of de docent persoonlijk gegroeid is.
Bijkomend voordeel is dat er van het IPB-project een enorme stimulans uitgaat voor de papierindustrie.
Met belangstelling zien we uit naar de volgende onderwijsvernieuwing.
Voor wie zich zelf wil verbazen: www.ipb-onderwijs.nl
Hartelijke groet,
Bas Hengstmengel
Ongewenste automatische spellingscorrectie
Ongewenste automatische spellingscorrectie: Persoonlijk Ontwikkelings Plan
stichting beroepskwaliteit leraren
Genoemde stichting schrijft op haar site ‘voor en door leraren’ te werken. SBL opereert echter gewoon in opdracht van het ministerie en pompt op deze manier beleid het veld in.
Dit alles met, volgens SBL, breed maatschappelijk draagvlak:
In de gunstigste interpretatie van deze gegevens is vakkennis 1/14 van wat een goede leraar zou moeten kunnen. Gooi vakkennis helemaal weg, voldoe aan de 13 andere compententies (dan wordt aan ~93% van de eisen voldaan) en je bent een topprofessional (om dat vreselijke woord maar te gebruiken). Wel zonder vakkennis. Bijzonder.
re: ralph hanzen
Dat is natuurlijk onzin.
Vakkennis (voor mij natuurkunde) is natuurlijk belangrijk als eerstegraadsdocent. Even belangrijk als een aantal andere competenties. Zonder een “voldoende” te scoren voor alle competenties kun je geen goede leraar zijn.
Maar een groot deel van die vakkennis is verweven met andere competenties. Ik kan geen goed natuurkunde docent zijn als ik afgestudeerd natuurkundige ben zonder dat ik het leuk vind en in staat ben om met leerlingen om te gaan. Maar omgekeerd ook niet.
Hoezo onzin?
“Ik kan geen goed natuurkunde docent zijn als ik afgestudeerd natuurkundige ben zonder dat ik het leuk vind en in staat ben om met leerlingen om te gaan. Maar omgekeerd ook niet.”
U betrekt de stelling op uzelf dus ik kan niet anders dan ‘m naar uzelf terug kaatsen: Dat u het een niet zonder het ander kunt, zegt niet zoveel over de algemeenheid. De vraag is bovendien omgekeerd: Garandeert een evenredige samenhang in de genoemde competenties de kwaliteit van lesgeven voldoende?
Of om Ralph te citeren:”Gooi vakkennis helemaal weg, voldoe aan de 13 andere compententies (dan wordt aan ~93% van de eisen voldaan) en je bent een topprofessional (om dat vreselijke woord maar te gebruiken).”
Het lijkt me in redelijkheid een realistische uitkomst. Variaties kun je ook bedenken. Iemand die op vakkennis een 5 scoort en voor de rest een 8. Wat is het effect daarvan op lesgeven?
De omgekeerde situatie kennen we allang uit de tijd dat er nog professoren voor de klas stonden. Onmogelijke mannen (meestal). Geen land mee te bezeilen. Maar zo vol van vakkennis en liefde voor het vak dat het een uitdaging was om les van ze te krijgen.
De veronderstelling is denk ik (mijn vertaling), dat gedegen vakkennis een grotere samenhang heeft met goed lesgeven dan al die andere competenties. Leuk met je collega’s om kunnen gaan (1/4!) betekent niet zoveel in de klas en voor de leerling.
Zelf denk ik dat mensen die intelligent genoeg zijn om zich heel veel vakkennis eigen te maken, ook intelligent genoeg zijn om bredere kennis te hebben en de creativiteit om iets te verzinnen dat keer op keer de aandacht vasthoudt. Mijn dochter heeft een docent natuurkunde die met dat doel af en toe arabisch geeft. Scherp houden die koppen. Nadenken, al is dat even over iets dat er helemaal niks mee te maken heeft.
Het is verder een onmogelijke man. Niet onaardig, maar wel zo impulsief (en jaloersmakend erudiet) dat ie zeker onvoldoendes scoort op de zachte competenties.
Toch is hij een parel in het leerkrachtencorps. Mijn dochter (haar klas) heeft liever tien van die, dan tien van de naar competentie gebalanceerde soort. De gebalanceerde uitkomst is een slap aftreksel van wat leren zou kunnen zijn en dat is naar als je leren leuk vindt.
Aan de andere kant: De realiteit is dat er van dit soort erudiete docenten te weinig zijn en ook te weinig zullen komen om dat niveau als basisuitgangspunt te nemen.
De ‘oplossing’ (competenties van alles een beetje) is dan ook geen oplossing die de kwaliteit van het onderwijs dient, maar eentje die het dreigende leerkrachtentekort op moet vangen.
Binnenkort kan iedereen lesgeven en ook nog in alle vakken.
Dat hoeft trouwens niet erg te zijn. Er zijn aanwijzingen dat onderwijs helemaal niet om vakkennis hoeft te gaan. Maar die aanwijzingen gaan vooralasnog alleen over 1:1 onderwijs van vader of moeder. Over
Kijk, dat is leerplicht voor
Kijk, dat is leerplicht voor leerkrachten, compleet met de subjectieve invulling van wat je dan moet leren en dat gecontroleerd door je baas die dat natuurlijk helemaal in het belang van de ontwikkeling van de leerkracht doet en zijn eigen belang heel zuiver naast zich neerlegt (not!).
Leerlingen hebben hier al veel langer mee te maken sinds de (digitale) leerlingendossier, het veel te uitgebreide onderwijskundig rapport en de portfolio.
Het is akelig en eng en leidt tot uitsluiting van iedereen (leerling of leerkracht) die niet naar ‘de baas’ luistert.
Elders opperde ik al een beroepscode voor leerkrachten. Maak van BON een beroepsvereniging, stel een code op en bepaal zelf en met elkaar de eisen waaraan aangesloten leerkrachten moeten voldoen en een (van de arbeidspositie onafhankelijke) arbitrage voor beroepsmatige geschillen.
Zodra je directe leidinggevende voor jou gaat bepalen wat goed voor je is, wordt het wel heel griezelig.
POP is richtlijn voor hbo’s
Ik heb die wet even opgezocht. Veel pagina’s en schijnbaar veel detail, maar na diagonaal lezen niks gevonden over de consequenties voor leerkrachten.
Nergens staat dat je je moet onderwerpen aan de controle zoals genoemd op die ipb site. Er staat zelfs nergens dat je ontslagen kunt worden als je minnetjes scoort op je lijst of dat je in het belang van je ontwikkeling je moet laten welgevallen dat jouw dossier bij een sollicitatie compleet digitaal naar je vervolgschool wordt doorgeseind.
In de toelichting komt de aap uit de mouw. De bekwaamheidseisen moeten vooral als richtlijn voor de lerarenopleidingen gezien worden. De Nederlands Vlaamse Accreditatiecommissie zal de HBO’s erop beoordelen. Link naar de wet.
Lees die wet maar eens en vooral de toelichting. Het kan ook helpen bij het formuleren van een beroepscode. Overigens kan dat laatste ook veel korter. Zie bijvoorbeeld de beroepscode van psychologen, RT-ers en orthopedagogen.
Leerplan
Is het niet POP niet een fantastisch initiatief met een verkeerde invulling. Als een niet-(semi)-ambtenaar-geldverdiener kies ik mijn werkgever grotendeels aan de hand van het beschikbare persoonlijke opleidings plan. In welke mate wil mijn werkgever bijdragen in mijn persoonlijke ontwikkeling, hoe vind dit zijn relatie met mijn bonussen? Certificeringen die ik wil behouden zijn grotendeels afhankelijk van constante bijscholing. Ik zie mijn POP als een verademing. Constante persoonlijke ontwikkeling, ongeacht of het ten goede of slechte van de leerling komt. Het gaat toch immers om de docent, en niet de leerling in het POP? Wat ik begrijp is dat het POP inhoudelijk niet echt zinvol zijn, ik vraag me af: wat wou wel een goede invulling van het POP zijn? Hoor het graag!
lerarenopleiding
Ik studeer op dit moment aan een lerarenopleiding en heb intussen drie jaar ervaring met het maken van een POP. Het gebruik ervan heeft voordelen omdat je een instrument hebt om je eigen functioneren eens kritisch onder de loep te nemen. Het kost echter een hoop tijd die op een lerarenopleiding beter aan de vakinhoud besteed kan worden. Bovendien wordt er zoveel aandacht besteed
aan het maken van een POP dat je als afgestudeerde de rest van je carrière geen POP meer kunt zien. Ik vind het POP een zoveelste voorbeeld van de onevenwichtigheid van de lerarenopleidingen. Teveel geneuzel, te weinig kennisoverdracht.
POP, competenties,
POP, competenties, instrumenten. Ik ken vele HBO-docenten die lesgeven op een lerarenopleiding die zich inwendig opvreten met deze gedrochten. Evenals het nieuwe fenomeen ‘Flexplekken’. Een docent heeft geen eigen kantoor meer, maar dient met zijn 28 boeken en labtop van plek naar plek aftestruinen in de hoop een rustig plekje te kunnen vinden, gevolg hernia, irritatie en ruzie. Het management heeft ondertussen nog wel een vaste plek en vinden het geweldig. Studenten weten ondertussen niet meer waar ze een docent kunnen vinden en struinen stad en land af om iemand te kunnen spreken.
Probleem blijkt dus weer: Management bepaalt en docenten dienen het maar weer optevreten.
Trouwens over management gesproken; de lerarenopleiding geschiedenis in Zwolle (Windesheim) heeft op dit moment 4 vakgerelateerde docenten. Hiervan geven er 2 voor de helft vakdidactische vakken. Verder hebben ze nog eens 4 vakdidactici/onderwijskundigen in dienst. Zie je de percentages? Zo zie je dat op dit moment het ‘vak’ absoluut achterblijft. Studenten worden geïndoctrineerd met onderwijsvernieuwingen. Verder heeft deze opleiding ruim 100 eerste jaars, 70 tweede, 45 derde -en 35 vierde jaars. Deze studenten krijgen dus af en toe les omdat er maar 4 docenten beschikbaar zijn die (deels) ‘het vak’geven. Gevolg: 1e jaar ongeveer 8 uur vakinhoud per week. 2e jaar ongeveer 5,5 uur, 3e jaar ongeveer 3 uur en in het 4e jaar krijg je helemaal geen ‘vakinhoudelijke vakken meer! Hoeveel vakdidactiek en onderwijskunde/PPO krijg je? 1e jaar: 8 uur per week, 2e jaar: 10 uur, 3e jaar 10 uur, 4e jaar 2 uur.
Blijft niet veel over aan contacturen voor een zogenaamde voltijd opleiding..
Historia vitae magistra
multicultureel bewustzijn
Heeft iemand een idee hoe ik mijn multicultureelbewustzijn kan opkrikken van niveau 1 naar 3. En kan iemand mij vertellen wat dat te maken heeft met 1+1=2 of scheelt dat per cultuur.
Verder ben ik benieuwd wie mij in dat opzicht kan beoordelen en welke bewijsstukken in mijn portfolio deze assessor wenst.
Verder neem ik aan dat men met organisatiesensitiviteit bedoelt dat je ongevoelig moet worden voor het organisatorisch geklungel waar je mee geconfronteerd wordt. Op niveau 1 wind je jezelf er nog over op een bij niveau 3 blijft je bloeddruk op peil.
Het gaat echt helemaal nergens meer over in het onderwijs op deze manier. Knippen plakken en kleuren en dan nu ook nog poppen
Corgi
POP
Een POP is een vleesboom van de geest. Het is hinderlijk maar je gaat er niet dood aan.
willem smit
misschien niet dood, maar
misschien niet dood, maar elke ingevulde POP is een brevet van onvermogen in wezen en je leidinggevende kan hier heel naar mee gaan zwaaien….
Kritisch kijken naar het eigen functioneren kan toch ook zonder een hele papiermolen en bureaucratie? Vroeger heette dat gewoon een functioneringsgesprek.
Ik heb nog net de eerste oprispingen van het IPB meegemaakt voordat ik het onderwijs gillend uitrende: ‘instant persoonlijk braakmiddel’
POP en vakbeweging
Voor zover mijn kennis toereikend is, is de vakbeweging ook een voorstander van POP. Weer een bureacratisch instrument, goed voor de statistieken die elke manager moet/mag overleggen.
Maar mag ik er ook op wijzen dat de POP straks ook voor OOP gaat gelden? En wat is de meerwaarde voor een OOP’er? Verplicht BHV volgen (zoals nu al het geval is, uiteraard zonder toeslag). Wat draagt een POP bij aan mijn carriërreperspectief? Ik zit nu in schaal 3, trede 7 en kan maximaal doorgroeien naar 3, trede 9. Moet ik me daarom al dat bureaucratisch geneuzel laten welgevallen?
Voor OOP is er www.oopplatform.nl
POP deel 1
Ik ben sinds 1979 werkzaam in het Basisonderwijs. Begonnen met lesgeven in de eerste klas (een man voor de kleintjes was toen een bijzonderheid) en na tien jaar achtereen dat gedaan te hebben ben ik blijven steken in de middenbouw (mmestal Groep 4/5). In al die tijd heb ik heel wat workshops (ik gruw nog altijd van dat woord) en andere nascholing gevolgd. Door het zwalkend onderwijsbeleid van de overheid zijn veel van die bijeenkomsten achteraf gezien zinloos geweest. Want waar je eerst moest instrueren, moest je later juist zelfstandig laten werken, waarna je vervolgens weer verlengde instructie moest gaan toepassen. Moesten kinderen eerst zoveel mogelijk zelfontdekkend leren, later was dat weer ouderwets daar de effectieve instructie en de inoefening het toverwoord werd. Maar hoe dan ook, wie een beetje bij wil blijven bij de grillen van de tijd, doet automatisch aan “een leven lang leren”. Maar toen kwam ineens ons management aanzetten met een bijeenkomst voor alle aangesloten scholen, onder de infantiele werktitel “Van POP tot vlinder”.
van POP to vlinder?
van POP tot vlinder, VAN POP TOT VLINDER? Zijn ze helemaal van God los? VAN POP TOT VLINDER? Het tart elke vorm van respect. Je wil het niet geloven. Van pop tot vlinder… moet een vergissing zijn. Mag je nu eindelijk je vleugeltjes uitslaan JanW? Van pop tot vlinder G^%$%^&^%T. Het duurt even, maar dan ben je eindelijk volwassen. Criminele… hoe verzinnen ze het. Vlieg maar fijn van bloemetje tot bloemetje. Infantiel is te fraai gezegd. Gosh… van pop tot vlinder. Je hoort het. Ik kan er niet over uit. Kunnen die mensen niet meteen in de heropvoeding?
Maar het past wel goed bij HNL. Zo heb ik een pabo gekend waarin in de studiegids voor de deeltijd (let wel, de deeltijd wordt merendeel bevolkt door volwassen studenten) het motto was verwoord dat deze opleiding de studenten het mooist denkbare schonk: “zij werden zichzelf”. En ik maar denken dat ze er naar toe gingen om onderwijzer te worden. Maar “van pop tot vlinder” is op zn minst een goeie tweede in infantiliteit. Blurp.
Verrukkuluk
Wat is het toch heerlijk om nu eens een ander uit zijn vel te zien (nou ja te lezen) springen over de onzin die steeds maar weer op ons onschuldige en goedwillende leraren wordt losgelaten.
POP deel 2
Er werden prachtige mappen uitgereikt waarin iedere leerkracht kon gaan vermelden waarin hij of zij goed of zwak was en waarin aangegeven kon worden waarin persoonlijke groei gewenst was. Maar voordat dat zo ver was moesten we daarover eerst met collega’s overleg plegen. Nouja, collega’s…die werden “maatjes” genoemd, want ja dat woord zou meer vertrouwen in elkaar suggereren. En om dat vertrouwen in elkaar te krijgen moesten we met elkaar spreken over onszelf. Ik kreeg daarvoor een collega toebedeeld die ik al 27 jaar ken. En dus keken we elkaar glazig aan en hebben de verplichte spreektijd dan maar gevuld met koetjes en kalfjes. En zo kabbelt zo’n bijeenkomst door naar het eind en sta je daarna buiten met een map, in de wetenschap dat de kwaliteit van het onderwijs alweer is toegenomen. Ik vraag me dan ook af hoe ik het al die jaren van lesgeven, in hemelsnaam, gered heb zonder POP. Want immers, nu ga ik groeien. Ja, PERSOONLIJK nog wel! En dat aan de hand van competenties en indicatoren. Nee, vanaf nu kan er niks meer fout gaan.
Naschrift: ik wil de map onder de snelbinders van mijn fiets doen, valt het ding uit mijn handen. Papieren waaien in het rond. Ik kan, na zo’n “wat doe ik hier?” bijeenkomst een krachtterm niet onderdrukken en ren achter de papieren aan. Als dat geen tijdsbeeld is…
Waarom zo moeilijk doen met die map?
Eén van mijn ervarener collega’s schoof die mappen meestal rechtstreeks uit het postvakje in de prullenmand.
Andere leuke toepassingen:
– gebruiken als onderzetter (vrij naar Fokke en Sukke, i.v.m. de Internationale Reis- en Kredietbrief)
– aanmaakpapier voor de allesbrander
– roman op de achterkant schrijven (W.F. Hermans, Onder Professoren)
– sanitair gebruik
POP
VMBO-leerlingen gaan bepalen of de docent gegroeid is?? Wie verzint dit? En vooral: wie gaan hiermee akkoord?
Ik ga vooral werken aan mijn Persoonlijk Overlevings Plan.
Sterkte collega’s!
POP voor docenten
Studenten schrijven regelmatig een POP en krijgen zo te zien waar hun sterke en zwakke punten liggen. Zou het dan voor docenten niet goed zijn dat zij ook eens kritisch naar zichzelf en elkaar kijken. Ik ken tal van docenten die uren per dag films kijken, chatten en patiencen. Vervolgens hebben ze het weer zo druk en moeten ze weer ‘overuren’ maken.
Er wordt hier gescholden op management en beleidsmakers, terwijl een blik in de spiegel geen kwaad zou kunnen. Of je tot bovenstaande docenten hoort weet je heus zelf wel. Als dit het geval is: begin je POP maar te schrijven, voor je in je peer-assessment door de mand valt.
Je kan wel denken dat je een verzetsheld bent als je tegen de invoering van competentie-ontwikkeling bij docenten actie voert, volgens mij ben je dan juist 20 jaar geleden blijven hangen. Vastgeroest in je denken en vol hang naar vroeger frusteer je de mogelijkheid om tot beter onderwijs te komen…
@duevel: Wie zegt er dat een VMBO-leerling niet kan beoordelen of zijn/haar docent beter wordt?
Mvg, viool
Beste viool
Beste viool,
U was eerder al kritisch over BON zonder echte argumenten te geven (uw vorige bijdrage is hier te vinden). Nu toont u zich voorstander van POP. Ook weer zonder argumenten te noemen. Studenten en docenten reflecteren zich middels POPs tegenwoordig rot op hun sterke en zwakke punten. Dit kost zoveel tijd dat zij er niet toe komen om daadwerkelijk iets te leren of te onderwijzen. Dit lijkt bij sommige opleidingen (zoals de lerarenopleidingen) ook geen doel meer: POP’en is het doel geworden.
Die docenten die u kent die uren per dag films kijken, chatten en patiencen werken vast binnen een competentiegerichte opleiding. Als je voor een collegezaal staat kom je daar namelijk niet mee weg. In competentiegerichte opleidingen, waar maar wat aangerotzooid wordt, is dit echter wel goed mogelijk.
Tenslotte komt u ook nog even met het verwijt dat wij bij BON vastgeroest zijn, gefrustreerd zijn en 20 jaar geleden zijn blijven hangen. Ook al weer zonder enige argumentatie.
Volgens mij bent u gefrustreerd dat de POP en competentie hete luchtbalonnen doorgeprikt worden. Ik vraag me dan af: welk belang heeft u erbij dat dit niet gebeurt?
Wat zijn je eigen ervaringen viool?
Mijn ervaring met studenten is dat men heel erg snel doorheeft op welke manier een pop door de beugel kan. De schrijfstijl en inhoud worden heel politiek correct razendsnel aangepast aan datgene wat men denkt dat ervan verwacht wordt.
Maar misschien ervaar jij het schrijven van een pop voor jezelf wel zinvol. Ik zal je het genoegen niet willen ontnemen. Wat me verrast is dat plotseling, in een periode van een jaar of vijf, er overal in de Nederlandse onderwijswereld een pop wordt ingevoerd. Van basisschool (heb ik hier begrepen) tot aan het HBO. Voor studenten zowel als voor docenten.
Waar er daarvoor binnen het onderwijs veel verschillende methoden bestonden om voortgang te evalueren is er nu plotseling een enorme eenvormigheid. Het lijkt verdikkie wel Haarlemmerolie. One POP fits all. En dat in een onderwijswereld die zogenaamd student gericht is, waar de student zelf sturend is.
Maar… hij MOET aan de POP en MAG NIET naar hoorcolleges, maar MOET samenwerken met anderen die net zo min als hijzelf iets van het onderwerp afweten en MOET dan beoordeeld worden door de eigen peers danwel door een “coach” die op dat vakgebied niet bekwaam is.
Als ik piano wil leren spelen, dan ga ik naar een goede pianist met didactische vaardigheden. Die vertelt en doet voor, die stimuleert en laat zien waar het beter kan En hij beoordeelt zonder daar een pop voor nodig te hebben. Oh ja.. hij vraagt geregeld welke stukken ik leuk zou vinden om in te studeren en geeft dan aan of mijn keuze verstandig is of niet.
The One POP
One POP to rule them all, One POP to find them,
One POP to bring them all and in the darkness bind them
Planeten Paultje
Misschien was de vioolles beter geweest….
Waarom komt u nou toch met die piano op de proppen bij iemand die zich viool noemt?
Hoezo verleden
Beste Viool,
Deels ben ik het met u eens, en dan specifiek de laatste zin. Elke leerling is heel goed in staat of een docent verandert, ten goede en ten slechte. Dat is waarom ik elk jaar de roos van Leary afneem bij al mijn klassen en dan vooral de klassen die ik een aantal jaren achter elkaar heb vergelijk ik de jaarlijkse resultaten met elkaar. Maar ook gedurende het jaar en dat laten ze soms feilloos aan je weten. Valt het je niet op, vraag je dan af of je wel geschikt bent als begeleider naar de volwassenheid.
Dat over 20 jaar achterlopen, nee, Dat ik in 84 afstudeerde leerden wij op de NOL om ons relf te reflecteren. Je ging meestal met een mede student op stage en dat waren andere stages dan nu. Diepgaander en leerzamer. Maar de begeleiding was zo dat je met jezelf werd geconfronteerd, dat je ook zelf moest nagaan wat je sterke en wat je zwakke kanten zijn. Ach nu noemen ze dat competenties en dat schaaf je bij met een pop. Toen noemde we het gewoon sterke en zwakke vaardigheden en bijscholing. What’s in the name. Van tijd tot tijd verandert de verpakking, maar de inhoud blijft gelijk. Twee dingen zijn sterk verandert, wij kregen een flinke koffer met kennisbagage mee van de opleiding EN wij hadden een zware kluif onderwijskunde en vakdidaktie, met daaraan gekoppeld specialisaties, overdracht en logopedie.
met al die bagage blijft ik graag 20 jaar in het verleden hangen.
VMBO-leerling gaat eerste viool spelen?
beste Viool,
Ik heb tijdens mijn 20-jarige onderwijsloopbaan gemerkt dat nog geen 75% van de leidinggevenden binnen onze sector in staat is om een onderbouwde, objectieve en fatsoenlijke beoordeling van een medewerker op te stellen, ondanks de veelheid aan cursussen in managersland. Misschien door een gebrek aan bepaalde competenties?
Vergeef mij dus als ik mijn lot niet te gauw ook nog eens in handen wens te leggen van een VMBO-leerling….. nog afgezien van de verwerpelijke, enigszins incestueuze relatie die dan ontstaat: de beoordelaar wordt beoordeeld door de beoordeelde…..
Tot slot: ik wil daar verder niet flauw over doen, een enkele leerling zou dat wellicht kunnen. Maar tref ik die ook?? Mijn leidinggevenden, die het (op een enkele uitzondering na) aantoonbaar niet kunnen, tref ik helaas wel….
Groetjes en kom op, we komen er wel uit hoor!
Geef mij liever PAP
Dacht je dat het met POP ophield? Wel nee, op het POP volgt het PAP: het persoonlijke aanpakplan.
Ik ga de komende maanden mijn eigen PAP maken: mijn Persoonlijk Afbouw Plan oftewel weg uit het onderwijs, als het kan morgen nog!
Viool en het POP deel 1
Ik reageer toch maar eens op een paar quotes van je:
Quote 1: “Ik ken tal van docenten die uren per dag films kijken, chatten en patiencen”.
Het is mij niet bekend in wat voor kring jij je begeeft, maar blijkbaar niet in de goede. Ik ken nl erg veel collega’s, die net als ik, veel van hun vrije tijd in hun vak steken. Ook de weekenden en vakanties zijn daarbij veelal niet geheel huiswerkvrij. Het mag duidelijk zijn; ook onder leerkrachten heb je harde werkers en mensen die de kantjes eraf lopen. Maar het getuigt van weinig inzicht als je met je stelling mijn vakgenoten over één kam scheert.
Bovendien is het te gemakkelijk over andermans beroepsinvulling te oordelen. Zo zag ik de burgemeester van mijn woonplaats eens op een middag in zijn tuintje schoffelen. Uit het praatje dat ik met hem maakte bleek dat hij een zware vergaderavond c.q. nacht voor de boeg had. Maarja, dat ziet nemend, want dan zitten de criticasters achter de TV of zijn al naar bed. Kortom; oordeel pas als je met zo’n leerkracht eens een paar weekjes hebt meegelopen (lesuren, ouderoverleg, papierwinkel bijhouden, correctie, avondmeetings etc etc).
Quote 2: “Zou het dan voor docenten niet goed zijn dat zij ook eens kritisch naar zichzelf en elkaar kijken”.
Ook hier sla je de plank volledig mis. Vanaf de PABO en
Lerarenopleiding wordt de intervisie en zelfreflectie erin gehamerd. Dat was in mijn opleidingstijd (1976-1979) al niet anders dan nu. Mijn ervaring met collega’s is dan ook (misschien wel een gevolg van) dat zij eerder onzeker dan eigenwijs (weer zo’n vastgeroest vooroordeel) zijn, vandaar die ontelbare vergaderingen en tussentijdse overlegmomenten. Dat gepraat met elkaar over het vak alleen al
geeft aan dat leerkrachten kritisch naar zichzelf en naar elkaar kijken. En daar waar de kritische blik ontbreekt, daar komt het funktioneringsgesprek en het inspectiebezoek dat wel blootleggen.
Viool en het POP deel 2
Quote 3: “Er wordt hier gescholden op management en beleidsmakers, terwijl een blik in de spiegel geen kwaad zou kunnen.”
Als managers en beleidsmakers hun oren bij de werkvloer te luister zouden leggen, dan zou de kritiek op hen vast verstommen. Maar leerkrachten worden als onvolwassenen door hen behandeld door hen bij het plannenmaken niet te betrekken, maar vervolgens wel van hen te eisen dat zij het top-down oplegde beleid uitvoeren. En zo worden leerkrachten niet als de professionals behandeld (wat weten zij nou van hoe het in de praktijk toegaat?). Mijn stelling: laat die managers en beleidsmakers eens in de spiegel kijken, dat ze zichzelf de vraag stellen “wie zijn wij dat wij onze werknemers zo overrulen met onze plannetjes en daarvoor ook meer financieen ontvangen, dan op de werkvloer uitgegeven kan worden”.
Tot slot; je merkt vast dat ik senior-leerkracht ben (zo heet dat tegenwoordig) die meegaat met zijn tijd. Maar niet met oogkleppen op. Die mensen die jij vastgeroest noemt, zijn juist degenen die een kritische noot durven te laten horen. Mijn ervaring in het onderwijs is namelijk dat men van hogerhand geneigd is achter hypes aan te rennen omdat dat zo modern staat voor de school. Maar vergeten dat een verandering niet automatisch een verbetering is. En wie heeft daar meer zicht op dan zij die al jaren meelopen en het klappen van de zweep kennen?
achter hypes aanrennen
En zover gaan dat je je aanmeldt als pilot-school voor een bepaald vernieuwingsproject, terwijl je drommels goed weet dat je daarvoor niet de nodige deskundigheid in huis hebt. Geen probleem, komt niemand achter. Het is wel een mooie gelegenheid om een grote zak met geld binnen te halen die de financiele gevolgen van een tegenvallende leerlingenaanmelding van het nieuwe schooljaar in een klap oplost.
POP voor allemaal
Hoe zit het met de POP van ons management?
Voordat onze leidinggevenden ons gaan beoordelen, zouden ze toch eigenlijk eerst zelf hun POP moeten doen?
bazin